-
Heb je nog geen vragen, maar wel interesse in Onderwijs en jeugd?
Samen vernieuwen.
KL Cocktail ‘Programmeren in het onderwijs’
Leren programmeren, moeten we daar iets mee? Kunnen we niet meer zonder in een samenleving die steeds technologischer wordt? Of is het een uit Amerika overgewaaide hype? Moeten alle kinderen van de basisschool leren programmeren? En hoe organiseer je dit dan; als een apart vak, of juist vakoverstijgend? En is het curriculum al niet overvol? Deze en meer vragen stonden centraal in de KL Cocktail van maart.
Na eerder een KL Cocktail te hebben gewijd aan 21st century skills gingen we nu verder de diepte in. We vroegen drie jongere programmeurs om hun licht op dit onderwerp te laten schijnen en hun ervaringen met de rol van programmeren in een maatschappelijke context te delen.
Computers zijn niet magisch
Ines Duits trapt af. Als student en docent informatica schreef zij het boek ‘Slimme meisjes programmeren’++Slimme meisjes programmerenEen lesboek speciaal voor meisjes van 8 tot en met 12 jaar om code schrijven te leren. De methode laat direct zien wat de toegevoegde waarde van programmeren is en daagt spelenderwijs uit om creativiteit te gebruiken., waarin zij meisjes tussen de 8 en 12 jaar enthousiast maakt om hun eigen computerspelletjes te maken. “Dit klinkt moeilijk, maar het is juist leuk! Je bent creatief bezig en leert spelenderwijs.” Volgens Ines is programmeertaal een universele taal, waardoor haar leerlingen hun projecten kunnen delen over de hele wereld. Ze geeft ons meteen een belangrijke les mee, die de rest van de avond door haar collega’s wordt beaamd: Leren programmeren betekent niet dat je programmeur hoeft te worden. Het leert je namelijk ook logisch nadenken, oplossingsgericht werken en abstracte concepten begrijpen.Leren programmeren betekent niet dat je programmeur hoeft te worden. Het leert je namelijk ook logisch nadenken, oplossingsgericht werken en abstracte concepten begrijpen. Daarnaast leven we in een tijd waarin alles om ons heen is geprogrammeerd – van je mobieltje tot je wasmachine tot je auto. “Kinderen weten dit eigenlijk niet. Computers zijn niet magisch.”
Een andere manier van denken
Youri van der Zwart is ook informaticastudent en organisator van een conferentie over tech security, Haxpo. Hij is hiermee begonnen om de wereld van computers en technologie breed toegankelijk te maken, juist ook voor mensen die zich hierdoor misschien laten afschrikken. Het gaat Youri om de manier van denken die erachter zit. Volgens Youri helpt deze oplossingsgerichte, conceptuele manier van denken leerlingen namelijk ook bij andere vakken. “Je leert problemen op te lossen door ze op te breken in kleine, losse stappen. Deze manier van denken wil ik aan de man brengen op middelbare scholen. Het niveau van het vak informatica laat nu nog te wensen over.”
Uit het publiek komt de vraag of we deze manier van denken moeten aanbieden in het onderwijs, terwijl sommige problemen juist geen baat hebben bij het volgen van een strak stappenplan. Moeten leerlingen niet juist leren intuïtiever te handelen en leren luisteren naar hun gevoel; meer fysieke vakken, zoals dans en expressie? Volgens Youri heeft de effectiviteit van informatica zich al bewezen. De hele wereld bestaat steeds meer uit computers, zoals Ines ook al aangaf. Juist daarom is het belangrijk dat we kinderen dit bijbrengen. “Zo demystificeren we Computers zijn niet magisch. We moeten de techniek demystificeren.de techniek.”
Programmeren als ethos
Als derde gast neemt Jan Hein Hoogstad het woord. Hij gaat in op de rol van programmeren in het WO. Jan Hein is een van de drijvende krachten achter Coding the Humanities, waarin studenten uit de Geesteswetenschappen leren programmeren. Iets wat iedere student zou moeten kunnen, vindt Jan Hein. Ook bij hem gaat het niet zozeer om programmeren als specifieke vaardigheid, maar om de werkwijze en concepten die hieraan ten grondslag liggen. Hij benadert zijn kijk op dit onderwerp daarom als een ethos. Hierin staan een aantal principes centraal, zoals ‘fail fast and fail often’, ‘dream big and take tiny steps’ en ‘test test test’.
Deze manier van werken is onbekend in het onderwijs, vindt Jan Hein. Binnen Coding the Huminaties komen verschillende disciplines samen en werken veel docenten mee, het is intensief en er wordt veel gedeeld. Juist deze ethos biedt kansen voor het onderwijs. “We zijn er nog niet, maar dit is een eerste experiment.” Voor Jan Hein is het namelijk onvermijdelijk dat dit een belangrijk onderwerp is waar we als onderwijs iets mee moeten.
“Het gaat er niet om wanneer we beginnen, maar hoe. We hebben nu nog de kans om de manier waarop we het aanbieden aan studenten te ontwerpen. Bieden we het aan als koude skill of juist als werkwijze, ethos?”
Onderwijs2032
De verhalen van onze drie gasten zorgen voor een vliegende start van de discussie. We hebben Farid Tabarki++Farid TabarkiFarid is, naast oud-KL’er, trendwatcher en columnist in het FD, ook lid van het programmateam van Onderwijs2032. gevraagd deze te moderen, en zijn blik op deze ontwikkelingen te geven. Onderwijs2032 onderzoekt, samen met alle betrokkenen in het onderwijs, welke vaardigheden een kind dat nu geboren wordt zou moeten beheersen wanneer hij of zij het onderwijs verlaat in 2032. Hoort programmeren daar ook bij? Volgens Farid is het een zeer belangrijke vraag. De Wet van Moore leert ons (vrij vertaald) dat de technologische ontwikkeling zich elke twee jaar verdubbelt. Het is dus een integraal onderdeel van ons leven. Banen verdwijnen, er wordt steeds meer geautomatiseerd. Algoritmes beslissen mee in sommige bedrijven. Hier kun je voor of tegen zijn, maar dat het gebeurt is een feit. Hoe gaan we hier mee om?Algoritmes beslissen mee in sommige bedrijven. Hier kun je voor of tegen zijn, maar dat het gebeurt is een feit. Hoe gaan we hier mee om?
Antidisciplinair onderwijs
Hoe we met de opmars van algoritmes omgaan, hangt samen met de organisatie van ons onderwijs. Blijven we in losse vakken (zoals taal en rekenen) denken, of gaan we over in een nieuwe manier van denken? Farid noemt dit ‘antidisciplinair onderwijs’. Hier ga je uit van grote complexe vraagstukken waar je het onderwijs op inricht. Dit behelst een totaal ander startpunt. Hier sluit Jan Heins argument over programmeren als ethos goed bij aan.
Dit bekent ook dat er voor docenten een hoop verandert. Zij moeten deze discussie voeren en de transitie doormaken. Hoe ontwikkel je deze vaardigheden als docent als je zelf geen ervaring hebt met programmeren? Belangrijk hierbij is om niet het kind met het badwater weg te gooien; het huidige onderwijs bevat ook belangrijke waarden die we moeten behouden.
Ongeacht aan welke kant van deze discussie je staat, feit is dat het veel losmaakt. Juist omdat we er iets mee moeten, al weten we misschien nog niet precies wat en in welke vorm. Onze gasten hebben in ieder geval ons denken weer wat aangescherpt. Esther Nass vat het treffend samen:
“Programmeren en techniek is als een Wild West vol met mogelijkheden. Ik kan nu nog niks, maar ik weet dat alles kan. We moeten deze mogelijkheden leren verkennen.”