Bestaat de ‘homo participatus’ wel?
Thijs van Exel Adviseur zorgvernieuwing en sociale innovatieHet NOS Journaal had op maandagavond droevig nieuws: er is een taskforce nodig om gemeenten te helpen de zorg voor psychiatrische patiënten daadwerkelijk bij de patiënt te krijgen. Taskforceboegbeeld Ineke Smidt zegt dat de zorg er wel ís, maar niet aankomt omdat organisaties “niet over hun eigen schutting kijken” en dus geen aansluiting vinden met mensen met psychiatrische problematiek.
Het NOS Journaal had op maandagavond droevig nieuws: er is een taskforce nodig om gemeenten te helpen de zorg voor psychiatrische patiënten daadwerkelijk bij de patiënt te krijgen. Taskforceboegbeeld Ineke Smidt++BoegbeeldLees meer over de ambassadrice van de Taskforce Landelijk Platform GGZ. zegt dat de zorg er wel ís, maar niet aankomt omdat organisaties “niet over hun eigen schutting kijken” en dus geen aansluiting vinden met mensen met psychiatrische problematiek.
De afgelopen jaren was er veel te doen rond de decentralisaties van het ‘sociaal domein’, waarbij het Rijk taken heeft afgestoten naar de gemeenten, om zo de zorg efficiënter en ‘dichterbij de burger’ te kunnen aanbieden. Daarmee zijn gemeenten verantwoordelijk gemaakt voor een ‘integraal ondersteuningsbeleid’ van kwetsbare burgers. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat in veel gemeenten sociale wijkteams / wijkondersteuningsteams / wijkzorgteams (haal door wat niet van toepassing is) zijn ingericht, waarmee verbindingen moeten worden gelegd tussen burgers met schuldhulpverlening, jeugdzorg, welzijn, wonen onderwijs en werk. Die teams moeten samen meer maatwerk kunnen leveren aan zorgbehoevende buurtbewoners.
In het geval van bewoners met psychische klachten heeft dat niet gewerkt. Het is een enorm complexe en veelomvattende operatie waarbij je had kunnen zien aankomen++Puinhoop decentralisatiesLees mijn eerdere opiniestuk in de Volkskrant ‘Angst voor puinhoop bij decentralisaties is wél terecht’. dat er het nodige mis zou gaan. Gemeenten moesten per 1 januari 2015 opeens weten welke eisen worden gesteld aan de inkoop van psychiatrische zorg, dagbesteding en begeleid wonen. Het is de gemeenten niet aan te rekenen dat ze dat niet ineens doen, zeker niet omdat ‘zorg dichterbij en efficiënter’ meestal niet betekent dat bureaucratische muren worden afgebroken. Die blijven gewoon staan en verhinderen nog steeds de toegang voor mensen die niet in de bestaande structuren passen. Bijvoorbeeld voor mensen die zichzelf niet hulpbehoevend vinden, maar wel een gevaar voor zichzelf zijn. En die zijn er genoeg.
Psychisch kwetsbare burgers zijn nog onvoldoende in beeld
De taskforce moetHet is de gemeenten niet aan te rekenen dat ze dat niet ineens doen, zeker niet omdat ‘zorg dichterbij en efficiënter’ meestal niet betekent dat bureaucratische muren worden afgebroken. voor aansluiting gaan zorgen tussen cliënt en zorgaanbieder, want “psychisch kwetsbare burgers zijn nog onvoldoende in beeld bij gemeenten en hun ondersteuning en participatie blijft daardoor achter bij andere beter bekende groepen, als ouderen en mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Terwijl de transitie die gaande is juist kansen kan bieden voor herstel, zelfregie en participatie.”++CitaatLees hier de tekst waar dit citaat vandaan komt.
Een terechte observatie wat mij betreft. De transitie biedt inderdaad kansen, maar die blijven vaak verborgen – simpelweg omdat veel mensen niet worden gezien (‘niet in beeld zijn’ vind ik een veel te passieve formulering, want er wordt niet naar hen gezocht en in gesprek met de koepels en cliëntenorganisaties vind je ze vermoedelijk niet snel). Het nieuws dat er nu een taskforce nodig is om werk te gaan doen wat gemeenten zelf niet hebben gekund stemt droevig.Het nieuws dat er nu een taskforce nodig is om werk te gaan doen wat gemeenten zelf niet hebben gekund stemt droevig. Temeer omdat dit zeker niet alleen voor psychiatrische patiënten geldt. De ‘participatiesamenleving’ waarop decentralisaties gestoeld zijn, is als geheel nog veel te veel een beeld dat bij de overheid bestaat en waarop dienstverlening wordt ingericht – in plaats van een realiteit van en tussen mensen. We kunnen dus op korte termijn meer van dit soort ontdekkingen verwachten, want het welslagen van de ganse transitie is afhankelijk van de homo participatus, een soort die in groten getale werd vermoed, maar in werkelijkheid toch niet altijd vindbaar blijkt.
Ik citeer uit mijn eerdere opiniestuk: “Wie wordt dus bedoeld met ‘de burger’, en wat is dan ‘beter’? In zijn algemeenheid vragen die niet vanachter een bureau te beantwoorden zijn. ‘De burger’ zul je moeten leren kennen, en antwoord op wat ‘beter’ is krijg je niet zonder dieper te graven.” Ik zie voorlopig alleen maar bevestiging daarvan.