Leren hengelen in plaats van vis weggeven
Thijs van Exel Adviseur zorgvernieuwing en sociale innovatie Wieteke Vrouwe Adviseur sociale innovatieHulde voor Han Noten, die in de Volkskrant van 2 januari met de nodige nuance reflecteert op een jaar gedecentraliseerde zorg. Als toezichthoudende autoriteit stelt hij zich kritisch op ten aanzien van de kwaliteit van de zorg: zijn de decentralisaties die kwaliteit ten goede gekomen? Op zich wel, er wordt meer gedaan met (ongeveer een kwart) minder middelen. Maar hij mist een belangrijk punt: bewoners krijgen een fors grotere rol dan voorheen. Hoe organiseer je dat?
Hulde voor Han Noten, die in de Volkskrant van 2 januari met de nodige nuance reflecteert++Han Noten in de VolkskrantLees het stuk van Han Noten via Blendle. op een jaar gedecentraliseerde zorg. Als toezichthoudende autoriteit stelt hij zich kritisch op ten aanzien van de kwaliteit van de zorg: zijn de decentralisaties die kwaliteit ten goede gekomen? Want daar is het allemaal om te doen geweest. De zorg moest dichter bij mensen worden georganiseerd, door gemeenten in plaats van het Rijk, waardoor de mensen die het echt nodig hebben de juiste zorg krijgen. Zorgteams in de wijken moeten ervoor zorgen dat veel vragen worden opgelost in en met de wijk. Dat is effectief: meer doen met (ongeveer een kwart) minder middelen. Gemeenten en professionals moeten anders gaan werken. Maar hij mist een belangrijk punt: bewoners krijgen een fors grotere rol dan voorheen.++Homo ParticipatusLees hier Thijs’ eerdere opiniestuk ‘Bestaat de homo participatus wel?’. Hoe organiseer je dat?
Een voorbeeld dat Noten aanhaalt van een gunstig effect van de decentralisaties, is dat van een vrouw die haar arm brak. In de oude situatie kreeg ze enkel de zorg voor haar botbreuk. In de nieuwe situatie krijgt ze die natuurlijk ook, maar wordt vanuit het wijkteam bekeken hoe mevrouw de breuk opliep. Bij nader inzien blijkt er sprake van huiselijk geweld door een alcoholverslaafde echtgenoot – zo wordt, in de ideale wereld, de oorzaak gevonden en weggenomen (de man krijgt hulp). In dit geval is de zorg inderdaad efficiënter: het ‘echte’ probleem komt in beeld en wordt opgelost – voordat er opnieuw botten breken.
Vertrouwen in samenwerking moet groot zijn
Noten hamert in het interview op de veranderende rol van overheid en zorgprofessionals die nodig is om de transitie naar het nieuwe stelsel te laten slagen. Gemeenten kunnen zich niet langer “verschuilen achter protocollen”, maar moeten, meestal via wijkteams, in gesprek om erachter te komen wat het zorgaanbod moet zijn (de botbreuk uit het voorbeeld is het gevolg van een gewelddadige man). Van professionals, zoals huisartsen, thuiszorgers en jeugdpsychologen, wordt verwacht dat ze “uit hun koker stappen” om tot een beter beeld te komen van het euvel. Het is nogal wat om aan te nemen dat zich dat wel regelt; de arts moet haar of zijn autoriteit opzijzetten om bij anderen te rade te gaan. Dat wordt, méér dan het uit de koker stappen, een kwestie van beroepseer – waarbij het vertrouwen dat samenwerking tot betere uitkomsten leidt, groot moet zijn.
Vergeet burgers niet
Naast professionals en de overheid is er een groep die Noten buiten beschouwing laat: burgers. Naast professionals en de overheid is er een groep die Noten buiten beschouwing laat: burgers. Recent meldde de NOS al dat er voor burgers met een psychiatrische aandoening een speciale taskforce++TaskforceZie ook dit artikel op de Platform GGZ-website over de taskforce. is gekomen die voor aansluiting tussen cliënt en zorgaanbieder moet gaan zorgen, want “psychisch kwetsbare burgers zijn nog onvoldoende in beeld bij gemeenten en hun ondersteuning en participatie blijft daardoor achter bij andere, beter bekende groepen”. Dit geldt niet alleen voor psychiatrische patiënten; denk bijvoorbeeld aan eenzame ouderen of hulpweigeraars. Hoe zorg je ervoor dat mensen elkaar de weg wijzen? Met minder middelen tóch effectief zijn kan niet zonder burgers die meedoen. Hoe kan zulk actief burgerschap het beste vorm krijgen? Wat is ervoor nodig? Het ontbreekt, ook in het interview met Noten, aan goede voorbeelden.
Leren van elkaars successen
Noten is blij dat het experiment op veel plekken wel goed uitpakt. Dat is natuurlijk mooi, maar er moet ook bezuinigd worden. Om van de decentralisatie écht een succes te maken, moet veel meer van elkaars successen worden geleerd. Dat moeten weDe nieuwe rol van gemeentes: niet langer het loket met formulieren, maar een actieve, faciliterende partij, die met professionals en burgers samenwerkt en hen ondersteunt in dit enorme project van decentraliseren. Een partij die de vis niet meer weggeeft maar anderen leert hengelen. op drie niveaus organiseren:
- Hoe organiseer je actief, participerend burgerschap in je gemeente (en hoe organiseren burgers zichzelf)?
- Hoe help je professionals samen te werken?
- En, overstijgend, hoe leer je als gemeenten van elkaar?
Gemeenten hebben hierbij de hoofdrol, die moeten ervoor zorgen dat de transitie in goede banen wordt geleid. Bij onze social labs++Social labsZie ook onze case ‘Labs: proeftuinen in terra incognita’. in Nijmegen, Dordrecht en Amsteldorp worden door multidisciplinaire teams van bewoners, professionals en ambtenaren verhalen van bewoners rondom grote vraagstukken gevonden en opgeschreven. Deze vormen de basis voor nieuwe concepten en interacties in het sociale domein, die als prototypes aan praktijktests worden onderworpen. Dit past bij de nieuwe rol van gemeentes: niet langer het loket met formulieren, maar een actieve, faciliterende partij, die met professionals en burgers samenwerkt en hen ondersteunt in dit enorme project van decentraliseren. Een partij die de vis niet meer weggeeft maar anderen leert hengelen.