-
Heb je nog geen vragen, maar wel interesse in Gezondheid en zorg?
Samen vernieuwen.
Terugblik Out of Office #21: vijf belangrijke inzichten over het hardnekkige meten-is-weten-regime
Tijdens de 21ste editie van de Out of Office met de titel ‘Kennisland en Babel maken kennis – over alternatieven voor de meetcultuur’ was Babel bij ons te gast, een groep van academici, journalisten en andere denkers, die kritisch is op het dominante meten-is-weten-regime van onze samenleving.++‘Weten vraagt meer dan meten’Lees hier meer over het boek ‘Weten vraagt meer dan meten – Hoe het denken verdwijnt in het regime van maat en getal’ waarmee Christien Brinkgreve, Eric Koenen en Sanne Bloemink een beweging willen starten en dat de aanleiding was voor deze Out of Office. Verhalen en ervaringen achter de cijfers zijn voor KL vaak de basis voor oplossingen voor complexe maatschappelijke vraagstukken. We zien nog te vaak dat een cultuur van maat en getal de boventoon voert. Op basis van welke kennis komt beleid tot stand? En welke stemmen worden gehoord en welke juist niet?
Wetenschapsfilosoof en socioloog Trudy Dehue++Trudy DehueTrudy was hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en schrijft en vertelt vanuit haar achtergrond als wetenschapsfilosoof en -socioloog op een toegankelijke manier over bijvoorbeeld depressie en de maakbaarheid van geluk. Meer informatie kun je vinden op haar website. vertelde ons over de normen, waarden en aannames die in schijnbaar ‘neutrale data’ verstopt zitten. Studenten van de Hogeschool Leiden lieten aan de hand van een rollenspel zien hoe professionals uit verschillende disciplines dagelijks te maken hebben met gewetensnood die voortkomt uit veelal cijfermatige data. KL’s Thijs van Exel vertelde aan de hand van project Zorgeloost hoe lokale, niet-cijfermatige kennis ingezet kan worden om het zorgstelsel duurzaam te verbeteren. In deze terugblik vind je de vijf belangrijkste inzichten van de avond op een rij.
1. Neutraliteit bestaat niet
Wetenschappelijke kennis kan niet zonder menselijke interpretatie.Alle wetenschappelijke kennis is subjectief en onderworpen aan menselijke interpretatie. De instrumenten die je gebruikt, het doel van je waarneming en wie er waarnemen bepalen wat je ziet. “Of Pluto een planeet is of niet, hangt af van menselijke definities”, illustreert Trudy Dehue, “en de cijfers over armoede in Nederland hangen af van de definitie van armoede die bij het onderzoek is gebruikt”. Opmerkelijk genoeg gaan ook veel onderzoekers zelf ervan uit dat hun getallen ‘de’ werkelijkheid weerspiegelen.
2. Waarden en interpretaties bepalen de cijfers en onderzoeksuitkomsten
Het hangt van de waarden achter het onderzoek af welke cijfers er worden gemaakt en daarmee ook welke conclusies je aan die cijfers kunt verbinden. Trudy Dehue illustreert dit aan de hand van een krantenartikel dat kopte “Criminaliteit daalt wanneer ADHD’er zijn pillen slikt”. Volgens de de krant waren dit de uitkomsten van het onderzoek en ook de onderzoekers zelf suggereerden dit in de samenvatting boven hun stuk. Maar ook hier gold dat de getallen afhingen van hoe in dit Zweedse onderzoek ADHD was gedefinieerd en dus geteld en wat zij criminaliteit interpreteerden. Dehue haalde het wetenschappelijke artikel erbij en constateerde dat alleen de mensen met de meest zware vorm van concentratiegebrek de diagnose ADHD hadden gekregen en bovendien dat zij bij het slikken van hun pillen vooral minder verkeersboetes hadden opgelopen, wat de belangrijkste gehanteerde definitie bleek van ‘minder criminaliteit’.
Vanuit het publiek noemde econometrist en De Correspondent-journalist Sanne Blauw een voorbeeld waarin cijfers op een ‘domme manier’ gebruikt worden. Bij evaluaties van lesmodules in het onderwijs vult vaak slechts een klein deel van de studenten evaluatieformulieren in. Dit zijn meestal de meest tevreden en de meest ontevreden studenten. De resultaten van evaluaties in het onderwijs geven zodoende vaak een vertekend beeld, maar docenten worden hier wel op beoordeeld.Voorbeeld: resultaten van evaluaties in het onderwijs geven vaak een vertekend beeld, maar docenten worden hier wel op beoordeeld.
3. Wetenschappelijk onderzoek geeft de werkelijkheid vorm
Het voorbeeld van ADHD en criminaliteit laat zien dat wetenschappelijk onderzoek de werkelijkheid niet rechtstreeks weerspiegelt, maar haar wel vormgeeft. Een conclusie als ‘criminaliteit neemt af als ADHD’er zijn pillen slikt’ is immers een vorm van criminaliteitspreventie via medicatie. Veel wetenschappelijk onderzoek verandert de werkelijkheid ook in een wenselijke richting. Hierbij kan gedacht worden aan bruikbare technologie of aan sociaal wetenschappelijk onderzoek dat met cijfers gebaseerd op overtuigende definities armoede, discriminatie, racisme en werkloosheid bestrijdt door er getallen aan te verbinden. Het punt is dus niet dat het vooral om ingrijpen gaat in plaats van ontdekken, het punt is dat we dat zouden moeten inzien, zodat we het er op gedegen wijze over kunnen hebben.
De gedachte dat onderzoek een rechtstreekse weergave van de werkelijkheid kan en moet zijn, hebben wetenschapsfilosofen begin 20e eeuw al verlaten. Nu wordt gesproken van ‘klassiek realisme’ bij deze onhoudbare positie. Met een knipoog naar dat klassiek realisme wordt nu de term ‘realistisch realisme’ gebruikt: het is realistisch om te beseffen dat wetenschap realiteiten maakt, want alleen dan wordt democratische discussie mogelijk over de aard van de werkelijkheden die zij produceert. Dehue pleit voor veel meer besef hiervan onder zowel wetenschapsbeoefenaren als de gebruikers van wetenschappelijk onderzoek. Oud-KL’er en onderzoeker Simone van de Wetering merkte op dat wetenschappers eigenlijk indirecte beleidsmakersWetenschappers zijn eigenlijk indirecte beleidsmakers. zijn. Als dat zo is, moeten we op een andere manier naar de rol van wetenschappelijke kennis in beleid kijken. In het voorbeeld hierboven zien we dat ook terug. Doordat aan de hand van wetenschappelijk onderzoek wordt bepaald wanneer iemand ADHD heeft en wanneer niet en of diegene daar pillen voor zou moeten slikken of niet, grijpt wetenschappelijk onderzoek in in de werkelijkheid.
4. Het persoonlijke verhaal raakt zoek
In het regime van maat en getal is er weinig ruimte voor individuele problematiek.In het regime van maat en getal is er weinig ruimte voor individuele problematiek. Dat uit zich bijvoorbeeld als op basis van cijfers protocollen en beleid tot stand komen. Studenten van de Hogeschool Leiden deden hier onderzoek++OnderzoekLees hier meer over hun onderzoek ‘Gewetensnood van de professional’. naar en maakten met behulp van persoonlijke verhalen die zij ophaalden inzichtelijk waar het schuurt. Zo vertelden ze over het dilemma van een UWV-medewerker die ze interviewden:
De UWV-medewerker moest aan iemand met een chronische ziekte vertellen dat zij volgens de regels van het systeem niet langer recht had op een uitkering en dus weer moest gaan werken. Toen de UWV-medewerker van deze vrouw de reactie kreeg dat zij vanwege haar ziekte echt niet in staat was om te werken, stond zij voor een lastig parket: moet de uitkering van deze mevrouw – zoals de regels voorschrijven – worden ingetrokken, of moet zij werken, terwijl ze het eigenlijk niet kan?
Door de meten-is-weten-cultuur en hieruit voortvloeiende normen krijgen professionals uit allerlei vakgebieden dagelijks te maken met moeilijke vraagstukken op individueel niveau, die staan voor grotere systemische vragen waar we een antwoord op moeten vinden. Tenminste, als we willen dat niet de waarden van het systeem, maar menselijke waarden bepalend zijnWe moeten antwoorden vinden op systemische vragen als we willen dat niet de waarden van het systeem, maar menselijke waarden bepalend zijn..
5. Kennis van de praktijk is onmisbaar bij duurzame systeemverandering
Thijs van Exel liet tenslotte, aan de hand van project Zorgeloost in drie buurten in Amsterdam-Oost, zien dat de kennis van mensen die dagelijks te maken hebben met de praktijk onmisbaar is bij het totstandbrengen van duurzame systeemverandering in de zorg. Met de toenemende vergrijzing en het tekort aan goed opgeleid personeel in het vizier, is het noodzakelijk om op verschillende niveaus met elkaar te leren, samen te werken en te innoveren. Dit proces wordt echter in de weg gestaan door denken in hokjes, kokers++KokersVerkokering is het gevolg van het – vaak vanwege beleidsvormige redenen – langs elkaar heen werken van mensen en organisaties die in hetzelfde werkveld bezig zijn. en protocollen.Met elkaar leren, samenwerken en innoveren wordt in de weg gestaan door denken in hokjes, kokers en protocollen. Dat is jammer, want de knelpunten, maar juist óók de goede ideeën en oplossingen genoemd door bewoners, professionals, mantelzorgers, vrijwilligers en ondernemers om ‘zorgen voor elkaar’ in de buurten te verbeteren, worden hierdoor geremd.
Oplossingen moeten meer dan enkel doekjes voor het bloeden zijn. Oplossen in de praktijk is nodig, zodat formele en informele zorg beter op elkaar aansluiten. Maar om barrières weg te nemen en condities te scheppen voor duurzame oplossingen, moeten we leren van de praktijk en de verkokering aanpakken.
Doe mee!
Na een goede discussie met veel verschillende stemmen uit het publiek kijken we uit naar een vervolg van de discussie met Babel na de zomer. Wil je meedoen aan deze discussie? Laat het dan weten door een mailtje te sturen naar Nora van der Linden (nl@kl.nl)!
Wil je een seintje als er weer een Out of Office aankomt? Laat dan hier je gegevens achter.
Bekijk hier alle foto’s van Out of Office #21: