In drie stappen naar meer kansengelijkheid in het onderwijs
Stéphanie van der Raad Adviseur onderwijsWe hebben een mooi rapport geschreven over gelijke kansen op het mbo naar aanleiding van een actieonderzoek. Maar Stéphanie wil niet wachten tot de aanbevelingen uit het rapport hun vaak trage weg langs beleidsprocessen en onderhandelingen hebben afgelegd voordat ze effect krijgen. In dit opiniestuk geeft ze daarom drie stappen die je nu al kunt zetten op weg naar meer kansengelijkheid in het onderwijs (niet alleen mbo).
We hebben een mooi rapport geschreven over gelijke kansen op het mbo naar aanleiding van een actieonderzoek. Maar laten we niet wachten tot de aanbevelingen uit het rapport hun vaak trage weg langs beleidsprocessen en onderhandelingen hebben afgelegd voordat ze effect krijgen. In dit opiniestuk geef ik daarom drie stappen die je nu al kunt zetten op weg naar meer kansengelijkheid in het onderwijs (niet alleen mbo).
In samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap deed Kennisland vorig jaar actieonderzoek naar gelijke kansen++Kansenongelijkheid in het onderwijsEen complex vraagstuk zonder pasklare oplossing, met grote gevolgen. Ongelijke kansen kunnen onder andere leiden tot een laag zelfbeeld onder jonge professionals, ontevredenheid op het gebied van werk en het buitensluiten van mensen op maatschappelijk niveau. We zijn in Nederland helaas nog niet in staat om gelijke kansen voor iedereen te creëren, maar gelukkig is er steeds meer aandacht voor dit thema, ook bij het ministerie van OCW. op het mbo. Ik was betrokken bij dit project. Mijn collega Dennis en ik brachten vijfendertig deelnemers bij elkaar: studenten, docenten, beleidsmakers, leidinggevenden en andere betrokkenen van het mbo deden mee aan de ‘bootcamp Kansrijk MBO’. We luisterden naar hun persoonlijke ervaringen en associaties++ActieonderzoekDe nadruk van het actieonderzoek lag op het zelfbeeld en zelfvertrouwen van mbo-studenten, en de perceptie op de kwaliteiten van mbo’ers van hun omgeving. Deze invalshoek is belangrijk, omdat de mbo-student die niet in zichzelf gelooft, diens kansen lager zal inschatten en ervaringen misloopt die juist goed zijn voor de persoonlijke en professionele ontwikkeling. met kansengelijkheid, en naar de complexiteit en de zorgen die het vraagstuk met zich meebrengt. Daarna onderzochten we met de deelnemers welke kansen en mogelijkheden voor verbetering er liggen in het mbo.
Aanknopingspunten voor meer gelijke kansen op het mbo bundelden we in een rapport++RapportLees hier het rapport, hierin staan ook persoonlijke verhalen van zes dappere deelnemers, over hun ervaring met kansengelijkheid. en OCW gebruikt dit als input voor beleid. Fijn natuurlijk, maar eerlijk gezegd wil ik niet wachten op een (vaak traag) beleidsproces van politieke onderhandelingen en regeerakkoorden. Daarom hoop ik dat dit stuk bijdraagt aan bewustzijn over het bestaan van kansenongelijkheid – ook op jouw school, of de school waar je kinderen op zitten – en wat een eerste stap kan zijn naar meer gelijke kansen.
Stap 1: bewustzijn en reflectie
Tijdens de bootcamp beschreef een groepje mbo-docenten wat er gebeurt als docenten studenten benaderenLeraren hebben, soms onbewust, verwachtingen van bepaalde leerlingen. Met deze verwachtingen sturen ze impliciet de prestaties van leerlingen. vanuit vooroordelen++HokjesDit groepje kaartte aan dat we onszelf en anderen in hokjes plaatsen als ‘man’ of ‘vrouw’, ‘Nederlander’ of ‘Marokkaan’, ‘slim’ of ‘dom’. We hebben vaak onbewust en onbedoeld vooroordelen en dat is normaal. Maar als die aanleiding vormen tot veroordelen, dan staan ze gelijke kansen in de weg.:
“Terwijl studenten studeren voor een vak, zijn ze ook op zoek naar wie ze zijn, waar ze bij willen horen en naar rolmodellen om zich aan te spiegelen. In die kwetsbare zoektocht zijn studenten gebaat bij docenten die zich bewust zijn van hun eigen vooroordelen en nooit vervallen in veroordelen. Te vaak worden studenten echter geconfronteerd met docenten die zelf denken in vooroordelen . Deze vooringenomen beelden worden op de studenten geprojecteerd, waardoor er voor hen beperkte ruimte overblijft om zich te ontwikkelen. Op die manier worden hen kansen ontnomen.”
Lagere verwachtingen van leraren kunnen leiden tot mindere prestaties van leerlingen. Mbo-docenten komen bijvoorbeeld ‘het niveau’ of ‘de situatie’ van de student tegemoet, door hun toon, houding en mate van feedback aan te passen. Ook al doen docenten dit vanuit goede bedoelingen – bijvoorbeeld om de student te behoeden voor teleurstelling – het is ongewenst gedrag, omdat ze op deze manier voorkomen dat studenten ‘alles’ uit zichzelf halen. Om kansenongelijkheid niet langer in de hand te werken, is het belangrijk om dergelijke vooroordelen los te laten. Dat vraagt om bewustzijn over het bestaan van kansenongelijkheid en herkenning van bevooroordeling bij zichzelf: de (pijnlijke) constatering dat je daar als soms docent aan bijdraagt.
Wetenschappers schreven al eerder over de gevolgen van vooroordelen en veroordelen in het onderwijs. Robert Rosenthal beschrijft bijvoorbeeld in 1968 voor het eerst het Pygmalion-effect: leraren hebben, soms onbewust, verwachtingen van bepaalde leerlingen. Met deze verwachtingen sturen ze impliciet de prestaties van leerlingen. Als lage verwachtingen leiden tot onderprestatie, dan spreken we van het Golem-effect. Ook H. Richard Milner schrijft over verwachtingen die invloed hebben op het handelen van de docent en dus op de resultaten van studenten.
“Kansenblindheid ontstaat daar waar vooroordelen onbesproken blijven.”
– Mbo-docent
Reflecteren op je invloed als docent geeft ruimte voor het tegenovergestelde van stigma’s en stereotypen: een student zien, horen en begrijpen voor wie hij/zij is. Reflecteren op je invloed als docent geeft ruimte voor het tegenovergestelde van stigma’s en stereotypen: een student zien, horen en begrijpen voor wie hij/zij is. Hilda Amsing, hoofddocent onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in kansengelijkheid bevestigt dit++Hilda AmsingLees hier het hele artikel ‘De kansen zijn nog altijd ongelijk in het onderwijs, maar langzaam verandert er iets’ dat in april 2019 verscheen in Trouw.:
“Door (onbewuste) vooroordelen bij docenten is de kansenongelijkheid in het Nederlandse onderwijs nog altijd hoog, maar langzaam verandert er iets, . De laatste tijd is er veel bewustwording over dit probleem door de vele berichten in de media.”
Stap 2: zie en hoor de student
Bovenstaande sluit aan op de ervaringen van de studenten die deelnamen aan Kansrijk MBO. Ze voelen zich op het mbo onvoldoende gezien, gehoord en begrepen als persoon.Studenten voelen zich op het mbo onvoldoende gezien, gehoord en begrepen als persoon. Elke student neemt een eigen verhaal mee naar school, maar daar is weinig aandacht voor. Daardoor hebben studenten niet altijd de hulp gekregen die ze nodig hadden. De deelnemers van de bootcamp bevestigen een gebrek aan kennis en vaardigheden bij docenten om de studenten werkelijk te zien, te horen en een oprecht gesprek te voeren zonder vooroordelen.
Juist de momenten dat het wel lukt om de studenten echt te zien, zijn betekenisvol. Vrijwel alle deelnemers zijn zich bewust van de impact van die ene docent of andere professional die wel keek, luisterde en meedacht. Zulke momenten maken het verschil in een (school)carrière:
“ trots en voldaan . die ene leerplichtambtenaar, die ene vriend en die ene manager bij mijn werkplek die mij zagen, voelden en hoorden en met mij gingen kijken naar mijn kansen.”
– Mbo-student
Het zijn relaties en interacties tussen studenten en docenten waardoor studenten soms een nieuwe stap durven te zetten, een opleiding wel of niet afmaken of stage gaan lopen op die ene uitdagende plek. De positieve aandacht voor het individu maakt het mogelijk om kansen te zien en te grijpen.Positieve aandacht voor het individu maakt het mogelijk om kansen te zien en te grijpen. Dit geldt ook voor het contact tussen studenten onderling: volgens de deelnemende studenten maken mbo-studenten onvoldoende kennis met elkaar op basis van persoonlijke verhalen. Intensiever contact tussen studenten van een klas, jaar of opleiding zorgt ervoor dat studenten elkaar beter kennen. Dat zorgt weer voor een veiliger gevoel, een teamgevoel en dat voorkomt dat studenten zich alleen of verloren voelen.
Stap 0: meer tijd voor kansengelijkheid
In het rapport van het actieonderzoek noemen we zeven aanknopingspunten voor meer kansengelijkheid. We schrijven onder andere dat studenten gezien, gehoord en begrepen moeten worden; dat het daarvoor belangrijk is om een relatie op te bouwen tussen studenten en docenten; dat de kwaliteit van docenten omhoog moet; dat er gebouwd moet worden aan een professionele cultuurKlinkt schitterend: zelfreflectieve docenten. Maar, zoals ik wel vaker hoor in onderwijsland, is er een gebrek aan tijd. in docententeams en dat onderwijsprofessionals zich bewust moeten zijn van ongelijke kansen.
Dat klinkt schitterend: zelfreflectieve docenten die hun aannames onder de loep nemen, de interactie aangaan met studenten en hen faciliteren in de ontwikkeling die bij hen past. Toch? Maar, zoals ik wel vaker hoor in onderwijsland++Geen tijdLeraren krijgen te weinig tijd en middelen voor ontwikkeling en vernieuwing in het onderwijs. Zie ‘fenomeen 2’ in mijn opiniestuk ‘Het onderwijs moet in gezinstherapie’., is er een gebrek aan tijd. Voor een docent met een bomvolle agenda en een klas met dertig studenten is het vrijwel onmogelijk om de individuele verhalen van de studenten te kennen en ernaar te handelen.++DiversiteitDit wordt bevestigd in het artikel van ScienceGuide ‘Diversiteit begint met tijd’.
Dus voordat docenten aan hun bewustzijn kunnen werken en een warme band kunnen opbouwen met studenten, moeten ze eerst een fundamentele stap kunnen zetten: tijd vrijmaken. Ik roep mbo-instellingen op om niet te wachten op beleidskaders of nieuwe wetten vanuit de overheid. Wil je zelf met docenten en/of studenten onderzoeken hoe je kansengelijkheid kunt vergroten? Neem dan contact met mij op via sr@kl.nl.