-
Heb je nog geen vragen, maar wel interesse in Onderwijs en jeugd?
Samen vernieuwen.
Verhalen van leraren
Er is maar één groep mensen die weet wat het betekent om leraar te zijn: leraren zelf. Met het Beroepsbeeld Leraar++Beroepsbeeld LeraarDe gezamenlijke lerarenorganisaties (AOb, CNV Onderwijs, FvOv, BVMBO en PVVVO) hebben Kennisland gevraagd om tot een beroepsbeeld van de leraar te komen. Lees meer en bekijk de website van Beroepsbeeld Leraar.
bouwen leraren aan hun beeld van het beroep. Wat betekent het om leraar te zijn, en wat niet?
“Het meest bijzondere dat ik heb meegemaakt, is dat ik genoeg vertrouwen bij leerlingen heb kunnen verdienen dat ze mij toelieten en hun verhalen met mij wilden delen. Zo heb ik een jongen van 16 door een moeilijke periode kunnen helpen tijdens de scheiding van zijn ouders. Een andere jongen is het onderwijs ingegaan omdat hij het mooi vond hoe ik klaarstond voor mijn leerlingen en dat ook voor anderen wilde doen. Mooier dan dit kan mijn baan niet worden.”
De verhalen zelf vormen nog niet het beroepsbeeld, maar geven wel zeer waardevolle inzichten over het beroep van leraar. Samen met leraren en docenten verkennen en duiden we de verhalen tijdens Beroepsbeeld Leraar on Tour. Tijdens de workshops zullen we dieper ingaan op opvallende thema’s uit het verhalend onderzoek, zoals:
Wat is de essentie van ons beroep? Wat zijn de belangrijkste verantwoordelijkheden en competenties van een leraar? Welke activiteiten of taken doen afbreuk aan de kwaliteit van onze rol als leraar?
Niet één keer over het onderwijs gesproken
We vroegen tijdens het verhalend onderzoek aan leraren om ons mee te nemen naar een moment waarin ze als leraar op hun best waren. Deze verhalen laten de verscheidenheid, de persoonlijke beleving en de verschillende facetten van het leraarschap op een bijzondere manier zien. Opvallend genoeg lag de nadruk in de meeste verhalen op de bijzondere relatie die docenten en leraren met hun leerlingen en studenten hebben.In de meeste gevallen lag de nadruk op de bijzondere relatie die docenten en leraren met hun leerlingen en studenten hebben. Het volgende verhaal illustreert dit treffend:
“Ik heb niet één verhaal. Waar het mij om gaat, waar ik elke werkdag voor naar school kom, is de begroeting die leerlingen mij geven als ze me tegenkomen in de gang. “Hoi mevrouw!” hoor ik met een hoog stemmetje. Ik weet precies wie het is. De kletspraatjes met leerlingen omdat ze het gevoel hebben dat ze dat bij mij kwijt kunnen. Omdat ik luister en oprecht geïnteresseerd ben in hun verhaal, hoe ‘koetjes en kalfjes’ ook. De leerling die de volgende dag met een geknipte pony op school komt omdat ik de dag ervoor tegen haar zei dat dat haar heel leuk zou staan. De tranen bij een leerling wanneer ik haar een compliment geef, omdat ze geen complimenten gewend is. Het besef dat je het samen met je collega’s ergens voor doet. Niet voor het geld, maar voor het ondersteunen bij het proces waarbij de leerling de beste versie wordt van zichzelf. Het gekke is, nu ik dit schrijf – vanuit mijn hart, dat ik niet één keer over het onderwijs heb gesproken. Of over mijn lessen of de inhoud daarvan. Dat is niet wat mijn beroep bijzonder maakt. Alles wat ik daarvoor opnoemde, dát is wat mijn beroep bijzonder maakt.”
Verwachtingen versus praktijk
“Toen ik solliciteerde had ik (achteraf gezien) echt geen idee wat het vak docent inhield. Ik dacht vooral aan kennisoverdracht, maar het omgaan met de jongelui is veel leuker. Je moet wel leren om de verschuivingen te maken van overdracht van kennis naar omgaan met studenten. Die omgang met de studenten zorgt ervoor dat je nooit uitgeleerd raakt. Ieder mens is uniek, iedere student heeft zijn eigen handvatten. En die moet je als docent opzoeken. En tussendoor probeer je vakkennis over te brengen.”
Dit verhaal weerspiegelt wat we vaak in het verhalend onderzoek tegenkomen; veel leraren verwachtten oorspronkelijk dat hun aandacht vooral gericht zou zijn op het ontwikkelen en overdragen van kennis. In de praktijk gaat de aandacht veel meer uit naar het begeleiden van individuele en groepen leerlingen. Tijdens Beroepsbeeld Leraar on Tour gaan we met leraren in gesprek hierover. Is het beeld van de leraar wezenlijk anders dan de praktijk?Is het beeld van de leraar wezenlijk anders dan de praktijk?
Leraar zijn, teamwork?
“Mijn docentschap kwam tot bloei toen ik samen met een klein team een nieuwe mbo-opleiding mocht bedenken en uitvoeren. Dat werd destijds de opleiding Uniformberoepen. Ik kreeg zó ontzettend veel energie van de leuke reacties van studenten, hun ouders en hun oud-docenten. Die opleiding bleek een gat in de mbo-markt! Opmerkingen als: “Meneer, door ons uniform word ik niet meer beoordeeld op mijn merkloze kleren” en ”wat doen jullie hier met mijn oud-student? Hij zegt opeens ‘meneer’ tegen mij en geeft me een hand!” En “Ik weet niet wat er op school allemaal gebeurt maar mijn zoon gaat donderdagavond niet meer stappen, maar ligt languit bij ons op de bank”. Daar doe je het voor, als docent!”
Het verhaal hierboven is een mooi voorbeeld van teamwork in het mbo. Toch benadrukken veel van de opgehaalde verhalen vooral de individuele kant van het leraarschapVeel van de opgehaalde verhalen benadrukken de individuele kant van het leraarschap., waarbij de persoonlijke rol van de leraar meer opvalt dan de collectieve. De leraar staat vaak alleen voor de klas, en daar ligt de kern van het vak. Met Beroepsbeeld Leraar on Tour gaan we in gesprek over waar en wanneer samenwerken essentieel is voor een leraar.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen.