-
Heb je nog geen vragen, maar wel interesse in dit onderwerp?
Samen vernieuwen.
Bureaucratische regelgeving en besluiteloosheid bij het kabinet belemmeren de ontwikkeling van windmolenparken op de Noordzee. Door ellenlange vergunningsprocedures duurt het tien jaar voordat windparken op zee in bedrijf worden genomen. Deze kabinetsperiode komt er geen enkele offshore windmolen meer bij. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd onderzoek van de Kafkabrigade, die in opdracht van Stichting Natuur en Milieu een analyse heeft gemaakt van de knelpunten voor de aanvraag van windmolenparken op zee. Mirjam de Rijk, directeur Stichting Natuur en Milieu: “Als het roer niet drastisch om gaat, zal het kabinetsstreven om in 2020 6000 megawatt (MW) vermogen te verkrijgen uit windenergie op zee niet gehaald worden.
Maar liefst zeven ministeries zijn betrokken bij de verlening van een bouwvergunning. Dit heeft geleidt tot een stammenstrijd tussen ministeries die nog eens wordt versterkt door de tegenlobby van gevestigde belangen zoals scheepvaart, visserij, olie- en gaswinning en defensie. Tijdens deze kabinetsperiode zullen nog twee windparken met een vermogen van 450 MW worden aanbesteed. De Kafkabrigade concludeert dat door de trage procedures deze pas op z’n vroegst in 2014 gereed zullen zijn. Met dan nog maar zes jaar te gaan moet vanaf dat moment nog bijna 90 procent van het gewenste vermogen van 6000 MW worden gebouwd. Volgens Natuur en Milieu kan het doel van 6000 MW alleen worden gehaald als deze kabinetsperiode veel meer dan 450 MW offshore windvermogen wordt aanbesteed.
Ook het Energierapport dat het kabinet in juni presenteerde doorbreekt de impasse niet. De plannen en voornemens hierin zijn op zichzelf goed, maar de overheid blijkt onbetrouwbaar. De vorige drie Energierapporten spraken al soortgelijke ambities uit. Het Energierapport uit 1999 had al de ambitie om bestuurlijk-juridische belemmeringen voor de aanleg van grote offshore-windparken op te heffen zodat 6000 MW vermogen kon worden aangelegd. 10 jaar na publicatie van het Energie-rapport van 1999 zijn de belemmeringen nog steeds torenhoog.
Bovendien wijst nadere bestudering van het Energierapport 2008 uit dat er geen harde uitspraak, feitelijke maatregel, duidelijke deadline of helder besluit in staat. Waar eerst nog sprake was van een doelstelling van 6000 MW wind op de Noordzee gaat het nu om een streefgetal. Die is bovendien afhankelijk van een aantal punten waar het kabinet geen committment voor uitspreekt en er wordt geen geld voor vrijgemaakt. En pas in 2010 worden de gebieden voor wind definitief aangewezen.
Om de impasse te doorbreken pleit Natuur en Milieu ervoor om een aanlegbesluit te nemen zoals ook bij andere grote infrastructurele projecten wordt genomen. En net als er 80 miljard wordt gereserveerd voor de bouw van wegen tot 2020, dient het kabinet ook het noodzakelijke geld voor offshore wind tot 2020 te reserveren.
(tekst overgenomen uit persbericht Stichting Natuur en Milieu)
Lobke van der Meulen is een van de auteurs van deze publicatie. Zij is nu executive director van de Kafkabrigade.