Nederland krimpt. Scholen gaan dicht. Da’s even wennen.
RTLNieuws publiceerde afgelopen weekend een interactieve krimpbarometer waarop is te zien wat “er dreigt te gebeuren, als gemeenten geen maatregelen nemen om de pijn van krimp te verzachten.” Die pijn komt onder meer tot uitdrukking in sluiting van scholen. Dat wordt wel even wennen.
RTLNieuws publiceerde afgelopen weekend een interactieve krimpbarometer op haar website. Op een klikbare kaart van Nederland is te zien wat, in de woorden van de verantwoordelijke onderzoekers van DHV, “er dreigt te gebeuren, als gemeenten geen maatregelen nemen om de pijn van krimp te verzachten.” Die pijn komt onder meer tot uitdrukking in sluiting van scholen. Dat wordt wel even wennen.
De krimpbarometer laat zien dat er verspreid over heel Nederland over 15 jaar 703 basisscholen minder (nodig) zijn dan nu. In zeventig regio’s sluiten tot 2025 734 scholen de deuren. Slechts in vijf regio’s neemt het aantal basisschoolleerlingen nog zoveel toe dat er scholen bijgebouwd moeten worden. Almere gaat met 12 nieuwe scholen aan kop, gevolgd door het Westland (+10), Amsterdam e.o. (+7), Lelystad (+1) en Tilburg/Waalwijk (+1). DHV kan er een schooltje of wat naast zitten met haar prognose, maar het algemene beeld is helder: in heel Nederland krijgen we te maken met bevolkingskrimp.
Maar is dat erg?
De krimpbarometer spreekt over schoolsluiting als een pijnpunt. Ik kan me best voorstellen dat dat voor sommige mensen ook zo voelt. Het zal je werkplek maar zijn die daar wordt opgeheven. (Hoewel. Het lerarenkorps is dusdanig vergrijsd dat zelfs – of misschien juist – krimpende scholen nog met personeelstekorten te kampen hebben of krijgen.) Toch zullen de 734 scholen die overbodig worden voor het grootste deel van de Nederlandse bevolking helemaal geen pijnpunt zijn. Er zijn immers veel minder leerlingen, en er is dus ook geen behoefte meer aan die scholen. In de meer stedelijke gebieden is er altijd nog wel een andere basisschool op fietsafstand.
Scholensluiting wordt pas een probleem als voor gezinnen de afstand tot de dichtstbijzijnde nog wel open school te groot wordt. En dan kan de door DHV opgemerkte verslechterde toegang tot openbaar vervoer nog eens extra zout in de wonde strooien. Waarschijnlijk is het aantal gezinnen dat daar daadwerkelijk last van krijgt echter beperkt. In elk geval zijn er grote delen van Nederland waar mensen er helemaal niets van gaan merken. In de Kenniseconomie Monitor 2010 maken we het argument dat schoolsluiting in Nederland vooral in de regio’s langs de landsgrenzen wel eens een probleem kan worden. Bepaalde landelijke gebieden zitten ook in de gevarenzone.
Waar de problemen serieus worden, moeten ze ook serieus genomen worden. Niet alleen omwille van de daar wonende ouders, maar ook omdat toegang tot primair onderwijs van cruciale betekenis is voor de Nederlandse samenleving en economie. De instinctieve reactie bij veel beleidsmakers en politici is om scholen zo lang mogelijk open te houden. Niets op tegen. Het is echter de vraag of het koste wat kost openhouden van scholen altijd een goede oplossing is. Onderwijs moet immers zowel toegankelijk als goed zijn. Kwaliteit van onderwijs mag daarom niet uit het oog worden verloren bij de zoektocht naar strategieën om met krimp in het onderwijs om te gaan. Dat punt mist nu (nog) te vaak in de beleidsstukken. Dat is jammer, want de krimpregio’s bieden op dat terrein juist volop kansen voor innovatie.