LinkedIn heeft het de afgelopen jaren mogelijk gemaakt om makkelijker, sneller en efficiënter zakelijke contacten te leggen en relaties te onderhouden. De netwerksite verbindt werkgevers met werknemers, bedrijven met klanten en ambtenaren met burgers. Niet alleen individuen, maar ook bedrijven en publieke organisaties kunnen volop gebruikmaken van de mogelijkheid om profielen aan te maken, contacten aan zich te binden en discussiegroepen te beginnen. Toch vraag ik me dikwijls af of we er wel alles uit halen. Is het niet zo dat we veel slimmer gebruik kunnen maken van de mogelijkheden en kansen die LinkedIn ons biedt?
Oppervlakkigheid
Wat we veelvuldig op LinkedIn doen is het oppoetsen van ons eigen profiel: het uitbouwen van het aantal (aansprekende) contacten en het etaleren van de eigen interesses en bezigheden in een gelikt cv. En omdat we op zoek zijn naar een baan, of juist een nieuwe werknemer, hebben we daar ook baat bij. Maar verder leidt deze op onszelf georiënteerde houding nauwelijks tot meer inhoudelijke activiteit. We melden ons wel aan, maar nemen weinig deel aan discussies. Soms ‘consumeren’ we de conversaties die moderators en een handjevol fanatiekelingen met moeite op gang krijgen en daar blijft het bij. Herkenbaar voor sommigen is de constatering dat groepen waar we zogenaamd deel van uitmaken doelloos onderin ons profiel bungelen.
Wildgroei
Wat opvalt is dat we in die groepen waar wel gediscussieerd wordt vaak overspoeld worden met non-discussies. Zo kan ik me dikwijls ergeren aan de waterval van ongefundeerde meningen, workshopaankondigingen en andere commerciële uitingen. Dit komt de inhoud van discussies en veel groepen niet ten goede. Een verademing is dan ook die keer dat iemand met een open vraag komt. Hij of zij geeft te kennen behoefte te hebben aan kennis van een ander en wil daar iets mee doen. Het is niet zo verbazingwekkend dat het juist deze open vragen zijn die uitmonden in constructieve, vernieuwende en op actie gerichte conversaties.
Geen afstemming
Het gebrek aan afstemming tussen groepen die zich richten op ongeveer dezelfde doelgroep, regio of thema’s is stuitend. Te vaak vinden we bij verschillende groepen dezelfde mensen en een eindeloze herhaling van dezelfde discussies. Zou een betere afstemming tussen deze groepen en hun moderatoren niet leiden tot een meer uiteenlopend discussieaanbod, in onderscheidende groepen met een afwijkend en verfrissend ledenbestand?
Weinig kruisbestuiving
De LinkedIngroep is een plek waar we relatief eenvoudig in discussie kunnen gaan met iemand met een totaal andere achtergrond of functie. Deze vorm van kruisbestuiving met mensen van verschillende organisaties en expertises kan aanzet geven tot nieuwe vraagstukken, visies en misschien zelfs vernieuwende oplossingen. Helaas doen we dit maar weinig. Vaker spelen we op safe en sluiten we ons aan bij groepen en onderwerpen dichter bij huis. Op deze manier doen we niet alleen weinig mee aan discussies, maar komen we nauwelijks in aanraking met echt nieuwe ideeën, andere ervaringen en onverwachtse invalshoeken.
Hoe dan wel?
Bovengenoemde paragrafen illustreren dat we kansen onbenut laten. Dikwijls vraag ik me af wat er zou gebeuren als we binnen dit netwerk – dat alleen al in Nederland bestaat uit meer dan 2,5 miljoen ondernemende professionals, managers en burgers – slimmer gebruik zouden maken van de faciliteiten die ons geboden worden? En hoe ziet dit zogenaamde ‘slimmer werken’ op LinkedIn er dan uit? Wat kunnen individuen en organisaties doen? Meerdere antwoorden lijken mij mogelijk, en ik wil daar zeker over meedenken. Ik hoor graag in welke richtingen en oplossingen anderen denken.
Discussieer mee over dit onderwerp in de LinkedIngroep van Slimmernetwerk.