Het kan je niet ontgaan zijn, vorige week was er een grote lerarendemonstratie. De directe aanleiding voor de demonstratie is de veertig uur extra verplichte lestijd (de 1040 urennorm) per jaar, en het verkorten van de vakantieperiode (van zes naar vijf weken). De meningen zijn verdeeld, in de media, de politiek en het publieke debat. Volgens sommigen is de 1040 urennorm enkel een aanleiding, leraren zijn het immers al langer zat dat er telkens weer nieuw onderwijsbeleid (inclusief bezuinigingen) vanuit Den Haag het land in wordt gepompt. En laten we niet vergeten dat de leraren ook te maken krijgen met de aangekondigde bezuinigingen op het passend onderwijs, wellicht een nieuwe aanleiding om de straat op te gaan.
Ongeacht of de bezuinigingen in het onderwijs en de reacties van de leraren daarop terecht zijn, kan gesteld worden dat we momenteel niet aan bezuinigingen ontkomen. Er is een economische crisis, en de kans bestaat dat er in 2012 onder Rutte nog tien miljard extra bezuinigd gaat worden. Kortom, we moeten het doen met minder – ook in het onderwijs.
Reden genoeg om op een slimme manier om te gaan met wat we al hebben, en op een innovatieve manier na te denken over hoe het beter kan.
Nog een crisis
In het onderwijs is er al een tijdje nog een andere ‘crisis’ aan de gang – het lerarentekort. Er komt minder aanbod (leraren die lesgeven) terwijl de vraag (aantal leerlingen) gelijk blijft. En daar komt die 1040-norm en andere maatregelen dan nog bovenop. Wat lijkt nu te gaan gebeuren: minder leraren moeten meer uren gaan draaien en meer leerlingen bedienen, omdat hun collega’s met pensioen gaan en de nieuwe generatie niet staat te trappelen om voor de klas te staan. Een oplossing is gewenst, want de werkdruk van leraren mag niet verhoogd worden. En de onderwijskwaliteit moet minstens hetzelfde blijven in de toekomst, het liefst nog verbeteren.
Slimmer werken
Er wordt in het kader van de InnovatieImpuls Onderwijs (IIO) sinds 2009 nagedacht over deze problematiek. En sinds januari 2011 zijn er vijf experimenten gestart met als opdracht: hoe kunnen we met minder leraren toch de werkdruk en onderwijskwaliteit gelijk houden? Een van de IIO-experimenten is E-klas & PAL-student. Docenten ontwikkelen samen een E-klas, een digitale module voor bijvoorbeeld scheikunde of NLT, waarmee leerlingen zelf aan de slag kunnen, zowel thuis als in de klas. Tijdens lesuren is de docent wel aanwezig, maar krijgt ondersteuning van een PAL-student (PAL= persoonlijk assistent leraar), die zowel inhoudelijke instructies kan geven (de student volgt een relevante universitaire opleiding) als kan nakijken en administratieve klussen kan doen. De leraar kan zich dan meer richten op de inhoud en ontwikkeling van het onderwijs.
In het onderwijs moeten we ons dus afvragen: hoe kan er ‘slimmer’ gewerkt worden? Door netwerken te vormen waarin van elkaar geleerd wordt. Door de expertise van leraren en andere professionals leidend te maken. Doordat organisaties flexibel omgaan met veranderingen en minder hiërarchisch opgebouwd zijn.
Slim bezuinigen, kan dat?
Het is natuurlijk niet zo dat ‘intelligent’ bezuinigen betekent dat er slimmer gewerkt zal worden, zoals Rutte suggereert. Dat gaat niet vanzelf. Of er nu geïnvesteerd wordt in vernieuwing, of bezuinigd wordt en ontevredenheid heerst, de onderwijskwaliteit verbetert niet vanzelf, dat laat ook het onlangs verschenen SCP-rapport ‘Waar voor ons belastinggeld?’ zien. De conclusies hiervan laten zien dat investeringen in het onderwijs de afgelopen jaren niet geleid hebben tot een stijging van de arbeidsproductiviteit of een verhoging van de onderwijskwaliteit. Dat geeft stof tot nadenken.
Bezuinigingen of geen bezuinigingen – er moet geïnvesteerd worden in slimmer onderwijs. Zoals bijvoorbeeld bij de IIO gebeurt, een project in opdracht van OCW, gestart in 2009. Deze regering lijkt echter niet bereid te investeren in slimme manieren van werken die op de langere termijn veel kunnen opleveren.
Maar ongeacht de keuzes van dit kabinet moeten we aan de slag om slimmer en innovatiever te werken in het onderwijs, waarbij de werkdruk verlaagd wordt en de onderwijskwaliteit verhoogd. Het betekent dat de bezuinigingen geen reden zijn om niet meer te investeren in en te werken aan onderwijsvernieuwing. Dit is niet het moment om de handdoek in de ring te gooien, maar juist om zelf (als professional, schoolbestuurder of andere betrokkene) innovatief en slim te zijn en te laten zien dan onderwijs géén economisch gedreven onderneming is!
Nora van der Linden