Het prangende vraagstuk van de samenleving: hoe krijgen burgers, patiënten, bewoners en professionals meer eigen regie? Het is een hot issue en een logisch gevolg van een zich ontwikkelende samenleving waar verhoudingen tussen overheid en burger, arts en patiënt, docent en leerling, verschuiven: een verschuiving in de verhouding tussen zogenoemde ‘beterweters’ en ‘minderweters’. Waarom is deze verschuiving paradoxaal? En waarom is hij zo lastig in de daadwerkelijke uitvoering?
Vernieuwing van onderop?
We hebben aan den lijve ondervonden dat de zegen niet van boven komt. Overheid, bestuurders, banken en goed betaalde specialisten laten steken vallen, kijk bijvoorbeeld naar de recente schandalen rondom Amarantis en InHolland. De top is het eens met deze constatering. Zo pleit Pieter Winsemius in het WRR rapport voor meer vertrouwen in ‘de burger’ en komt hij op voor een ‘doe-democratie”. Paul Schnabel is kritisch in het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau. Schnabel meent dat er meer verantwoordelijkheid bij de burger moet liggen, maar dan wel onder strenge regie van de overheid. De huidige trend laat zich dan ook omschrijven als ‘investeer in empowerment van onderop!
Ook zorginstellingen schuiven de verantwoordelijkheid voor (met name) langdurige zorg af op de patiënten zelf. De ene na de andere beleidsnotitie verschijnt met thema’s als zelfsturing van professionele teams, meer verantwoordelijkheid op lagere niveaus en sturen op autonomie. De wijkonderneming wordt door de overheid omarmt als een reële mogelijkheid om echt iets te doen aan een sociale en betere leefomgeving op lokaal niveau. De vernieuwing moet van onderop komen
Doe het lekker zelf
Vanuit het perspectief van de bestuurlijke bovenlaag blijft dit een lastig dilemma. Hoe kun je zelfsturing sturen? Hoe kun je zelforganisatie organiseren? Het blijkt een lastige kwestie om meerdere redenen. Ten eerste spreekt het woord ‘zelf’ voor zich. Het vraagt een intrinsieke drijfveer en een uitgesproken welbegrepen eigenbelang van de betrokkene(n). Deze is echter niet vanzelfsprekend aanwezig. Ten tweede blijkt deze beweging moeilijk van buitenaf of van bovenaf te regelen. Ook wordt de motivering om de verantwoordelijkheden naar onderen te verschuiven gemakkelijk begrepen als een poging om verantwoordelijkheden af te schuiven. Omdat er geen geld meer is, omdat we van mensen af moeten of omdat degenen aan de top het ook niet meer weten?
Een vierde reden is het feit dat een aantal zaken binnen traditionele instituten nog steeds niet goed en slim zijn georganiseerd. Met name overheden, grote onderwijsinstituten en zorginstellingen werken nog altijd in silo’s waar voornamelijk verticaal en vanuit een sterke hiërarchische logica wordt gestuurd. Er is daardoor nog weinig slimme samenwerking mogelijk in de horizontale lijn. Het lijkt erop dat we dit onvermogen verschuiven naar de verantwoordelijkheid van burgers, patiënten, cliënten en de professionals die in het primaire proces in de modder staan. Maar hier schuilt de grote paradox. De ‘ruimte’ om het te doen ontbreekt.
Oprechte motivatie mag niet ontbreken
Wat te doen met deze dilemma’s? Die vraag is alleen relevant als we werkelijk gemotiveerd zijn om de beweging naar verandering in gang te zetten. Want stel je voor dat we hier daadwerkelijk vraagstukken mee kunnen oplossen die op de ‘oude topdown’-manier nier op te lossen zijn. Stel dat we inderdaad mogen en kunnen verwachten dat mensen meer eigen regie kunnen pakken. Stel dat burgers, bewoners, professionals echt meer zelf willen en kunnen oplossen en aanpakken. Stel dat bestuurders, managers en professionals echt willen werken aan een meer zelforganiserende samenleving waar mensen hun verantwoordelijkheid pakken omdat ze de regie willen voeren over hun eigen leefwereld, ondernemerschap willen tonen en zich bewijzen als initiatiefrijke, creatieve en zelfstandige mensen. Stel je eens voor.
Dan zou je verwachten dat events die zich rond dit thema profileren inspelen op deze trend. Waarom blijven congressen, seminars en andere bijeenkomsten rondom dit thema dan toch zo stroperig? Waarom blijven gesprekken hangen in gelijkhebberij en wij/zij-getouwtrek? Het genereert alleszins geen echte energie en daadkracht. Het veranderproces blijft op deze manier eerder hangen in vage uitkomsten en gratuite beloftes die zich laten samenvatten in: meer loslaten, ruimte geven en vertrouwen opbouwen.
Nieuw mentaal model nodig
Mijns inziens komt deze onvruchtbare patstelling voort uit een oeroude manier van denken vanuit maatschappelijke posities. Mensen zijn sinds de uitvinding van de bureaucratie geen mensen meer, maar functionarissen. Dit was beslist nuttig en logisch in de tijd dat we door schaalvergroting een systeem moesten ontwikkelen om de organisaties en samenleving in stukjes, blokjes, rollen, taken en laagjes te organiseren. Het gevolg is dat we niet meer als gewone mensen kunnen kijken naar een vraagstuk dat voor ons ligt, maar alleen als specialist, vertegenwoordiger van een specifieke achterban, een ambtenaar, ouder, bestuurder, manager, directeur of burger.
Zelfsturing en zelforganisatie vragen daarom om een doorbraak in ons eigen mentale model. We kunnen beter niet van functionaris tot functionaris maar van mens tot mens in gesprek gaan en in actie te komen. Alleen dan worden er buitengewone oplossingen ontworpen voor vraagstukken die inderdaad niet meer van bovenaf kunnen en moeten worden opgelost.
Iselien Nabben