In zijn stuk ’Sociale innovatie: Nieuwe Babylonische spraakverwarring’ vraagt Martijn Arnoldus zich af of de missie van KL niet te vaag is. We beroepen ons op vage termen als ‘maatschappelijke vernieuwing’ en ‘sociale innovatie’, dit leidt tot een soft imago en een lastig te begrijpen missie van Kennisland. Deze Babylonische spraakverwarring hebben we aan onszelf te danken volgens Martijn. Om minder vaag, soft en zweverig te zijn zouden we ons meer moeten richten op vermarktbare producten en diensten, aldus Martijn. Feit is dat we in een complexe wereld leven. Zijn eenduidige boodschappen en verkoopbare producten dan het antwoord?
We leven nou eenmaal in Babylon
In de laatmoderne maatschappij waarin wij leven zijn vraagstukken letterlijk en figuurlijk grensoverschrijdend. Letterlijk omdat instituties bijvoorbeeld geïnternationaliseerd zijn en financiële markten niet meer van elkaar los te koppelen zijn. Letterlijk ook, omdat we te maken hebben met milieu- en gezondheidsproblematiek (klimaatverandering, virussen) die door landen en landenorganisaties gezamenlijk aangepakt moet worden om deze succesvol het hoofd te bieden. We leven bovendien in een figuurlijk grensoverschrijdende wereld, omdat samenlevingen multicultureler worden, verschillende vraagstukken inhoudelijk blijken samen te hangen en we ze alleen kunnen oplossen door interdisciplinair te werken. In zo’n complexe wereld van zogenoemde ongetemde problemen (of: wicked problems) vol cognitieve en normatieve onzekerheid, moeten simpele boodschappen gewantrouwd worden. Want als we één ding weten is het wel dat er geen eenduidige oplossingen zijn voor de financiële crisis, armoede, de opwarming van de aarde, mensenhandel en de oorlog in Syrië, om maar eens een paar zaken te noemen. En de ontwikkeling van technologische en wetenschappelijke kennis leidt juíst tot meer onzekerheden en ethische vraagstukken, en kan dus niet te gemakkelijk als oplossing gepresenteerd worden, zoals Martijn in zijn artikel doet.
Kennisland probeert in dit Babylon te werken aan maatschappelijke vraagstukken die op een andere, grensoverschrijdende manier aangepakt moeten worden, de complexiteit in acht nemende. Onder andere door alle belanghebbenden (met verschillende expertises en ervaringen) bij elkaar te zetten, lerende netwerken te bouwen, kennis te delen, vernieuwers te stimuleren en te faciliteren, interventies te ontwerpen en uit te voeren, te experimenteren en te innoveren. Kortom: door te denken en te doen. Het kan zijn dat KL soms veel woorden nodig heeft om uit te leggen wat de missie is, maar is dat vaag? Juist omdát die missie bestaat uit vier of vijf woorden (Kennisland maakt Nederland slimmer) roept hij vragen op. Wie slimmer maken? Waarom dan? En waar begin je mee?
Welke taal spreken wij?
Martijn geeft in zijn opiniestuk van deze maand al aan dat we niet te ontvankelijk moeten zijn voor de taal van de economie en het bijbehorende waardenstelsel. Het kan een valkuil zijn om sociale innovatie te definiëren in markttermen en altijd op zoek te gaan naar verdienmodellen. Zeker omdat het om maatschappelijke vraagstukken gaat die niet per se bij de markt thuishoren en andere waarden vertegenwoordigen die minstens zo belangrijk zijn. Daar ben ik het helemaal mee eens.
Als voorbeeld van actoren die een ander waardenstelsel vertegenwoordigen noemt hij de sociale ondernemingen ‘die met behulp van commerciële strategieën proberen om een sociaal doel te verwezenlijken’. Natuurlijk is het mooi dat er social enterprises zijn die economische waarden en sociale waarden op een mooie manier weten te verenigen en een maatschappelijk doel voor ogen hebben.
Maar moet een organisatie als KL niet veel meer op zoek naar de plekken waar maatschappelijke en normatieve waarden nog steeds in economische waarden worden uitgedrukt? Waar onderwijs in rendementen wordt gedefinieerd, waar burgerparticipatie te kostbaar wordt gevonden en waar concurrentie in de zorg als groot goed wordt gezien? Juist in die (semi)publieke instituties is het marktdenken tot in de haarvaten doorgedrongen en gaat elke handeling gepaard met een financiële afweging. Daar kunnen sociale ondernemers niet veel aan veranderen, en daar ligt wel een taak voor Kennisland. Ons Manifest zegt het zelf: ‘Juist het innovatiebeleid moet ingesleten systeemfouten trachten te doorbreken en ruimte bieden aan nieuwe modellen om zich te bewijzen.’ Ingesleten systeemfouten doorbreken – ga er maar aanstaan! Daar moeten wat dogma’s de deur uit en paradigma’s verschoven worden… Het is de overheid zelf die het anders moet gaan doen.
Laten we zeggen dat KL in Babylon meertalig zou moeten zijn – een verbindende functie kan hebben juist als mensen elkaar niet kunnen verstaan. Of, en dat is misschien nog wel belangrijker, dat we anderen moeten helpen een nieuwe taal te leren spreken. Als KL kan laten zien wat de urgentie is van maatschappelijke waarden en sociale innovatie, en wat dat oplevert voor de samenleving, dan is dat niet soft of vaag, maar gewoon een hele mooie missie. Niet omdat we resultaten of producten willen formuleren maar omdat we in een sociale en duurzame maatschappij willen leven,
Nora van der Linden