Na bijna vijf jaar werken in het veld van sociale innovatie en tientallen zo niet honderden initiatieven en activiteiten van dichtbij te hebben mogen observeren moet ik tot de conclusie komen dat sociale innovatie vooral hard werken is, door gewone mensen, in alledaagse omstandigheden. En daarin schuilt nu juist de grote potentie van sociale innovatie ten opzichte van het klassieke perspectief op innovatie: het democratiseert innovatie en maakt iedereen potentieel vernieuwer. Helaas creëert de sociale-innovatie-industrie zelf aan de lopende band conceptuele taal waarmee ze zichzelf vervreemdt van de rest van de wereld en zodoende haar eigen doel voorbijschiet.
Van ideeënsex tot kennisexpeditie
De taal rondom sociale innovatie doet vaak vermoeden dat we te maken hebben met een soort hedendaagse vorm van alchemie. Meer dan in welk veld dan ook is er een zeer productieve termenindustrie ontstaan die kennelijk het sexappeal van sociale innovatie moet vergroten: van ‘ideeënsex’ tot ‘innovatietoolbox’, van ‘kennisexpeditie’ tot ‘brainstormcafé’, van ‘organisatieactivisten’ en ‘human-centered-designers’ tot ‘doenkers’ (in plaats van denkers). Kortom, als we alle blogs, flyers en tweets mogen geloven wordt er aan de lopende band tijdens ‘outsidetheboxbrainstormdesignnetwerksessies’ gewerkt aan briljante innovatieve prototypes met sociale impact die het verstand van het gemiddelde inside-the-box-brein te boven gaan. Soms lijkt het wel of sociale innovatie alleen over het lanceren van nieuwe termen gaat.
Die terminologie heeft soms zeker een functie. Het kan aanstekelijk werken en als metafoor helpen met een andere bril naar de werkelijkheid te kijken. Zoals een ‘expeditie’ terecht impliceert dat je op zoek gaat naar de juiste weg terwijl je telkens anticipeert op de weerbarstige praktijk, ten opzichte van bijvoorbeeld het meer klassieke idee van een uitgewerkt ‘stappenplan’ dat onterecht suggereert dat je bij voorbaat weet hoe die praktijk er gaat uitzien.
Doos met gekleurde klei
Toch zouden de partijen die zich professioneel bezighouden met sociale innovatie en hopen dat sociale innovatie gemeengoed wordt in de samenleving er ook goed aan doen om zo nu en dan zuiver onder woorden proberen te brengen wat sociale innovatie eigenlijk is. Dat zou bijdragen aan de geloofwaardigheid van het veld. Sociale innovatie is immers geen magie, het is vooral gewoon hard werken door gewone mensen. Iets een ‘snelkookpansessie’ noemen en een doos met gekleurde klei neerzetten zorgt nog niet op magische wijze voor goede nieuwe oplossingen voor lastige uitdagingen (innovatie). In essentie komt sociale innovatie meestal neer op met elkaar praten over nieuwe oplossingen die acute problemen op zouden kunnen lossen, enkele concrete stappen benoemen en dingen doen in de praktijk. Al doende telkens bedenken wat er beter kan en welke middelen je daarvoor kunt inzetten. En vooral hoe je dat alles samen doet en dus op een constructieve manier vormgeeft aan dat samenwerken.
Vervreemding van de praktijk
Het punt is dat het eeuwig zonde is dat door de ingewikkelde, pretentieuze en soms bijna hysterische terminologie voorbijgegaan wordt aan de alledaagse praktijk van de meeste burgers en professionals. En veel meer dan bij de ‘klassieke innovatie-industrie’, bestaande uit bollebozen uit wetenschap en bedrijfsleven, is het juist die andere 90% waar het om gaat bij sociale innovatie. Vervreemden van die praktijk is het domste wat je als sociale innovator kunt doen. Innovatietypes, ik kijk daarbij ook kritisch naar mezelf en mijn collega’s, hebben al snel de neiging te vervallen in gebazel over ‘ideeënsex’ en ‘toolboxen‘ voor ‘sociale impact’. Terwijl leraren, politieagenten of de mensen van het buurthuis keihard moeten knokken om enkele relatief ‘onsexy’ praktische stappen te nemen die hun wereld aanzienlijk zou verbeteren. Ze daar met creatieve methodes en nieuwe perspectieven bij helpen is uitstekend en volgens mij het hoofddoel van sociale innovatie. Maar zeg dan gewoon dat je een leraar helpt om zijn moeilijk lerende kinderen beter te kunnen onderwijzen en niet dat je ‘door heftige ideeënsex tijdens een snelkookontwerppan de innovatiekracht van deze student-centered-education-interaction-designer (leraar) besmettelijk hebt gemaakt met behulp van een sociale innovatietoolboxkookboek.
Democratiseren van innovatie
De ware potentie van sociale innovatie ten opzichte van het klassieke model (wetenschap-bedrijfsleven-overheid) is het democratiseren van innovatie. Er kan een enorme slag in de ontwikkeling van de samenleving gemaakt worden als niet 10% voor de 90% bedenkt hoe de samenleving beter kan maar 10% en de 90% samenwerken aan permanente vernieuwing voor een betere samenleving. Dat er in alle segmenten van de samenleving een cultuur van innovatie ontstaat. Maar dan moet dat relatief kleine clubje dat sociale innovatie propageert geen vreemd eigen, geïsoleerd, elitair en uiteindelijk ongeloofwaardig taaltje ontwikkelen. Dan moet je als sociaal innovator vooral ‘sociaal’ blijven, dichtbij de alledaagse praktijk.
Kimon Moerbeek