Geef burger een stem in nieuwe wetenschapsagenda
Marlieke Kieboom Onderzoeksadviseur maatschappelijke innovatieHoe organiseren we maatschappelijk zeggenschap in de wetenschap?
“Het kabinet stelt met kennisinstellingen, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties een wetenschapsagenda op waar de toekomstige thema’s voor de wetenschap in staan.” Dat staat in de nieuwe plannen++Kabinets-plannen 2014Bekijk hier de plannen van het kabinet in een notendop. die op Prinsjesdag werden gepresenteerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het streven is lovenswaardig: meer maatschappelijk relevant onderzoek dat moet leiden tot meer bruikbare resultaten. Maar de uitwerking kan beter. Om tot echt maatschappelijk relevant onderzoek te komen moet de wetenschapsagenda ook meebepaald worden door een dwarsdoorsnede van de samenleving.Om tot echt maatschappelijk relevant onderzoek te komen moet de wetenschapsagenda ook meebepaald worden door een dwarsdoorsnede van de samenleving. Zo worden niet alleen de belangen van organisaties, maar ook de belangen van de samenleving als geheel beter vertegenwoordigd, en biedt onze wetenschapsagenda perspectief voor iedereen.
Kennis is nog steeds macht
Voor alle duidelijkheid, dit is geen betoog tegen wetenschap vrij van direct maatschappelijk nut. Dit is een pleidooi waarin ik laat zien dat kennis nog steeds macht is. Zeker, er is steeds meer aandacht voor open access++Kennis geen macht meerTrendwatchers van Frankwatching kondigden eerder het einde van ‘kennis is macht’ aan. en valorisatie van wetenschappelijke kennis. Maar de manier waarop kennis wordt geproduceerd staat onvoldoende op het vizier. Hier geldt: wie aan de kennisknoppen zit, mag eraan draaien. Zo bepaalt de wetenschapper welk probleem het meest interessant is voor een onderzoeksvoorstel. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) organiseert op haar beurt een selectieproces++Debat over selectieprocesEr is onlangs een debat ontstaan over het onderzoeksselectieproces van NWO: de manier waarop het proces is georganiseerd zou het financieren van innovatief, risicovol onderzoek tegenwerken, aldus hoogleraar Willem Trommel (VU). NWO gaat in haar reactie niet in op Trommels voornaamste punt., waarin mede-wetenschappers bepalen welke onderzoeksvoorstellen financiering krijgen. NWO heeft weer rekening te houden met budgetbepalingen vanuit bijvoorbeeld het Haagse topsectorenbeleid. Dit proces laat zien dat onze kennisproductie in belangrijke mate wordt bepaald door de maatschappelijke top. Voordat je politicus, wetenschapper of NWO-beleidsmedewerker bent, ben je waarschijnlijk nooit een asielzoeker in een AZC geweest, en ben je vast ook nog geen bejaarde in een verzorgingstehuis. Je positie bepaalt nog steeds in hoge mate met wie je samenwerkt, en welke vraagstukken je interesseren, volgens een recent onderzoek van econoom Gregory Clark. Ten tweede laat dit proces zien dat er in die hele kennisroute, van de keuze van een onderzoeksonderwerp tot aan een artikel in een academisch tijdschrift, geen burger en diens (be)leefwereld, aan te pas hoeft te komen. De burger is wellicht hoogstens vertegenwoordigd door een maatschappelijke organisatie, die altijd eigenbelang heeft om als instituut voort te bestaan.
Geen burger te bekennen
Nu lijkt in de bepaling van de toekomstige wetenschapsagenda hetzelfde aan de hand: geen burger te bekennen. De thema’s van de nationale wetenschapsagenda worden bepaald door organisaties die voor eigen parochie preken. We kunnen er daarom vrijwel zeker van zijn dat onzichtbare maatschappelijke problemen, en de mensen die hen signaleren of ervaren, niet worden vertaald in onze nationale wetenschapsagenda.Onzichtbare maatschappelijke problemen worden niet vertaald in nationale wetenschapsagenda.
Neem nou bijvoorbeeld het thema ouderenzorg. Onderzoeksgewijs staat dit thema vooral in het teken van de bezuinigingen want onze samenleving vergrijst in hoog tempo. Hoe ontwerpen we vervangende robots? Hoe richten we de verzorgingsstaat opnieuw in? Hoe verhoudt de Participatiewet zich tot de ‘genetwerkte oudere’? Maar als hetzelfde thema wordt benaderd vanuit de samenleving dan zouden andere vragen (bijv.: over emotionele armoede en eenzaamheid) worden gesteld, met als gevolg ander onderzoek, en andere uitkomsten. Dat liet ons experiment in Amsteldorp bijvoorbeeld duidelijk zien.
Hoe dan wel?
Ik hoor natuurlijk het tegenargument: de samenleving heeft toch niet die wijsheid om te weten wat relevant is? Ik vind dat geen reden om de samenleving dan maar niet te betrekken in onze wetenschappelijke kennisproductie. Door burgers een stem te geven over wat er in de ivoren toren++Wetenschap uit ivoren torenKNAW besprak dit thema in een drie-delige serie naar aanleiding van haar rapport ‘Vertrouwen in de wetenschap‘. Lees hier ook de oproep van het collectief Science in Transition om de wetenschap als systeem te veranderen. gebeurt, kunnen de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek relevanter of beter worden. Maar ook kan er meer eigenaarschap ontstaan over de geproduceerde kennis, of minder argwaan ten opzichte van experts. Bovendien zou het recht doen aan ons democratisch bestel: er wordt veel geld uitgegeven aan onderwijs en onderzoek, dus de samenleving zou ook mee kunnen beslissen over de bestemming van deze kostenposten. Maar hoe doen we dat, maatschappelijk zeggenschap in de wetenschap organiseren? Een wisselende volkstribune of een academische volksraad misschien? Dat zou spannend zijn. We kunnen ook denken aan betere ondersteuning en waardering van bijvoorbeeld wetenschappers met sterke maatschappelijke antennes en nieuwe ideeën om burgers te betrekken in academisch onderzoek, zoals bijvoorbeeld Christian Bröer (UvA) met zijn initiatief ‘crowdfindings++Crowded intelligenceChristian ontwerpt nieuwe tools en theorieën om zoals Wikipedia in de wetenschap gebruik te maken van ‘crowded intelligence’.’ (zie Parool, 20 sept.). Het radicale idee van Willem Schinkel (Erasmus Universiteit) om NWO te hervormen tot een organisatie voor de ‘maatschappelijke programmering van onderzoek’ verdient ook uitwerking. Zo komen we daadwerkelijk tot een relevante, toegankelijke en democratische wetenschappelijke onderzoeksagenda voor de toekomst.
Marlieke Kieboom
Dit opiniestuk verscheen op 26 september in het katern ‘Het Laatste Woord’ van het Parool (p22).