Update

KL Cocktail: De zin en onzin van social design in taaie vraagstukken

Bekijk de foto's

Op 31 januari stroomt Kennisland vol met mensen vanuit allerlei verschillende sectoren, van een verzekeringsagent en consultant, tot een kunstenaarscollectief en social designers. Wat zij allemaal met elkaar te maken hebben, wordt al snel duidelijk. Het is een speciale editie van de KL-Cocktail: de reünie van de Wicked Series (in samenwerking met Hivos). Samen bespraken we de volgende vraag: welke rol speelt social design in de aanpak van wicked problems? Wat kun je ermee, en wat kun je er helemaal niet mee? Met enkele sprekers en het publiek werd het een interessante discussie. Willemijn en Marlieke reflecteren hieronder op de avond. 

Waarom Social Design en Wicked problems?

We schreven al eerder over social design en wicked problems. De verkenning van het onderwerp begon voor Kennisland en Hivos in de Wicked Series. Daarna volgden opiniestukken en vergaarden we een boel inzichten tijdens twee eerdere cocktails (1,2). Om het leerproces en inzichten van de Wicked Series te laten zien, lanceerden we deze avond het filmpje ‘How to work with wicked problems?’, gemaakt door Hivos, Kennisland en Ideate.

Kennisland en Hivos hebben de ontwerpmethodes om met maatschappelijke problemen te werken doorontwikkeld in hun werkpraktijk. Het is daarom interessant om te horen wat andere organisaties in de praktijk leren over het werken met een methode als social design in het conceptuele kader van ‘wicked problems’. Hoe helpt de artistieke houding van ontwerpers en kunstenaars een taai vraagstuk verder?

Om deze vragen te beantwoorden, kijken we naar de sprekers van deze cocktail. Tabo Goudswaard en André Schaminée hebben zojuist het onderzoek 'Social Design For Wicked Problems' (SDFWP) afgerond. SDFWP is een initiatief van Het Nieuwe Instituut, Geen Kunst, Stichting DOEN en Tabo Goudswaard. Gedurende vier maanden hebben designteams met opdrachtgevers onderzocht wat de rol van social design kan zijn in drie taaie vraagstukken: economische crisis, obesitas en achterstandswijken. Samen met Géza Laqueur, een van de initiatiefnemers van de casestudy over ‘financieel bewustzijn’, vertellen ze open over hun belevenissen en inzichten van de afgelopen tijd.

Social design werkt kruisbestuivend

André is consultant bij organisatie- en adviesbureau Twynstra Gudde. André: “Het viel me gewoon op dat mensen uit de beeldende kunst- en ontwerphoek zich met dezelfde soort thematiek bezighouden als in mijn organisatie. Maar zij stellen echt andere vragen en maken totaal andere observaties. Dat werkt verfrissend.” Juist bij taaie vraagstukken is de eerste hindernis dan genomen: om verder te komen moeten mensen zich los kunnen trekken uit routines. Tabo, zelf social designer, onderstreept dit: “De functie van een kunstenaar is om op een neutrale wijze observaties bloot te leggen en daarmee nieuwe perspectieven te creëren.” Kunstenaars en ontwerpers kunnen makkelijker waardeoordelen en vooroordelen aan de kaak stellen, zonder daarbij per se een politieke agenda te hebben. Door hen te koppelen aan mensen die binnen organisaties werken, krijgt de werkcombinatie een bijzonder gevolg: er wordt gebruik gemaakt van elkaars expertise. Een soort kruisbestuiving waarin niet-ontwerpers creatiever worden, en creatievelingen bewuster worden van begrenzingen in de werkpraktijk. Om deze dynamiek beter te begrijpen, verhuizen we naar de hoge torens van de ING. 

Financiële bewusteloosheid

Géza werkt als business manager bij ING Verzekeringen. Hij wilde wat doen aan de economische crisis. Maar waar begin je dan in godsnaam in zo’n ingewikkeld probleem? Met een collega en een social design-team bestaande uit Rosé de Beer en Sjaak Langenberg ging hij aan de slag. Al snel kozen ze een oplossingsrichting: een beter financieel bewustzijn creëren. Te beginnen bij de eigen organisatie. De noodzaak van deze introspectie bleek hoog, want al snel komen ze tot de werktitel ‘financiële bewusteloosheid’. Een term die aangeeft hoe weinig écht over dit onderwerp wordt gesproken binnen de bestuursmuren van banken en verzekeringsmaatschappijen. In de interne discussie over hoe diensten en producten beter aan kunnen sluiten bij de doelen van de mensen blijft de financiële drijfveer vaak overheersen.

Tijdens de samenwerking met het social design-team, volgt de ene eyeopener na de andere. Niet alleen brachten de social designers een heel andere werkwijze met zich mee, waarin zij associatief en vanuit een netwerkgedachte onderzochten welke gesprekspartners interessant zouden kunnen zijn. Ook brachten zij een fundamentele discussie op gang: wat is de kerndrijfveer van een verzekeraar? De social designers brachten daarmee een gevoelig punt naar voren, omdat zij duidelijk maakten dat verzekeraars eigenlijk van het oorspronkelijke pad zijn afgeweken. De oorsprong van het idee van verzekeren ligt namelijk in solidariteit: door samen te sparen, spreid je risico’s. Op een of andere manier is dat idee in de loop der tijd vervaagd en ondergeschikt geworden aan de drijfveer om winst te maken.

Pessimisten en optimisten

Los van bovengenoemde confrontaties zijn er talloze ideeën ontstaan, zoals een relatiebureau opstarten en een Financial Awareness Day organiseren. De vraag is: wat gaat er nu echt gebeuren? Zullen de ideeën aankomen op de juiste plek, namelijk hoog in de bestuurlijke kringen van banken en verzekeringen? Of gaan we zometeen gewoon verder in een business as usual? De discussie die volgt, wordt gevoerd op het scherpst van de snede. Er komen twee duidelijke, maar verschillende perspectieven naar voren. Enerzijds het optimistische perspectief, waarin het alleen maar wordt toegejuicht dat er überhaupt iets gebeurt en iemand van binnenuit de verantwoordelijkheid op zich neemt om tenminste een discussie op gang te brengen. Anderzijds vormt zich ook een sceptisch geluid: kritiek op de daadwerkelijke impact van het social design-werk. Is het project niet een symbolische geste vanuit organisaties die de volgende dag gewoon doorgaan met wat ze altijd al deden?

Zo vraagt Sjoerd Louwaars (Centre for Innovation): “Is het niet naïef om te denken dat probleemhouders ook probleemoplossers kunnen zijn? Kan de benodigde innovatie wel ontstaan binnen de organisatie waar het probleem ligt?” Géza denkt dat hierin juist de dialoog moet worden aangegaan: “Gooi het open en maak het bespreekbaar! Dat moet je ook durven. Het klopt dat een grote organisatie niet heel wendbaar is, maar als er dan kleine stappen worden genomen, heeft het wel gelijk grote impact.” Toch blijkt het genereren van die impact lastig: “Het idee zelf is nog niet de helft van het werk, maar de rest is duwen en trekken om een klein beetje beweging in de organisatie te krijgen. Dat blijft gewoon krankzinnig veel werk.”

Met zijn slotopmerking geeft Walter Breukers (Kunstenaarscollectief Breukers&Godrie) de optimisten een duwtje in de rug: “Géza heeft met dit project al hartstikke veel bewerkstelligd, ook al is dat nog op kleine schaal. De kritiek en scherpte is misschien te verklaren door de hoge verwachtingen die jullie hebben? Er zijn toch gewoon flinke stappen gezet met dit initiatief?"

Meer weten?

  • Heb je nog geen vragen, maar wel interesse in dit onderwerp?

    Samen vernieuwen.

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.