Allard Pierson Lectures: Ashmolean Museum
Hoe kun je als universiteitsmuseum vernieuwen? Bijzondere Collecties van de UVA doet dit door op een nieuwe manier samen te werken met de universiteit.
Hoe kun je als universiteitsmuseum vernieuwen? Bijzondere Collecties van de UVA doet dit door op een nieuwe manier samen te werken met de universiteit. Het museum wordt net als een academisch ziekenhuis een proeftuin en leerschool voor studenten. Ze kunnen in een ‘lab’ in het museum werken aan vernieuwende projecten. Het eerste project is de Max Havelaar Academie. Vijf stagiairs werken vanuit verschillende studierichtingen in het ‘Erfgoedlab Max 2.0′, dat deel uitmaakt van de tentoonstelling 150 jaar Max Havelaar. Deze nieuwe manier van samenwerken vind ik een van de meest verrassende recente museuminitiatieven. Ik was dan ook zeer benieuwd naar de jaarlijkse Allard Pierson Lecture op 18 maart (Allard Pierson Museum is ook onderdeel van de UVA en deelt gebouw en staf met Bijzondere Collecties). Dr. Christopher Brown, directeur van het Ashmolean Museum was uitgenodigd om een lezing te geven over het verbouwingsproject van het Ashmolean.
‘To revamp the old lady’
Het Ashmolean Museum is het oudste Britse museum en verbonden aan de Universiteit van Oxford. Het museum opende in 1683 haar deuren en de collectie van Elias Ashmole vormde de basis voor het museum. Door alle donaties groeide het museum langzaam uit zijn voegen en in de loop der jaren kwamen er steeds meer gebouwen bij. Dit kwam de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van het museum niet ten goede. Tien jaar geleden werd daarom besloten om te gaan verbouwen: ‘To revamp the old lady’. In tien jaar tijd ontwikkelde Brown plannen voor de nieuwbouw en reisde hij over de hele wereld om fondsen te werven voor de verbouwing;. Brown: ‘I traveled the world with a tin cup’. De uiteindelijke verbouwing duurde drie jaar en uiteraard kon Brown het niet laten om een vergelijking te maken met de moeizame bouwprojecten van Nederlandse musea.
Verbinden van collecties
Het eindresultaat van de verbouwing is indrukwekkend, de strakke, moderne nieuwbouw past heel goed bij de oude traditionele bouwstijl. De manier waarop de collecties in het nieuwe gebouw tentoongesteld worden, vormde de grootste uitdaging voor Brown. Het Ashmolean heeft een grote diversiteit aan collecties, variërend van oudheidkundige objecten, Westerse schilderkunst, Oosterse religieuze kunst tot hedendaagse Chinese schilderkunst. Het museum stelde zich tot doel om al deze collecties met elkaar te verbinden, in tegenstelling tot een reguliere opstelling waarin collecties als het ware tegenover elkaar gezet worden. Het is volgens Brown veel spannender om de culturele verbindingen en interactie tussen de collecties zichtbaar te maken. Zo worden bijvoorbeeld op de Ancient world verdieping de Klassieken verbonden aan Boeddhistische kunstobjecten.
Publiek museum
Het museum is vanaf het begin een publiek museum geweest. De vele X’en in de museumboeken uit de beginperiode duiden op veel analfabete bezoekers. Ook de bezoekerspieken op de vaste marktdagen, als de boeren hun producten kwamen verkopen op de markt, laten zien dat het museum vanaf het begin af aan erin slaagde om een breed publiek te bereiken. Nog steeds gaan mensen massaal naar het museum. In het eerste jaar na de verbouwing worden er in totaal 1 miljoen bezoekers verwacht.
De lezing van Christopher Brown was heel inspirerend en ik kan niet wachten om naar Oxford te gaan om het museum met eigen ogen te bekijken. Maar wat ik nog miste, is de interactie met het publiek. Juist een museum met zoveel publieke belangstelling zou nog meer de dialoog en interactie met de bezoekers kunnen opzoeken. Ook online wordt er nog geen dialoog gezocht met bezoekers. Misschien hoopte ik stiekem ook wel op iets meer experiment en vernieuwing zoals dit bij Bijzondere Collecties gebeurt.
Na de lezing wipte ik nog even de Max Havelaar tentoonstelling binnen en daar bruiste het van het leven! Er was ruimte voor interactie, experiment en ik struikelde over jonge mensen die actief bezit namen van de tentoonstelling. Ook al duren de verbouwingen in Nederland wat langer dan in de UK, het experiment wordt hier niet geschuwd. En daardoor ontstaan er spannende nieuwe initiatieven die collecties tot leven brengen!