Brainport voor de een, struggle voor de ander
Thijs van Exel Adviseur zorgvernieuwing en sociale innovatieBurgemeester Van Gijzel gaat in zijn lofzang op Eindhoven voorbij aan de vraag wat de meest urgente problemen van de stad zijn. Hoe betrek je delen van de stad in de vernieuwingsgolf, die van nature minder betrokken zijn? Waarom kalibreer je je innovatieve kompas niet op Woensel-West in plaats van op Strijp-S?
Burgemeester van Eindhoven, Rob van Gijzel, onderstreept in de Volkskrant++Volkskrant‘Eindhoven leent zich voor experimenten’, in de Volkskrant van 1 juni. Ook te lezen op Blendle. dat Eindhoven een miskend talent blijft. Niet alleen ziet het Nederland van boven de rivieren niet dat “chipmachinefabrikant ASML ons land meer oplevert dan de hele containerhaven van Rotterdam”, ook strijken andere economische motoren meer staatssteun op. Dat zet Van Gijzel recht: “Eindhoven is een wonder van zichzelf vernieuwend vermogen waar de rest van het land een hoop van kan leren.” Ik denk dat Van Gijzel daarmee een te rooskleurig beeld schetst.
Hij zet Eindhoven neer als een toonbeeld van innovatie; als een wonder herrees de stad uit de as van de jaren ‘90, die achterbleef door een failliet DAF en een vertrekkend Philips. Maar de vraag die bij mij opkomt is: innovatie voor wie? Profiteren alle inwoners van Eindhoven evenveel van die innovatiekracht? Het antwoord is nee. Ook een slimme, innovatieve stad heeft immers te maken met een kloof tussen de problemen waar veel bewoners mee kampen en de oplossingen die een slimme stad ontwikkelt. Ook de slimste regio ter wereld (2011) staat voor de uitdaging deze kloof++KloofDit blijkt onder meer uit deze blogpost van Albert Jan Kruiter, die hij publiceerde op De Staat van Eindhoven. te overbruggen. Er is een duidelijk verschil tussen ‘smart’ en de rest. Tussen het vooruitstrevende Strijp-S en Woensel-West. Tussen ASML en Aldi.
Dat zijn natuurlijk simplificaties maar ze dienen een doel. Steden zijn vaak vol van zichzelf als het gaat om hun innoverend vermogen. Vol van de geldstroom en werkgelegenheid die dat oplevert. Maar ze gaan in die lofzang voorbij aan de vraag wat de meest urgente problemen zijn en waarvoor dus oplossingen gevonden moeten worden. Hoe betrek je delen van de stad in de vernieuwingsgolf, die van nature minder betrokken zijn? Waarom kalibreer je je innovatieve kompas niet op Woensel-West in plaats van op Strijp-S? Laten we ons realiseren dat wat een Brainport is voor de een, ook een struggle is voor veel anderen.
Van Gijzel ziet een belangrijke rol voor de overheid in het ondersteunen en ruimte geven aan stedelijke vernieuwing. Dat ben ik met hem eens – maar daarbij vind ik dat die overheid zich juist moet bekommeren om het dichten van de kloof tussen de haves en de have nots. Waarbij de laatste groep de eerste is die je richting zou moeten geven voor innovatie.