Opinie

De man van steen

Tijdens Out of Office #14 'MOOCs: voorbij de hype' spraken we over de digitalisering van het onderwijs. Socioloog Bart van Heerikhuizen, ruim 40 jaar docent aan de UvA en spreker tijdens deze Out of Office, besloot vlak voor zijn pensioen in 2013 zijn enthousiasme voor zijn vak te vereeuwigen in een MOOC. De MOOC groeide uit tot een groot succes, wat hem voor de vraag stelde: is de ouderwetse universiteit rijp voor het pensioen?

Veel mensen kennen er wel één. Een man of vrouw die voor de klas het verschil maakte. Die zag hoe je werkelijk was. Of die met zoveel enthousiasme en beleving vertellen kon, dat jij later natuurkunde, geschiedenis, Nederlands of iets anders bent gaan studeren. De invloed van een goede docent op een mensenleven, is haast niet te overzien. “Goed onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de leraren voor de klas”, zo concludeert ook het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, “Hun vakkennis en pedagogisch-didactische kwaliteiten maken dat leerlingen zich uitgedaagd voelen om het beste uit zichzelf te halen.”

Die ene docent was voor mij++Dennis van den BergDennis studeerde sociologie aan de UvA en heeft voor hij bij KL aan de slag ging ruim zeven jaar lesgegeven aan de HvA. Onder andere door inspirerende docenten is zijn grote liefde voor het onderwijs en leren ontstaan. Bart van Heerikhuizen. Hij bracht in zijn colleges lang overleden sociologische denkers tot leven. In mijn studiejaren koesterde ik zijn verhalen. Gezeten in die ongemakkelijke academische klapstoelen, voelde ik mij onderdeel van iets groters, onderdeel van een eeuwenoude lijn van denkers, langzaam maar zeker op de schouders van giganten klimmend++Op schouders van reuzenIsaac Newton populariseerde deze zegswijze in 1675 door zijn wetenschappelijke vorderingen deels op te dragen aan het werk van zijn voorgangers: “If I have seen further it is by standing on ye shoulders of Giants”.. De hoorcolleges van Van Heerikhuizen waren voor mij het bewijs dat de universiteit een onvervangbaar instituut is.

Daarom, toen ik in 2008 voor het eerst over Massive Open Online Courses (MOOCs) hoorde, leken me die geen lang leven beschoren. Een MOOC zou toch nooit de betovering kunnen benaderen die ik daar in de studiezalen vol nadenkende hoofden en notulerende handen ervaarde. Want wat is een MOOC meer dan een slap aftreksel van het echte hoorcollege, zoals ook video-opname nooit de zindering van het live-concert kan benaderen?

Acht jaar later – ik gaf zelf inmiddels les – las ik echter het volgende bericht: Sociologie-MOOC UvA in top-10 meest gewaardeerde Coursera-cursussen. Van Heerikhuizen bleek op video even enthousiast als in het echt. De zindering van de zaal bleek niet nodig om tienduizenden mensen de beginselen van de sociologie bij te brengen. Ik voelde in eerste instantie dan ook geen trots, maar verraad! De betovering bleek een truc, die ook vanuit het comfort van het eigen huis genoten kan worden.

Inmiddels zijn de MOOCs voorbij de hype en doet technologie++DigitaliseringDe Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten heeft de digitalisering hoog op de agenda gezet. Recentelijk kwam de vereniging met een digitaliseringsagenda van het universitair onderwijs. op allerlei wijze haar intrede in het onderwijs. Van Heerikhuizen is met pensioen en door alle technologisering in het onderwijs dient zich de vraag aan: is de aloude universiteit rijp voor dat pensioenVan Heerikhuizen bleek op video even enthousiast als in het echt. De zindering van de zaal bleek niet nodig om tienduizenden mensen de beginselen van de sociologie bij te brengen.?

Tijdens de Out of Office #14 ‘MOOCs: voorbij de hype’++Out of Office #14Lees hier het verslag van deze Out of Office. over de digitalisering van het onderwijs kwam Van Heerikhuizen langs en vertelde daar zijn kant van het verhaal. Die bijdrage is hieronder in iets aangepaste versie terug te lezen.

Van collegezaal naar MOOC

In mei 2013 ging ik met pensioen. Ik had toen veertig jaar als socioloog gewerkt bij de Universiteit van Amsterdam. Ik gaf veel hoorcolleges voor grote zalen en ik deed dat werk altijd met plezier. Ik wilde in mei 2013 nog helemaal niet weg gaan, maar in Nederland word je op staande voet ontslagen als je een bepaalde leeftijd bereikt en in 2013 was dat nog de leeftijd van 65 jaar.

Een paar maanden later, najaar 2013, werd ik door de Universiteit van Amsterdam uitgenodigd om een Massive Open Online Course te ontwikkelen over de klassieke sociologische theorieën: de theorieën van Adam Smith, Comte, Tocqueville, Marx, Weber en Durkheim. Ik aarzelde oprecht, want ik had in de laatste jaren van mijn werk aan de UvA nogal gefulmineerd tegen de McDonaldisering++McDonaldiseringDie boodschap is ook bij Dennis van den Berg blijven hangen. Die schreef daar in 2017 het volgende opiniestuk over.
van de universiteit. In mijn afscheidscollege had ik waarschuwende woorden gesproken over de al te ver doorgeschoten digitalisering van het academisch onderwijs. En zo’n MOOC was misschien wel een gevaarlijke stap op die weg naar de verontmenselijking van het onderwijs. Toch zei ik uiteindelijk ja. Ik begreep dat ik voor dit project uit mijn comfortzone zou worden gerukt en dat leek me goed in deze levensfase waarin ik vreesde een ingedutte pensionado te zullen worden.

In april 2014 begonnen wij, een vierpersoons team van de Universiteit van Amsterdam met de proefopnames. Na allerlei experimentenOnze apparatuur was heel professioneel, maar de amateuristische teleprompter hing met plakband boven de lens van de camera en viel er soms af. besloten we dat we iets zouden doen dat op dat moment absoluut niet in de mode was: ik zou alle afleveringen van de MOOC presenteren als talking head, een meneer die in een studio, recht in de camera kijkend, de theorieën uitlegt. De kenners zeiden dat we vreselijk ouderwets waren, maar we hadden inmiddels een heleboel MOOC’s gezien die we veel te oppervlakkig vonden en die vol flauwe gimmicks zaten en onze aanpak was een reactie daarop: back to basics. Achteraf voegden we wel wat foto’s, tekeningen en kernwoorden toe, maar je ziet in deze MOOC toch voornamelijk een man die tegen een camera zit te praten. En het moest natuurlijk in het Engels. Ik kwam erachter dat dit me in het Engels++Engels in de collegezalenOok over het Engels in de Nederlandse collegezalen zijn niet alle studenten tevreden. Uit de Keuzegids Universiteiten bleek dat de studenten behoorlijk vaak naar ‘stonecoal English’ luisteren. alleen lukte als ik niet probeerde te improviseren, maar mijn teksten woord voor woord uitschreef in een stijl die de indruk wekt dat ik het allemaal ter plekke bedenk. Die tekst zetten we op een iPad in een app die de woorden scrolde en dan las ik die zelfgemaakte teksten voor. Onze apparatuur was verder heel professioneel, maar deze amateuristische teleprompter hing met plakband boven de lens van de camera en viel er soms af. In mei 2014 was ik wanhopig; het werd niks. Ik miste de zaal met de gezichten van de studenten van wie ik aan de gelaatsuitdrukkingen kon zien of wat ik zei overkwam of niet. Die fase van wanhoop heeft een paar maanden geduurd. Thuis in mijn studeerkamer nam ik eindeloos mezelf op, keek op het computerscherm naar het resultaat, zag dat het niet goed was en begon opnieuw, maand in maand uit. Toch denk ik achteraf dat ik juist toen veel heb geleerd.

In september 2014 begonnen we serieus op te nemen en eind december 2014 stond de hele MOOC als een nog onbewerkte monoloog op een geheugenkaartje. Ik was over het resultaat zo ontevreden dat ik er zelf nauwelijks naar durfde te kijken. Eigenlijk kan ik het nog steeds niet goed aanzien. Ik spreek een raar soort ‘Euro-Engels’, ik kijk in die camera als een konijn in de schijnwerpers van een aanstormende auto. Ik kon me niet voorstellen dat iemand dit interessant zou kunnen vinden. Daarna werd ik ernstig ziek, ik onderging een zeer zware operatie en het hele project is toen afgemaakt door de drie andere mensen die zorgden voor de slicke vormgeving, de grafische hoogstandjes, de nette afwerking. In augustus 2015 werd de MOOC feestelijk gelanceerd en daar kon ik niet bij zijn, want ik was toen net begonnen aan een chemotherapie.

Toen ik in september 2015 hoorde dat de eerste honderd kijkers geregistreerd waren, zei ik tegen regisseur Rik Jager: ‘Rik, jongen, onze eer is gered’. Maar daarna bleven de aantallen groeien en op dit moment zijn er 50.000 bezoekers van de site, terwijl het aantal enrolled students nu ligt op iets meer dan 25.000. De meesten wonen in de Verenigde Staten, gevolgd door India, Brazilië, Engeland, Nederland, China en Mexico. Ze bestaan echt, die studenten, want ze sturen ratings, reviews, verhalen en e-mails. 745 studenten hebben een rating gegeven en ik sta op dit moment op 4,8 sterren op een schaal van vijf. Soms is er een student uit Moskou of uit Saint Martin in Amsterdam. Die wil dan koffie met me drinken en dingen over de stof aan me vragen. Dan gedraagt zo’n student zich in Grand Café Luxembourg soms zo opgewonden dat de obers denken dat ik een internationaal befaamde filmster moet zijn.Soms is er een student uit Moskou in Amsterdam, die wil dan dingen over de stof aan me vragen en dan gedraagt zo’n student zich in Grand Café Luxembourg soms zo opgewonden dat de obers denken dat ik een internationaal befaamde filmster moet zijn.

Digitalisering als aanvulling

Eigenlijk weet ik nog steeds niet wat ik hier nu allemaal van moet vinden, maar ik geef vijf overwegingen die misschien kunnen bijdragen aan de discussie:

Ten eerste: die hele bijzondere interactie in de collegezaal waar een levende docent voor levende studenten staat, hun reacties van hun gezichten afleest, hun vragen beantwoordt, in de pauze koffie met ze drinkt, die is misschien toch iets minder speciaal en onvervangbaar dan wij docenten graag willen geloven. Ik merk dat mijn kennis van de klassieke sociologische theorie en mijn enthousiasme voor sommige van die theorieën ook uitstekend overkomt via die filmpjes. Het was misschien toch een beetje een romantische overschatting van het belang van fysieke co-presentie, waardoor ik dacht dat je dat heel bijzondere dat in de collegezaal gebeurde nooit zou kunnen vervangen door kennisoverdracht via het internet.

Ten tweede: veel mensen die kijken laten me weten dat ze mijn colleges gebruiken naast de hoorcolleges die ze in New York of Moskou krijgen van hun gewone docent aan de universiteit. Mijn MOOC is vaak een soort tip onder studenten: wil je die theorie van Durkheim beter snappen, kijk dan naar die MOOC van die Nederlandse socioloog. Dat maakt het leven voor die lokale sociologie-docenten die met mij moeten concurreren misschien lastiger. Wat dit betreft ben ik een echte vrije markt denker à la Adam Smith: concurrentie verbetert vaak de kwaliteit. Maar het wordt iets anders als de universiteit zegt: we kunnen die plaatselijke docenten wel afschaffen, want de studenten kunnen nu die MOOC volgen in plaats van naar de collegezaal te gaan++MOOCs in plaats van collegeDe opkomst van MOOCs en andere technologie creëren ruimte voor spannende innovaties in het onderwijs. Kennisland maakt zich er sterk voor dat deze veranderingen de kwaliteit en openheid van het onderwijs ten goede komen.. In Rotterdam is dat al een beetje zo: daar staat in de studiegids dat zij-instromers in het Masterprogramma sociologie mijn MOOC moeten volgen. Dat vind ik een hele eer, maar in Rotterdam is dit natuurlijk een simpele bezuinigingsoperatie. Een collega zei tegen me: binnenkort gaan ze mij misschien ontslaan onder het motto dat de studenten beter jouw MOOC kunnen volgen dan mijn colleges, hartelijk bedankt, Bart…

Ten derde: iedereen kan deze colleges zien. Echt iedereen met een laptop en een internetaansluiting. Een smartphone is al genoeg. Je hoeft voor deze lessen niet te betalen. Dat vind ik toch eigenlijk geweldig, want die MOOC van mij maakt deel uit van een enorm aanbod aan MOOC’s. Gratis onderwijs++Gratis onderwijsDeze belofte van gratis onderwijs is terug te vinden bij veel tech-bedrijven die zich in toenemende mate op de onderwijsmarkt begeven. Duolingo belooft bijvoorbeeld “Free language education for the world”, de Khan Academy streeft naar “free, world-class education for anyone, anywhere” en Coursera is het “learning without limits”.  voor iedereen, daar was ik in de jaren zestig een groot voorstander van.

Ten vierde: misschien kun je op deze manier op de lange duur het college overbodig maken, maar de werkgroep niet. Een gezelschap van zeven tot vijfentwintig studenten die onder leiding van een docent praten over de stof die ze hebben bestudeerd: dat is niet te vervangen door een discussieforum op het internet. Misschien is ook die gedachte een romantische overschatting van het belang van fysieke co-presentie, maar van deze Zaag niet aan de poten van een heel belangrijk instituut in onze samenleving: de universiteit. gedachte ben ik niet af te brengen. Dit is volgens mij toch echt de kern van de academie, van wat er gebeurt aan een universiteit. De ene vraag lokt de andere uit, het ene antwoord leidt tot een verdiepende vraag, de stemmen verheffen zich, er ontstaat in zo’n groepje een sfeer van echte intellectuele nieuwsgierigheid en soms komt er een debat op gang dat zo interessant is dat je het je vijftig jaar later, als je zeventig jaar oud bent, nog altijd kunt herinneren. Ik zie me nog zitten in de werkgroep van Jacques van Hooff in 1970. Dat zijn de diep insnijdende ervaringen die je als student opdoet en die niet te digitaliseren zijn. Zaag niet aan de poten van een heel belangrijk instituut in onze samenleving: de universiteit. Ik denk dan niet eens aan de alfa- of de gammawetenschappen, maar aan de bètavakken, aan de wiskundigen, natuurkundigen en kosmologen, die je soms op de televisie ziet en dan altijd in dezelfde setting. Namelijk staande voor een ouderwets schoolbord met een krijtje in de hand, omringd door een groepje topstudenten, de ene formule na de andere op dat bord kalkend. Soms grijpt een student het krijtje en schrijft er een andere formule boven, iedereen lacht, de professor pakt zijn krijtje terug, verandert een x in een y en iedereen begint bewonderend te klappen. Maar dan hebben we het over Princeton, de echte top. ‘Aan PowerPoint doen we hier niet’, hoorde ik zo’n nobelprijswinnaar laatst zeggen, ‘hier gaat alles met het krijtje’. Dat soort kennisoverdracht is toch de kern van wat er aan een universiteit gebeurt. Blijf daar van af.

Ten vijfde: De MOOC is allang ver voorbij de hype. De MOOC is een belangrijke uitbreiding geworden van de onderwijsmogelijkheden en de MOOC is niet meer weg te denken. De MOOC is een belangrijke uitbreiding geworden van de onderwijsmogelijkheden en de MOOC is niet meer weg te denken. Maar wat nog niet is uitontwikkeld, is hoe die MOOC zich precies verhoudt++Verhouding MOOC ten opzichte van klaslokalenDe Onderwijsraad sluit zich hierbij aan. Volgens de raad ontbreekt het in het onderwijsveld aan een duidelijke visie op hoe de digitalisering vorm moet krijgen. Daarbij ontbreekt bovendien de stem van de leraren en docenten. tot wat er gebeurt in de klaslokalen van de universiteiten. Ontstaat er een geheel digitale MOOC-universiteit naast de traditionele universiteiten? En als dat zo is, hoe wordt dan de relatie tussen die twee? De firma Coolblue zegt trots dat ze tegenwoordig naast hun digitale winkels ook fysieke winkels hebben, ze noemen dat stenen winkels. De vraag is nu hoe digitale universiteiten zich gaan verhouden tot stenen universiteiten. Misschien was ik daar zelf al mee aan het experimenteren toen ik koffie ging drinken met een studente uit San Francisco die mijn MOOC had gevolgd. Toen we Grand Café Luxembourg binnen liepen en een tafeltje zochten zag ik haar denken: die meneer Van Heerikhuizen, dat is niet alleen een digitale man, dat is een man van stéén!

Ook interessant

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.