De Slimme Stad: van en voor wie?
Dit artikel verscheen eerder in het PBLQ TRENDSBoek: Smart City – een stap op weg naar smart governance. Hierin vraagt PBLQ zich af: Wat zijn de definities, benaderingen en meningen rondom dit begrip?
Het woord ‘slim’ komt vaak voorbij: slimme samenlevingen, slimme burgers, en slimme steden. Maar wat verstaan we eigenlijk onder slim? Dit is een vraag die Kennisland, dat al zestien jaar tot doel heeft de samenleving slimmer te maken, zichzelf voortdurend stelt. In deze special van PBLQ++PBLQPBLQ versterkt publieke organisaties bij de uitvoering van hun kerntaken met advies, opleidingen en onderzoek. wordt gevraagd: ‘Hoe ziet de slimme stad eruit?’ We merken op dat de huidige discussie over Smart Cities te beperkt wordt gevoerd, en dat er bredere overwegingen in acht moeten worden genomen om deze vraag betekenis te geven++Smart City zonder citizensWe hebben ons mede gebaseerd op het stuk van collega Jos van Kuik ‘Een Smart CIty zonder Citizens’.. In dit stuk bespreken we twee blinde vlekken van de huidige beeldvorming over Smart Cities. Ten eerste, ‘Voor wie is die slimme stad bedoeld?’ en vervolgens ‘Wie draagt eigenlijk verantwoordelijkheid in de slimme stad?’. Aan de hand van deze twee vragen pleiten we voor open discussie over de slimme stad, waarbij de sociale en politieke implicaties van de opgestelde kaders in twijfel worden getrokken.
Beeldvorming over de Slimme Stad
In de huidige beeldvorming wordt de Smart City vaak gezien als een ‘datapolis’. Prof. Albert Meijer, hoogleraar Publiek Management aan de Universiteit van Utrecht, beschrijft dit als een stad die in alle aspecten wordt gestuurd door de opslag en analyse van datastromen++DatapolisBekijk de oratie van prof. Albert Meijer: ‘Bestuur in de Datapolis: Slimme stad, Blije Burger’.. Dit beeld komt ook naar voren in debatten en beleidsstukken over Smart Cities. Hier doemt vaak het abstracte beeld op van de smetteloze en geordende stad waarin technologie het leven van inwoners comfortabel en gemakkelijk maakt en burgers zich zonder discussie voegen naar deze nieuwe werkelijkheid“…de smetteloze en geordende stad waarin technologie het leven van inwoners comfortabel en gemakkelijk maakt en burgers zich zonder discussie voegen naar deze nieuwe werkelijkheid…”, die immers de belofte van vooruitgang in zich draagt.
Naast deze nadruk op technologie, beschrijft Rem Koolhaas hoe de Smart City simplistisch wordt verbeeld. Hij observeert hoe de beeldtaal wordt gedomineerd door “child-like rounded edges and bright colours”, waarmee volgens hem stadsbewoners worden geïnfantiliseerd++Rem KoolhaasZie Arch Daily voor het volledige artikel van Rem Koolhaas.. Deze versimpeling van de realiteit in combinatie met een rigide geloof in technologie als oplossing voor stedelijke problematiek is niet alleen onjuist, maar ook schadelijk.
Een voorbeeld uit Eindhoven illustreert hoe de huidige Smart City-retoriek wordt omgezet in een concreet project. Met het slimme lichtgridproject in Eindhoven wordt door de gemeente, Philips, Heijmans en bewoners samen gewerkt aan het creëren van ‘innovatieve lichtscenario’s voor de publieke ruimte’. In dit project wordt benadrukt hoe essentieel de participatie van burgers is. Het project heeft niet alleen tot doel om nieuwe lichtscenario’s te ontwikkelen, het wil de ‘stad van de toekomst’ realiseren. In hoeverre kunnen we hier echt spreken over brede burgerparticipatie? Een gevaar van zo’n Smart City-project is dat het mensen uitsluit en de ongelijkheid tussen de participerende en niet-participerende burger vergroot.
Voor wie is die Slimme Stad?
Net als Rem Koolhaas schetst ook prof. Meijer een apathisch beeld van de mensen die in de Smart City leven. Zij worden gereduceerd tot tamelijk willoze objecten die met slimme ingrepen in een gewenste richting worden gestuurd: modelburgers. Het is een terechte vraag in hoeverre hierbij nog ruimte is voor mensen die niet in dit ideaal passen. Meijer: ‘Zijn we niet te veel op zoek naar een sterk geordend, rationeel, transparant ideaal? Willen we wel een stad met alleen maar blije burgers?’“Zijn we niet te veel op zoek naar een sterk geordend, rationeel, transparant ideaal? Willen we wel een stad met alleen maar blije burgers?”
Het is de vraag of burgers willen en kunnen voldoen aan de ideaalbeelden die volgens Meijer samenhangen met de datapolis. Vanuit het perspectief van de Smart City wordt onvoorspelbaarheid snel als probleem gezien. Vanuit het perspectief van burgers past een veel positievere waardering: onvoorspelbaarheid is nauw verbonden met creativiteit, hét aspect dat in de geautomatiseerde stad van de toekomst vanuit menselijk oogpunt van belang is als tegenwicht tegen het ideaal van de gestructureerde samenleving. Hoe leefbaar is een Smart City eigenlijk als de creatieve en spelende mens botst met de rationele en gecomputeriseerde wereld om zich heen? Is een modern verlichte stad (het ideaal van de gemeente Eindhoven) de beste plek voor creativiteit en leefbaarheid of willen we juist soms rommelen in het donker?
Naast ruimte bieden aan creativiteit, moet de stad ook voor alle lagen van de samenleving toegankelijk zijn. Participatie van burgers betreft vaak een onevenredige vertegenwoordiging van de samenleving en leidt niet vanzelfsprekend tot een inclusieve aanpak. Participerende burgers zijn over het algemeen hoog opgeleid, genetwerkt en internet-savvy. Slimme steden lijken dus vooral een concept voor de slimme burger. Bij het slimme lichtgrid in Eindhoven is dit ook van toepassing. Wat betekent een slim lichtgrid voor de bewoners van Eindhoven, en over welke bewoners heeft het consortium het dan? Welke publieke ruimtes krijgen een lichtscenario en welke juist niet? Biedt de slimme stad ook onderdak aan de ‘niet-slimme burgers’? Biedt de slimme stad ook onderdak aan de ‘niet-slimme burgers’? Zoals burgers die niet naar bijeenkomsten gaan, die geen internet hebben of die helemaal geen behoefte of kans hebben zich bezig te houden met een slim lichtgrid. Zitten die dan letterlijk in het donker en worden de verschillen tussen groeperingen niet steeds groter?
Wie is er verantwoordelijk in de Slimme Stad?
Naast de neiging om bepaalde groepen in de samenleving uit te sluiten, wordt het ook diffuser wie verantwoordelijk is voor het wel en wee in de stad. In de Smart City worden beslissingen genomen op basis van calculaties en ‘neutrale’, ‘meetbare’ data. Hiermee vindt een verschuiving van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid plaats en wordt de stad niet langer gezien als strijdtoneel van verschillende ideologische opvattingen. Deze trend van depolitisering is problematisch, omdat het subjectieve kwesties omsmeedt tot zogenaamd kwantificeerbare sommen en hiermee de mogelijkheid tot vrije discussie wegcijfert.De trend van depolitisering is problematisch, omdat het subjectieve kwesties omsmeedt tot zogenaamd kwantificeerbare sommen en hiermee de mogelijkheid tot vrije discussie wegcijfert. Socioloog Willem Schinkel++Willem SchinkelIn dit interview bespreekt Willem Schinkel de depolitisering als probleem van de democratie. noemt een dergelijke depolitisering in de samenleving zelfs het grootste probleem van onze huidige democratie.
Door deze depolitisering van de slimme stad rijst de vraag wat de consequentie is voor lokale politieke overheden. Hebben slimme steden ook een slimme overheid nodig en is die overheid juist kleiner of groter? In veel van de retoriek druppelt door dat een slimme stad vooral een gemeente vraagt die partijen bij elkaar krijgt maar in veel gevallen de ontwikkelingen en innovaties overlaat aan de betrokken partijen en de betrokken burgers. Zo worden in het lichtgridproject in Eindhoven lantaarnpalen benut om data over mensen te vergaren. De lantaarnpalen, ofwel de gebruikte softwareprogramma’s, bepalen waar en wanneer het licht aangaat. Dit heeft als gevolg dat de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de overheid steeds kleiner worden.
Deze ontwikkeling leidt ook tot een groeiende invloed van de private sector, waarbij specifieke keuzes niet per se gebaseerd worden op het algemeen belang. Zo stelt stadsplanner Anthony Townsend++Anthony TownsendLees meer over deze stelling in het artikel ‘The truth about smart cities: ‘In the end, they will destroy democracy’. dat de Smart City disproportionele aandacht aan de hogere en middenklasse besteedt, om het leven van de kapitaalkrachtige consument zo gemakkelijk mogelijk te maken. Wie bepaalt de inhoud van de Smart City, en waarom vindt er weinig tot geen fundamentele discussie over de achterliggende belangen plaats?Wie bepaalt de inhoud van de Smart City, en waarom vindt er weinig tot geen fundamentele discussie over de achterliggende belangen plaats?
In het geval van het eerder genoemde lichtplan in Eindhoven ligt de regie ook bij een consortium van private partijen, de overheid, kennisinstituten en de bewoners. Waar kunnen bewoners van Eindhoven, als burgers van een slimme samenleving, verhaal halen over het lichtplan? Naar wie kunnen we ons richten als we het niet eens zijn met bepaalde keuzes in de stad? Op wie kun je boos worden als je niet wilt dat je data wordt gebruikt? Vroeger liepen we naar het stadhuis en was de overheid de ontvanger van onze ongenoegens. Nu zijn in veel gevallen heel andere partijen verantwoordelijk voor het welvaren van de stad. De gevolgen hiervan voor onze samenleving zijn nog onvoldoende zichtbaar en verdienen aandacht.
Van de Slimme naar de Wijze Stad
De discussie rondom de Smart City wordt tot nu toe gekenmerkt door de illusie van het bestaan van een modelburger en het geloof in neutrale beslissingen op basis van technologie. Als we de slimme stad willen zien als een omgeving waarin effectief gebruik wordt gemaakt van de slimheid die in de stad aanwezig is, dan moeten we beginnen met een open uitwisseling over wat slim voor verschillende mensen betekent.Als we de slimme stad willen zien als een omgeving waarin effectief gebruik wordt gemaakt van de slimheid die in de stad aanwezig is, dan moeten we beginnen met een open uitwisseling over wat slim voor verschillende mensen betekent. Een slimme stad zal niet enkel gemaakt worden door technologie, visies, roadmaps en betrokken burgers. De inspanningen die nu worden gedaan om dat te stimuleren, steken we beter in de bouw van een ecosysteem waarin stadsbewoners grip krijgen op de rol van technologie in de stad. Wat zijn de gevolgen wanneer het vervoer wordt overgenomen door zelfrijdende auto’s? Hoe verandert ons begrip van ‘werk’, als vele beroepen door robotisering overbodig worden? Of op een directer niveau: wat betekent digitale ongeletterdheid voor een inwoner van de stad? Dit soort vragen moeten onderzocht worden door iedereen op wie ze betrekking hebben.
Pas als er open discussie plaatsvindt over de betekenis van ‘slim’ en de aannames die hier aan ten grondslag liggen, kunnen we beginnen met toewerken naar een wijze stad.