De tragiek van de bewonersavond (en hoe het beter kan)
Wieteke Vrouwe Adviseur sociale innovatieWieteke vindt het maar een curieus schouwspel, een bewonersavond. De rol van bewoners als ‘klagers’ en de rol van het stadsdeel als ‘oplosser’ wordt telkens opnieuw bevestigd. Geen enkele keer wordt er gerefereerd aan het oplossend vermogen van bewoners zelf. Dat kan echt beter.
Ik haast me op een avond naar ‘het Huis van de Wijk’ in De Aker in Amsterdam Nieuw-West. Een lege parkeerplaats en een leeggepompt peuterzwembad vormen de toegang tot het buurthuis, waar een TL-verlichte ruimte met harde, houten stoeltjes en rood-groengekleurde voile gordijnen me welkom heet. Om stipt 19.00 uur, de aangekondigde aanvangstijd, hangt mijn jas op een haakje en heb ik een kartonnen bekertje met thee in mijn hand. Welkom op de bewonersavond.
Voor mij zijn zo’n vijftien bewoners en een juf van de lokale school al binnengekomen. Ze staan met een ambtenaar te praten of wachten stilzwijgend op een van de stoeltjes af tot de avond begint. De meesten van hen zijn wit en met pensioen, een enkeling is jonger dan zestig. Twee wijkagenten hebben achterin de zaal plaatsgenomen. Omdat de stadsdeelvoorzitter, die zelf ook in de buurt woont, de avond zal aftrappen en hij vertraagd is, lees ik de uitnodiging nog even door.
Geachte heer, mevrouw,
Graag nodig ik u uit voor een bijeenkomst over de veiligheid en leefbaarheid in uw buurt op 28 november aanstaande van 19.00 tot 22.00 uur.
De avond bestaat uit twee delen. In het eerste deel wil ik u graag vertellen wat wij als stadsdeel hebben gedaan, nu doen en nog van plan zijn te doen om de veiligheid en leefbaarheid in uw buurt te verbeteren. Wij praten graag met u over onder andere:
- Het onderzoek dat de ombudsman onlangs in uw buurt heeft gedaan
- Jeugdoverlast
- Parkeerdruk
- Wat het Wijkpraktijkteam gaat doen aan de leefbaarheid in uw buurt
- De activiteiten en diensten van het Huis van de Wijk De Aker
In het tweede deel van de avond wil ik met u in kleinere groepjes praten over wat er volgens u gedaan kan worden om uw buurt veiliger en leefbaarder te maken, en wat daarin prioriteit heeft.
Als de voorzitter om 19.30 uur binnenloopt en zich excuseert kunnen we beginnen. De avond wordt ingeleid door de ambtenaar die over klachtmeldingen van bewoners gaat. Ze vertelt ons dat de opkomst vanavond helaas erg laag isDe avond wordt ingeleid door de ambtenaar die over klachtmeldingen van bewoners gaat. Ze vertelt ons dat de opkomst vanavond helaas erg laag is., en dat het tweede gedeelte van de avond waarin we in groepjes zouden gaan praten dan niet zoveel zin heeft. We mogen de komende 2,5 uur daarom een plenair gesprek voeren met de stadsdeelvoorzitter: “U mag mij alles vragen”, begint hij, “en ik zal proberen om u een zo goed mogelijk beeld te geven van wat wij als stadsdeel kunnen doen. Ik kan u niet beloven alle problemen op te lossen, maar wij doen ons uiterste best. Waar wilt u mee beginnen? Jongerenoverlast?”. De toon voor de avond is gezet.
Burger? Klager. Overheid? Oplosser.
De bewonersavond is hét moment voor burgers om in gesprek te gaan met de gemeente. Er werden in De Aker 550 uitnodigingen verstuurd naar huishoudens in de buurt. Volgens een aanwezige ambtenaar komt normaal gesproken ongeveer 10% van de genodigden opdagen. Bij een vorige bijeenkomst waren er tien mensen aanwezig, deze keer zijn het er dus vijf meer.
Het onderwerp jeugdoverlast wordt uitvoerig besproken, en is voor het stadsdeel geen onbekend probleem. De stadsdeelvoorzitter zegt dat er al tien jaar aan wordt gewerkt en geeft zelfs aan dat hij “ook zelf regelmatig ‘s nachts de politie belt”. Bewoners vertellen dat ze vijf van de zeven dagen uit hun slaap worden gehouden (specifiek tussen 00.00 en 03.00 uur) door scooters, harde muziek en gepraat over “drugsdeals”. Geen pretje, lijkt me. In de rest van de 2,5 uur worden onder andere rondwaaiend afval, foutparkeerders en overtreders van regels omtrent eenrichtingsverkeer besproken.
“Kan daar niet op gehandhaafd worden?”“Kunnen er geen extra prullenbakken worden geplaatst?” “Geen extra borden?”
“Geen pijlen op de weg?”
“Geen U-vormige hekjes om de afvalcontainers?”
“Geen extra controles op overhangende struiken?” “En kan er niet een leuke markt komen? Een Duitse of zo.”
De stadsdeelvoorzitter besluit de avond met een opsomming van de door het stadsdeel uit te voeren acties.De stadsdeelvoorzitter besluit de avond met een opsomming van de door het stadsdeel uit te voeren acties. Zo zullen ambtenaren onder meer een aantal schouwen uitvoeren, opnieuw kijken naar het plaatsen van een hek waarvan eerder is besloten dat het er niet zou komen, en in gesprek gaan met de politiecommissaris want “De politie komt nooit kijken ‘s nachts, en als ze komen dan vragen ze de jeugd alleen om stil te zijn. Zodra de politie weg is, worden ze gewoon uitgelachen!”, aldus bewoners.
De bewoners zelf daarentegen worden door de voorzitter dringend verzocht om hun klachten te blijven melden; bij de politie, bij het Meldpunt Zorg en Overlast, of desnoods bij de voorzitter zelf. “Alleen zo”, zegt de voorzitter, “kan het stadsdeel actie blijven ondernemen”. Zijn vraag of de aanwezigen mee willen helpen naschoolse activiteiten op het schoolplein te organiseren wordt met weinig enthousiasme beantwoord – “dat moeten andere bewoners maar doen”.
Het is een curieus schouwspel, zo’n bewonersavond, waarbij de rol van bewoners als ‘klagers’ en de rol van het stadsdeel als ‘oplosser’ telkens opnieuw bevestigd wordt. Het is een curieus schouwspel, zo’n bewonersavond, waarbij de rol van bewoners als ‘klagers’ en de rol van het stadsdeel als ‘oplosser’ telkens opnieuw bevestigd wordt. Geen enkele keer wordt er gerefereerd aan het oplossend vermogen van bewoners zelf. En geen enkele keer wordt er genoemd dat er niets mis mee is om zelf even naar de buurman te stappen als hij foutparkeert. Er wordt niet gevraagd wat de ‘overlastgevende jongeren’ zou kunnen helpen een andere fijne plek te vinden om te hangen, of waarom ze überhaupt ‘s nachts op straat zijn. En dat laatste snap ik eigenlijk wel, want er zijn vanavond nul jongeren aanwezig. Dat was te verwachten.
Zo vormen de klachtenlijn, de bewonersavond en zelfs noodnummer 112 een mogelijkheid voor de ene groep bewoners om hun frustratie te uiten en de agenda van het stadsdeel te bepalen, maar worden de meningen van de 98% niet-aanwezige bewoners niet in ogenschouw genomen – nog los van het feit dat ze misschien niet eens een mening hebben. In feite zou je dus kunnen zeggen: wie klaagt, heeft macht.
Het alternatief
Als we om 22.00 uur de zaal verlaten zie ik weinig hernieuwde hoop bij bewoners, en weinig hernieuwde energie bij de ambtenaren van het stadsdeel.Als we om 22.00 uur de zaal verlaten zie ik weinig hernieuwde hoop bij bewoners, en weinig hernieuwde energie bij de ambtenaren van het stadsdeel. Dat is natuurlijk niet gek als je bedenkt dat deze mensen al tien jaar klacht na klacht indienen, en aan de andere kant al tien jaar klacht na klacht proberen op te lossen. De relatie tussen bewoners en het stadsdeel is gefocust op het verminderen van problemen, het verkleinen van ongemakken, het minimaliseren van het negatieve, maar gaat niet over samenwerken, nieuwe impulsen, of goed sociaal contact.
Als de overheid op zoek is naar manieren om de participatiesamenleving vorm te geven, dan durf ik te beweren dat de bewonersavond daarin averechts werkt. Bewoners geloven er niet écht in, en ambtenaren lijken het vaak een ‘moetje’ te vinden, waarna ze gewoon doorgaan met het uitvoeren van al eerder bedacht beleid. Een eerste slimme stap voor de overheid zou daarom zijn om de rol van ‘enige oplosser’ open te brekenEen eerste slimme stap voor de overheid zou zijn om de rol van ‘enige oplosser’ open te breken., en bewoners en professionals te zien als samenwerkingspartners in het maken van een fijne buurt. Het zou niet moeten gaan over het presenteren van beleid aan bewoners om daar hun reactie op te vragen en dan weer op dezelfde voet verder te gaan, maar over het betrekken van bewoners, professionals en beleidsmakers van verschillende afdelingen bij het maken van beleid. Het zou niet moeten gaan over het blussen van opzichzelfstaand lijkende brandjes, maar over het vormen van een totaalbeeld: Wat gebeurt er precies? Wie zijn daarbij betrokken? Wat zijn hun perspectieven? Wat is de ideale situatie? En hoe kunnen we daar samen naartoe werken?
Door continu ruimte te maken voor reflecteren op bestaand beleid, aanscherpen van de ideale situatie en samen werken aan experimenten om te kijken wat goed werkt, ontstaat de mogelijkheid voor bewoners, professionals én de overheid om een alternatief te vormen voor de ingesleten rolverdeling; een alternatief waarin de ervaring en krachten van alle partijen een belangrijk onderdeel vormen om tot verandering en verbetering te komen, waarin we elkaar goed kunnen vinden, zonder dat dit via de klachtenlijn moet. Dan hoeven we ook nooit meer naar een bewonersavond.
Lees hier meer over hoe we in De Aker tot een beter alternatief proberen te komen.