De vrijheid van onderwijs is in nevelen gehuld
Na verschillende misstanden klinkt er steeds meer kritiek op het recht op vrijheid van onderwijs. Voorkomt het recht discriminatie, of werkt het juist discriminatie in de hand? Duidelijkheid rondom de wet is essentieel voor een goed functioneren ervan, betoogt Jurg.
Als elfjarig jongetje stond ik voor de belangrijke keuze van een middelbare school. Op de hele rits open dagen die mijn ouders en ik afwerkten, sprong één school er door de extra aandacht voor theater- en muzieklessen voor mij uit. Na de zomervakantie gaf m’n rooster aan dat ik mijn middelbareschoolcarrière aftrapte met een blokuur Godsdienst. Het was duidelijk dat de godsdienstleraar niet van plan was rustig te beginnen, want binnen een halfuur vlogen er zinnen als ‘mensen die een bijna-doodervaring hebben gehad, zien Jezus aan het einde van de tunnel. Moslims hebben dat niet’ en ‘euthanasie is een zonde, en euthanasieartsen zijn moordenaars’ door het lokaal. Eén meisje rende huilend de klas uit; haar moeder werkte in het ziekenhuis op de afdeling Euthanasie.
Het viel mij als elfjarig jongetje pas in de loop van het jaar op dat de school een christelijke identiteit droeg. Zo begonnen de lessen steevast met een verhaal uit De Zoutkorrel++De ZoutkorrelEen christelijke periodiek met dagopeningen en bezinningsmomenten., hing er in de aula een klein houten kruis, en vermeldden de statuten van de school de christelijke grondslag. Het merendeel van de leerlingen en docenten leek echter weinig waarde te hechten aan de christelijke signatuur van de school. Ik vermoed dat de godsdienstleraar het daarom als zijn missie zag om de christelijke identiteit hoogstpersoonlijk levend te houden. Overigens tot de verbazing van veel leerlingen, die daar niet op hadden gerekend. Want zeg nou zelf: welke elfjarige bekijkt de statuten alvorens een middelbare school uit te kiezen?
De perverse keerzijde van de vrijheid van onderwijs
In Nederland is niet bij wet bepaald welke opvattingen over bijvoorbeeld godsdienst of medisch-ethische kwesties scholen aan leerlingen moeten onderwijzen. Het recht om onderwijs in te richten naar gelang levensbeschouwelijke of pedagogische overtuigingen is sinds 1917 verankerd in artikel 23 van de Grondwet. ‘Bijzondere scholen’ worden hierbij in gelijke mate financieel gesteund door de overheid als openbare scholen. Onder andere schokkende uitspraken van een godsdienstleraar of bizarre identiteitsverklaringen++IdentiteitsverklaringIn maart 2021 bleek dat de reformatorische school Gomarus in Gorinchem door middel van identiteitsverklaringen dwong leerlingen uit de kast te komen. Lees meer die sommige scholen eisen van hun leerlingen, doen de discussie over dit grondrecht echter regelmatig oplaaien. Sommigen menen zelfs dat de vrijheid van onderwijs scholen de kans biedt te discrimineren op grond van bijvoorbeeld seksuele geaardheid of levensbeschouwing.Sommigen menen zelfs dat de vrijheid van onderwijs scholen de kans biedt te discrimineren op grond van bijvoorbeeld seksuele geaardheid of levensbeschouwing. En dat nota bene door de Staat gefinancierd!
Zolang er een essentieel ingrediënt in de vrijheid van onderwijs ontbreekt, is er een aannemelijk risico dat deze stemmen inderdaad gelijk krijgen. Dit ingrediënt is duidelijkheid. Duidelijkheid in de identiteit van basisscholen en middelbare scholen, om ongewenste situaties zoals hierboven beschreven te voorkomen. Duidelijkheid over de politiek-filosofische oorsprong van de wet van vrijheid van onderwijs, en over de uitwerking ervan. Duidelijkheid over de relatie tussen artikel 1 en artikel 23 van de Grondwet, wanneer die elkaar dreigen tegen te spreken. En ten slotte duidelijkheid rondom de regels voor het oprichten van een nieuwe school++Onze Nieuwe SchoolKennisland heeft de onduidelijkheid (en moeilijkheid!) rondom het oprichten van een nieuwe school al eens aangetoond en aangekaart in het project Onze Nieuwe School, waarin we inwoners van een stad opriepen zelf hun ideale school te bedenken én opzetten. Meer hierover verderop in het artikel en op deze pagina. , wanneer ouders niet tevreden zijn met het huidige aanbod.
Onderwijs is nooit waardevrij
Artikel 26 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens stelt dat in de eerste plaats ouders het recht moeten hebben om te kiezen wat voor soort onderwijs zij hun kinderen laten volgen. In Nederland vindt de wet zijn oorsprong in vrijheden die aan de basis staan van onze natiestaat: godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid. Zolang artikel 1 van de Grondwet gewaarborgd wordt, is artikel 23 van de Grondwet niet het middel om minderheden en gemarginaliseerde groepen mee te discrimineren, maar juist om hen te beschermenZolang artikel 1 van de Grondwet gewaarborgd wordt, is artikel 23 van de Grondwet niet het middel om minderheden en gemarginaliseerde groepen mee te discrimineren, maar juist om hen te beschermen.; de vrijheid van onderwijs waarborgt dat er onderwijs kan worden verzorgd dat gebaseerd is op sterk van de mainstream afwijkende opvattingen. Degenen die daarbij betogen dat deze groepen geen ‘deugdelijk onderwijs’++DeugdelijkheidArtikel 23, lid 5 luidt: ‘De eisen van deugdelijkheid, aan het geheel of ten dele uit de openbare kas te bekostigen onderwijs te stellen, worden bij de wet geregeld, met inachtneming, voor zover het bijzonder onderwijs betreft, van de vrijheid van richting.’ Lees meer kunnen verzorgen – omdat hun pedagogische opvattingen gestoeld zijn op religieuze opvattingen en daarmee niet waardevrij zijn – tasten in het duister. Het is een grove misvatting om te denken dat seculier of wetenschappelijk onderwijs wél waardevrij is.
Om excessen – zoals eerdergenoemde walgelijke identiteitsverklaringen – te voorkomen, moet de Staat duidelijkheid scheppen over de verhoudingen tussen artikel 1 en artikel 23 van de Grondwet. Wanneer een school een identiteitsverklaring van ouders eist alvorens hun kinderen toe te laten op de school, wordt artikel 1 mogelijk overtreden. De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs (nu: Arie Slob) moet in dergelijke gevallen ingrijpen. De in 2020 aangenomen acceptatieplicht van leerlingen voor bijzondere scholen is hierbij een stap in de goede richting. Deze bepaalt dat bijzondere scholen, net als openbare scholen, geen leerlingen mogen weigeren die de grondslag van de school niet volledig onderschrijven.
Wirwar aan regels zit fundamenteel recht in de weg
Ten slotte is er een noodzaakAlle ouders moeten het fundamentele recht hebben om hun kinderen in overeenstemming met hun levensovertuigingen op te voeden. aan duidelijkheid over de regelgeving rondom het oprichten van een nieuwe school. De ideeënwedstrijd voor nieuwe scholen, die Kennisland in 2015 uitschreef in opdracht van de Gemeente Amsterdam, toonde onder andere aan dat de wet- en regelgeving rond het opzetten van een nieuwe school met vaagheid was omhuld, en bovendien erg (lees: té) gunstig was voor bestaande scholen en schoolbesturen. Omdat het hiermee voor nieuwkomers in het onderwijsbestel te ingewikkeld was om een school op te richten, ondermijnde de regelgeving de grondgedachte achter het recht op vrijheid van onderwijs: alle ouders moeten het fundamentele recht hebben om hun kinderen in overeenstemming met hun levensovertuigingen op te voeden. Het agenderen van deze kromme gang van zaken bij het ministerie van OCW leidde tot de wet ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’, die bepaalt dat bestaande scholen de komst van nieuwe scholen niet langer kunnen tegenhouden. Een brede verspreiding van deze nieuwe regelgeving is de volgende stap in het beter functioneren van het recht op vrijheid van onderwijs.
Jurg Blom, stagiair onderwijs bij Kennisland, heeft een master Religie en samenleving