Drie oproepen aan de wetenschap voor het nieuwe jaar
Aan het eind van 2017 kwamen onderzoekers van hogescholen, academici, beleidsmedewerkers en mensen uit het bedrijfsleven samen in de chique Lutherse Kerk in Amsterdam. Ze bezochten daar een congres met het doel partijen vanuit wetenschap en praktijk bijeen te brengen en te bespreken hoe de Alfa- en Gammadisciplines hun maatschappelijke impact++Maatschappelijke impactLees hier hoe wij denken over academische vernieuwing voor maatschappelijke impact. kunnen vergroten en zichtbaarder kunnen maken. Er werden presentaties gegeven, praktijkervaringen gedeeld, discussies gevoerd, nieuwe voornemens geformuleerd met als conclusie ‘dat dit congres eigenlijk niet meer nodig zou moeten zijn’.
Ook ik was aanwezig tijdens dit congres getiteld ‘De Maatschappelijke Impact van Alfa- en Gammawetenschappen – Maatschappelijke uitdagingen als inspiratie voor wetenschappelijk onderzoek’ dat werd georganiseerd door ScienceWorks, de Universiteit van Amsterdam en Innovation Exchange Amsterdam. Drie dingen vielen me op die ik, tijdens de kerstvakantie die op het congres volgde, herformuleerde als drie bescheiden oproepen aan de wetenschap voor het nieuwe jaar.
1. Strijd voor meer diversiteit
Afgaande op het gezelschap in de Lutherse kerk is de impact van wetenschap op de samenleving een aangelegenheid voor voornamelijk oude witte mannen. Hoewel Rector Magnificus van de Universiteit van Amsterdam Karen Maex iedereen welkom heette met een openingswoord, waren alle keynotesprekers mannen++MannenSpreker vanuit het bedrijfsleven: prof. dr. Rob Hamer – Director of Lab at Unilever Vlaardingen R&D Laboratory, spreker vanuit de overheid: dr. Erik Gerritsen – Secretaris Generaal Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, internationale spreker prof. Rick Delbridge – Dean of research, Innovation and Enterprise, University of Cardiff UK, Initiator of Social Science Research Park Wales.. ‘s Middags werd dit een beetje goed gemaakt toen ook vrouwen de uitkomsten van de parallelle middagprogramma’s presenteerden. Helaas werd toen ook zichtbaar dat vrijwel alle sprekers wit waren. Nu is het geen nieuws++Geen nieuwsZo werd op de UvA na de Maagdenhuisbezetting in 2015 een diversiteitscommissie aangesteld, met als voorzitter emeritus hoogleraar sociale en culturele antropologie Gloria Wekker.
dat op de universiteit qua diversiteit nog heel wat winst te behalen valt++Diversiteit op universiteitenEn dat we daar niet over moeten blijven discussiëren, maar in actie moeten komen, volgens dit scherpe stuk van Willem Schinkel als reactie op de uitnodiging van de JVOD om te komen praten over diversiteit op de universiteit. , maar dit was niet alleen een academisch congres.
Met ‘Maatschappelijke uitdagingen als inspiratie voor de wetenschap’ als ondertitel, leek me dit bij uitstek een congres voor een breder publiek; een maatschappelijk congres. Deels klopte die aanname, want naast universiteiten waren in het programma hogescholen, ondernemingen en maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd. Toch zag ik weinig jonge, vrouwelijke, gekleurde burgers, ondernemers, professionals, niet-academische onderzoekers, hbo’ers, en studenten aan het woord. Daarmee rijst de vraag: als deze groepen ondervertegenwoordigd zijn op zo’n congres, hoe komen alle stemmen uit de samenleving dan terug in de wetenschap en in discussies over de taak van de wetenschap tegenover de samenleving? Misschien kwam het doordat je 250 euro moest betalen om dit congres bij te wonen – behalve academici, voor hen was de toegangsprijs ‘slechts’ 195 euro. Dat lijkt me de omgekeerde wereld. Als de wetenschap maatschappelijke uitdagingen als inspiratie voor wetenschappelijk onderzoek wil zien, is het cruciaal een plek voor die maatschappij – in al haar diversiteit – te reserveren in het gesprek.Als de wetenschap maatschappelijke uitdagingen als inspiratie voor wetenschappelijk onderzoek wil zien, is het cruciaal een plek voor die maatschappij – in al haar diversiteit – te reserveren in het gesprek.
2. Wees (ook) kritisch tegenover burgerparticipatie
Tijdens de opening van het congres stelde Universiteitshoogleraar Economie en Bedrijfskunde (UvA) en kwartiermaker van de Nationale Wetenschapsagenda++Nationale wetenschapsagendaDe Nationale Wetenschapsagenda is een initiatief waarbij de Nederlandse bevolking werd opgeroepen hun vragen aan de wetenschap te stellen. De wetenschap ging samen met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven aan de slag met (een deel van) deze vragen. Alexander Rinnooy Kan: ‘Dit congres zou eigenlijk niet meer nodig moeten zijn.’ Die uitspraak vatte de sfeer van de dag goed samen: de aanwezigen leken het erover eens te zijn dat de wetenschap nauw met de maatschappij in contact moet staan en dat we goed op weg zijn. Voorafgaand aan het congres kregen de bezoekers ‘Tien Amsterdamse Aanbevelingen’++Tien Amsterdamse AanbevelingenDeze aanbevelingen, ondertekend door de congresvoorzitter en de programma adviesraad, werden ’ter inspiratie voor een goed debat’ gepresenteerd aan de deelnemers van het congres. Zoals: ‘Ontwikkel en implementeer academische beloningssystemen waarin kwantitatieve en
kwalitatieve indicatoren zijn verwerkt voor maatschappelijke impact.’ Lees hier alle tien de aanbevelingen.
opgestuurd die meerdere sprekers op het congres omschreven als ‘punten waar we het allemaal over eens zijn’. Interessanter werd de dag dus ook, toen (in de middagsessies) de discussie verder ging dan het onderstrepen van het belang van bijvoorbeeld burgerparticipatie, en er kritisch werd gekeken naar waarom dat gebeurt en op welke manier.
Dit gebeurde (o.a.) in de sessie ‘Betrekken van Burgers’ met Arwin van Buuren (Erasmus Universiteit), Jan Willem Duyvendak en Christian Broër (UvA). Tijdens dit rondetafelgesprek beargumenteerde Duyvendak dat we niet blindelings op burgerparticipatie in moeten zetten, maar onszelf continu kritische vragen moeten blijven stellen: Wat is de motivatie en het doel om burgers te betrekken? In welk stadium van het onderzoek doen we dat en waarom? Op welke manier en met welke gevolgen voor de wetenschap en voor burgers? Overtuigend was zijn pleidooi om met burgers samen te werken. Niet alleen om de wetenschap meer legitimiteit te geven, maar ook omdat het de kwaliteit van wetenschap (meer verschillende kennis en kwaliteiten) verbetert én omdat het leerzaam en interessant is voor burgers zelf.
Welke haken en ogen zitten er aan burgerparticipatie en hoe ga je daar mee om?
Vervolgens liet Broër zien in een presentatie over de ‘Massive Open Online Research’++Massive Open Online ResearchIn dit filmpje wordt uitgelegd waarom en hoe deze open online tool voor kwalitatieve data analyse wordt ontwikkeld op de Universiteit van Amsterdam.
(MOOR) tool die de UvA ontwikkelt, hoe je die overwegingen in de praktijk brengt. Welke haken en ogen zitten er aan burgerparticipatie en hoe ga je daar mee om? Tussen alle praktijkvoorbeelden van samenwerkingen tussen wetenschap en burgers bleek deze sessie waarin een stap terug werd gezet het meest relevant. Alleen wanneer je eigen aannames over het belang van die samenwerking worden uitgedaagd, kan je ze aanscherpen, voorbij trendgevoeligheid van ‘burgerparticipatie’ treden en op zoek naar nieuwe samenwerkingen die relevant zijn voor alle betrokkenen.
3. Leer van hogescholen
“Met de universiteiten komt de samenwerking nooit van de grond en met hogescholen altijd.” sprak Jaap de Jong van De Gezonde Stad tijdens de sessie over ‘samenwerkingen met hogescholen’. In de zaal zaten academische onderzoekers, een journalist, veel beleidsmedewerkers van universiteiten, onderzoekers van hogescholen en medewerkers van maatschappelijke organisaties. De discussie die de uitspraak van Jaap opriep, ging over de rol van de universiteit. Is het wel de taak van de universiteit om zich met korte termijn praktijkvraagstukken bezig te houden? Is het niet juist beter als Hogescholen die samenwerkingen opzoeken, zodat universiteiten zich bezig kunnen houden met fundamenteel++Fundamentele wetenschapFundamentele wetenschap is het deel van de wetenschap dat zich richt op grondbeginselen en basismechanismen. Het gaat daarbij om kennis omwille van de kennis, zonder dat een concrete toepassing in zicht hoeft te zijn. Daarom wordt het ook wel “zuivere” wetenschap genoemd.onderzoek en hun academische vrijheid kunnen behouden?
Nu is het natuurlijk niet zo dat er op universiteiten geen toegepaste wetenschap wordt beoefend, of dat universiteiten zich niet inzetten voor samenwerkingen++SamenwerkingsverbandenSamen met Nora schreef ik (in het Engels) over academische vernieuwing in Nederland. In dit stuk laten we zien dat veel universiteiten zich al op verschillende manieren en in allerlei samenwerkingsverbanden inzetten voor de maatschappelijke impact van wetenschappelijk onderzoek.
met maatschappelijke organisaties, burgers, gemeenten, of het bedrijfsleven. Maar het is interessant dat – ook op een congres met als ondertitel ‘Maatschappelijke uitdagingen als inspiratie voor wetenschappelijk onderzoek’ – we ons afvragen of het niet juist nodig is dat die wetenschap zich tot op zekere hoogte afzijdig houdt van het dagelijkse reilen en zeilen in de samenleving. Mij lijkt dat toegepaste wetenschap fundamentele wetenschap niet in de weg staat. En dat de universiteit niet hoeft te kiezen (voor fundamentele wetenschap), maar zich voor beiden in kan en moet zetten. Universiteiten kunnen juist leren van de succesvolle samenwerkingsverbanden voor toegepast onderzoek die hogescholen aangaan en hun rol – ook in de toegepaste wetenschap – zo blijvend ontwikkelen.
Steeds meer verschillende partijen, met verschillende rollen en expertises, houden zich bezig met de productie van kennis, waardoor dit proces wordt gedemocratiseerdSteeds meer verschillende partijen, met verschillende rollen en expertises, houden zich bezig met de productie van kennis, waardoor dit proces wordt gedemocratiseerd. Deze veranderingen vragen om nieuwe taken voor de universiteit: van onderwijs en onderzoek, naar onderwijs, onderzoek en maatschappelijke impact++Impact ProgrammaDe Universiteit van Tilburg lanceerde in 2017 hun ‘IMPACT Programma‘ vanuit deze derde taak voor de universiteit. Het IMPACT Programma verbindt wetenschappers en belanghebbenden bij maatschappelijke thema’s, om samen te werken aan oplossingen met impact. Lees hier meer.. Dat kan alleen als de wetenschap een diversiteit aan stemmen representeert, academici continu kritisch naar hun aannames blijven kijken en hun rol als instituut blijven doorontwikkelen. Het is, nu meer dan ooit, aan de universiteiten om die taken op zich te nemen en de samenleving waar ze middenin staat niet alleen te bestuderen en te begrijpen, maar ook sterker te maken met de kennis die ze erover opdoen.