Europeana haalt er niet uit wat erin zit
Wat zijn de redenen dat de EU Europeana gestart is? En wat is de stand van zaken na vier jaar pionieren?
In 2006 is de Europese Unie het project Europeana gestart. Doel hiervan is om al het Europees cultureel erfgoed te digitaliseren en vrij beschikbaar te maken. Wat zijn de redenen dat de EU Europeana gestart is? En wat is de stand van zaken na vier jaar pionieren?
In 2004 kondigde Google ‘Google Books‘ aan. Dit project zou ‘alle’ kennis in de wereld digitaliseren en online beschikbaar maken (15 miljoen boeken uit de grootste Amerikaanse en Britse bibliotheken). Een ontzettend ambitieus project, maar Google ging er vol voor. Bijna onmiddellijk kwam hier een reactie op uit Europa. Jean-Noël Jeanneney, directeur van de Bibliothèque nationale de France, schreef het artikel ‘Quand Google défie l’Europe: Plaidoyer pour un sursaut‘. Hierin schrijft Jeanneney dat hij niet wil dat het Amerikaanse Google aan al het prachtige Europese erfgoed komt en pleit hij voor een eigen Europees digitaliseringsprogramma. Aan de hand hiervan schreven zes leden van de Europese Unie een brief met daarin het verzoek om een database te realiseren waarin al het Europese erfgoed ondergebracht zou worden. Er werd 120 miljoen euro uitgetrokken en een kleine drie jaar later was het zover: de lancering van de bèta-versie van Europeana. De website werd onmiddellijk overspoeld met aandacht en moest na een paar uur al weer op zwart omdat er zoveel internetverkeer was.
Rhine release deze zomer
Inmiddels zijn er ruim drie jaar verstreken. Een mooi moment om te kijken hoe het er nu voor staat met het ambitieuze project. In de afgelopen jaren heeft Europeana ontzettend veel extra materiaal toegevoegd en allerlei verschillende partijen op de meest uiteenlopende gebieden zijn bezig om Europeana te verbeteren. In juni 2010 staat de Rhine release gepland. Vanaf dat moment moet de website van Europeana volledig werken en het doel is dat er dan ruim 10 miljoen items toegevoegd zijn aan de grootste bibliotheek van Europa. Ook zijn een aantal partners onder de naam Europeana Connect bezig met de toegankelijkheid van de site te vergroten door een semantische zoekfunctie toe te voegen. Hiermee kan de gebruiker niet alleen zoeken op bepaald keywords, maar ook onderwerp gerelateerd.
Doelstellingen van Europeana
Dat er zo’n enorm bedrag in het project gestoken wordt, is natuurlijk niet alleen maar om Google dwars te zitten. De Europese Unie ziet veel voordelen in het project. Zo zorgt het ten eerste voor een fikse innovatieimpuls op het gebied van erfgoeddigitalisering. Landen en instellingen die voorheen nog nooit iets met digitalisering te maken hebben gehad, krijgen nu de kans om hun collectie ’tot in de eeuwigheid’ te bewaren. Zeker voor de eerste filmopnames is dit hard nodig. Deze vergaan langzaam en een groot deel hiervan is al niet meer bruikbaar of zwaar beschadigd. Al dit materiaal wordt nu digitaal opgeslagen en dit geeft archiefinstellingen ook de kans om op een nieuwe manier materiaal te ontsluiten. Waar voorheen het materiaal alleen fysiek te zien was in het gebouw van de instelling zelf, kan nu iedereen met een internetaansluiting genieten van alle culturele schatten die Europa te bieden heeft. Ook denkt de Europese Unie dat het project op den duur geld terug gaat verdienen vanwege de mogelijkheid voor de creatieve industrie om te putten uit het vrijgekomen archiefmateriaal.
Europese eenheid
De lidstaten van de EU zien nog een reden om zoveel geld in het project te stoppen: Het creëren van Europese eenheid. Of zoals Barroso het noemde tijdens zijn speech tijdens de opening van Europeana:
"Europeana is veel meer dan een bibliotheek. Het is een echte dynamo die de Europeanen van de 21ste eeuw moet inspireren om de creativiteit van innovatieve voorouders zoals de kunstenaars uit het renaissancetijdperk te evenaren. Denk maar aan de mogelijkheden die Europeana studenten, kunstliefhebbers of wetenschappers biedt om online toegang te krijgen tot culturele schatten van alle lidstaten, deze te combineren en te bestuderen. Een duidelijk bewijs van het feit dat cultuur de kern vormt van de Europese integratie."
Europese cultuur moet dus dienen als motor achter Europese integratie. Het idee hierachter is dat wanneer Europeanen meer inzicht krijgen in elkaars (gedeelde) cultuur, dit ook zorgt voor meer eenheid en begrip voor elkaar. Europeana kan goed laten zien dat we als Europeaan allemaal te maken hebben met een Europese geschiedenis. Doordat al dit materiaal verzameld wordt op één plek ontstaat de mogelijkheid om vanuit verschillende culturele perspectieven te kijken naar bepaalde historische gebeurtenissen en periodes. In de archieven is de geschiedenis van de naties terug te vinden. Het materiaal heeft grote invloed op de manier waarop de huidige generatie naar zichzelf kijkt. Na een paar generaties bestaan er immers geen mensen meer die bepaalde gebeurtenissen nog meegemaakt hebben. Ze zijn afhankelijk van wat bewaard is gebleven. Mede op basis daarvan wordt de identiteit van een land opgebouwd.
De problemen van Europeana
De doelstellingen van Europeana zijn duidelijk. Maar lukt het ook deze te bewerkstelligen? Op dit moment loopt Europeana nog tegen een aantal problemen aan. Deze zijn deels onoverkomelijk, maar een deel ook zeker niet.
Als eerste is er het grote probleem van het auteursrecht. Een object komt namelijk pas na 70 jaar na het overlijden van de auteur in het publiek domein. Het gevolg hiervan is dat er voornamelijk heel erg oud materiaal op Europeana te vinden is. Hierdoor is het erg lastig om een relevante weergave te geven van de geschiedenis van de laatste 100 jaar van Europa. Terwijl juist deze periode de grootste invloed heeft op de identiteit van een land. Binnen het kader van Europeana zijn allerlei instellingen hard bezig om regelingen te treffen zodat zoveel mogelijk materiaal vrij toegankelijk wordt, maar dit is een moeizaam en traag proces. Dit heeft ook met de houding van de archiefinstellingen zelf te maken. Ze zien het niet zitten om hun materiaal zomaar vrij beschikbaar te stellen. Hoe gaan ze er immers dan nog geld aan verdienen? Één van de taken die Europeana op zich heeft genomen is het helpen ontwikkelen van een nieuw businessmodel waarbij de instellingen juist profiteren van het feit dat hun materiaal vrij toegankelijk is.
Door het probleem met de auteursrechten en de starre houding van de instellingen gaat het toevoegen van materiaal een stuk langzamer dan gewenst. Daarnaast is er dit moment ook een scheefgroei ontstaan in het aanbod van materiaal op Europeana. Bijna 50% van al het materiaal wat op dit moment aanwezig is, is afkomstig uit Frankrijk. Daarnaast hebben vooral Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië een groot aandeel. De meeste Europese landen hebben minder dan 1% aandeel in het totale aanbod van Europeana. Hierdoor ontstaat er een scheef beeld van de geschiedenis van Europa. Dit recht trekken is nog enorme klus voor Europeana waar ze waarschijnlijk nog jaren mee bezig zullen zijn.
Meer dan een zoekmachine?
Europeana werkt hard aan het toevoegen van zoveel mogelijk content. Hoe meer er aanwezig is, des te beter wordt het beeld wat Europeanen van Europa kunnen krijgen. Het lijkt er op dat op dit moment alle tijd en moeite in dit onderdeel gestoken worden. Terwijl er ook nagedacht zou moeten worden hoe je al dit materiaal gaat ontsluiten. Sinds de oprichting van Europeana is er gekozen voor de structuur van een portal. Dit houdt in dat de gebruiker kan zoeken op trefwoorden en vervolgens via Europeana doorgelinkt wordt naar de website van de instelling die het object beheert. De vraag die dit bij mij oproept is wat op deze manier nog de meerwaarde van Europeana is? In feite doet het nu niet veel meer dan het materiaal indexeren en dit voor bezoekers vindbaar maken. Er is op dit moment al een andere zoekmachine die dit doet, en zelfs beter: Google.
Het nadeel van Europeana in zijn huidige vorm is dat het de gebruiker niet aanspoort om op zoek te gaan naar de Europese geschiedenis. Er verschijnen nu simpelweg resultaten die voldoen aan de ingevoerde zoekterm en vervolgens brengt Europeana de gebruiker bij de pagina van de instelling die dit object aanbiedt. De kracht van een Europese database is niet dat het dient als één vertrekpunt, maar juist de mogelijkheid om op één pagina alle objecten naast elkaar te kunnen bekijken. Op deze manier kan de gebruiker meer inzicht krijgen in een bepaalde gebeurtenis in de geschiedenis. Door iets vanuit verschillende Europese perspectieven te kunnen bekijken, kan de gebruiker zelf zien waar de verschillen en de (wellicht nog interessantere) overeenkomsten tussen verschillende culturen liggen. De nationale geschiedenis van een land is altijd sterk verbonden met die van andere landen en staat dus nooit op zichzelf. Juist een project als Europeana heeft alles in zich om dit inzichtelijk te maken.
Een idee om het materiaal op een betere manier te ontsluiten is het aanmaken van bepaalde themapagina’s. Een historicus zou met het materiaal van Europeana een artikel kunnen schrijven waarin een belangrijke gebeurtenis of periode uit de geschiedenis behandeld wordt. Door het onderwerp vanuit verschillende kanten te belichten kan er beter inzicht ontstaan bij de gebruiker. Een ander goed idee is meer gebruik te maken van sociale media. Er zou bijvoorbeeld een aparte Flickr pagina aangemaakt kunnen worden met al het materiaal over een bepaald onderwerp. Op deze manier wordt het niet alleen mogelijk voor de gebruiker om zelf het materiaal met elkaar te vergelijken en te beoordelen, het resulteert ook in enorm veel metadata. De gebruikers kunnen immers op deze sociale platformen comments en tags achterlaten. Deze zijn vervolgens weer bruikbaar voor de beheerders van de collectie. Verschillende projecten hebben al aangetoond dat het vrij beschikbaar stellen van materiaal op sociale platformen enorm veel oplevert, bijvoorbeeld Nationaal Archief joins Flickr the Commons. Daarnaast worden deze websites zeer veel bezocht en via deze weg kan dit dus meer internetverkeer voor Europeana, en dus ook de instelling zelf, opleveren.Het belang van digitalisering van cultureel erfgoed staat buiten kijf. Door het nu digitaal vast te leggen, kunnen nog vele generaties genieten en geïnspireerd raken door al het moois wat Europa heeft voortgebracht.
Het digitaliseren alleen is echter niet voldoende. De manier waarop het materiaal ontsloten wordt bepaalt het succes van Europeana. Als het daadwerkelijk een tegenhanger wil zijn van Google én daarnaast ook Europese eenheid wil bevorderen zal het meer moeten doen dan nu het geval is. Europeana moet gebruikmaken van de kracht van internet. Het moet de gebruikers opzoeken en activeren. Laat ze zelf aan de slag gaan met het materiaal. Op deze manier raken ze ook meer betrokken bij het erfgoed van Europa in plaats van het passief tot zich te nemen. Europeana heeft een enorme potentie, maar er moet nog een hoop gebeuren om die ook echt te benutten.
Joris Pekel