Opinie

Grondstoffenbeleid in Nederland. Waar is de urgentie?

A-biotische grondstoffen zijn belangrijke niet-energetische mineralen en metalen, die bijvoorbeeld in onze mobieltjes worden gebruikt. Belangrijk, maar welk beleid voert Nederland hier eigenlijk op? En volstaat dat beleid?

Grondstoffen. Veel mensen denken hierbij aan kool, gas of olie. Minder mensen denken aan graan, water, landbouwgrond en metalen. Bijna niemand denkt aan de zeldzame a-biotische grondstoffen die de moderne samenleving nodig heeft, zoals indium en tantaal. A-biotische grondstoffen zijn niet-energetische mineralen en metalen, die worden gebruikt voor zeer diverse doeleinden, bijvoorbeeld in onze mobieltjes. Belangrijke grondstoffen dus, maar welk beleid voert Nederland hier eigenlijk op? En volstaat dat beleid?

Sinds een paar jaar staat de internationale grondstoffenmarkt onder druk. Enerzijds door de toenemende vraag naar deze grondstoffen uit opkomende economieën en anderzijds als gevolg van een relatief langzaam groeiend aanbod. Omdat deze metalen en mineralen heel belangrijk zijn voor de geïndustrialiseerde economieën heeft deze schaarste grote gevolgen. Importafhankelijke landen kopen bedrijven en land op in producerende landen. Het liefst doen ze dit zo goedkoop mogelijk, wat voor de bevolking en het milieu in armere producerende landen grote gevolgen heeft. Andersom hebben producerende landen ook hun beleid aangepast. Bedrijven die de grondstoffen delven worden genationaliseerd, wat een negatieve invloed kan hebben op de effectiviteit van het bedrijf en op de internationale vrije markt. Ook op andere manieren proberen producerende landen invloed te hebben op de vrije markt. Zo verminderde China in 2010 bewust de export in a-biotische grondstoffen om zo de internationale marktprijs omhoog te stuwen. 

Essentieel voor de kenniseconomie

Aangezien a-biotische grondstoffen essentieel zijn in sectoren als ICT, chemie, recycling en energie, zijn deze ook essentieel voor onze kenniseconomie. Echter, Nederlands beleid loopt heel erg achter op het beleid in andere landen. Pas sinds 2011 is de Nederlandse overheid zich aan het verdiepen in de grondstoffenschaarste, terwijl landen als Duitsland, Frankrijk, Engeland, Japan en vele anderen al jaren een staand beleid hebben. Waar is de urgentie en pakt het liberaal denkende Nederland dit probleem wel sterk genoeg aan?

Op 15 juli 2011 schreef het Nederlandse kabinet zijn eerste notitie over grondstoffen. Verbazingwekkend genoeg gaat deze notitie ervan uit dat beschikbaarheid van verschillende a-biotische grondstoffen gegarandeerd is, terwijl volgens onderzoek van PWC veel sectoren wel de schaarste voelen. Bovendien rekent PWC op een verdubbeling van de schaarste in de high-techsectoren in de komende vijf jaar. Misschien is er weinig gevoel van urgentie omdat Nederland relatief weinig ruwe grondstoffen importeert. Maar in de meeste (half)fabricaten die Nederland importeert, zijn wel a-biotische grondstoffen verwerkt. Bovendien verdient Nederland veel geld als doorvoermarkt van a-biotische grondstoffen. Een afname van voorzieningszekerheid tast in potentie de economische concurrentiepositie, de bedrijvigheid, de werkgelegenheid en het innovatievermogen aan.

Hoewel de Nederlandse overheid, ten onrechte, geen gevoel van urgentie heeft, heeft ze wel al de eerste stappen gezet naar een nationaal beleid:

“Op nationaal niveau zal het Kabinet op verzoek van het bedrijfsleven en in samenspraak met kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties zoeken naar mogelijkheden om belemmeringen weg te nemen, de zoektocht naar substituten te stimuleren en kansen die verduurzaming van de maatschappij biedt te verzilveren”.

Uitgangspunt is, dat het zekerstellen van de grondstoffenaanvoer primair een zaak is voor het bedrijfsleven. De taak van de overheid is hierin alleen het bewust maken van de (komende) schaarste en het stimuleren van de topsectoren. Deze topsectoren lijken zich echter niet zo bewust van de schaarste, of zijn op zijn minst niet goed voorbereid op deze schaarste. Dit blijkt ook weer uit onderzoek van PWC, dat excecutive directors vroeg naar hun beleid op het gebied van grondstoffen.

‘Schaarste is een relatief begrip’

Hoe wil Nederland bewustwording vergroten? Het Kabinet heeft een Speciale Vertegenwoordiger Natuurlijke Hulpbronnen aangesteld, Jaime de Bourbon Parme. Gelukkig wil De Bourbon Parme de grondstoffenschaarste niet bagatelliseren, maar hij vindt de schaarste wel een relatief begrip:

“Iedere keer dat we dachten dat er nu toch echt een einde zou komen aan de beschikbaarheid van grondstoffen, bleken er toch nog voldoende voorraden te zijn of werden er technologieën ontwikkeld waardoor we die schaarse grondstoffen niet meer nodig hadden. Je ziet het nu al. Neodymium is een van de zeldzame aardmetalen waaraan een tekort is. Het wordt onder meer gebruikt als permanente magneet in windturbines; dus de vraag groeit sterk. Inmiddels is er een turbine ontwikkeld, waarvoor geen neodymium nodig is. Iets minder efficiënt misschien, maar het laat wel zien dat je door slim te ontwerpen de afhankelijkheid van grondstoffen kunt verminderen”.

Het Kabinet heeft meer actiepunten, zoals het veiligstellen van de beschikbaarheid van grondstoffen, het opbouwen van samenwerkingen met producerende landen als Japan, Australië en China, het steunen van eerlijkheidscertificaten en het beperken, verduurzamen en efficiënter maken van het gebruik van grondstoffen.

Bestaande kennis inzetten tegen grondstoffenschaarste

Nederland heeft een centrale positie in West-Europa, een goed ontwikkelde (kennis)infrastructuur voor recycling, voor het opwekken van groene energie en in offshore grondwinning. Deze kennis zou Nederland goed kunnen inzetten tegen de grondstoffenschaarste. Volgens het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) is Nederland zelfs uitermate geschikt om binnen Europa een hub te worden om een ketenbenadering van grondstoffen en recycling te realiseren. Dit brengt goede kansen met zich mee voor een groot aantal topsectoren. Hier is De Bourbon Parme het gelukkig mee eens:

“Door producten en processen slimmer te ontwerpen, kun je waarschijnlijk nog efficiënter omgaan met materialen. Daarnaast zouden we nog sterker in moeten zetten op technieken om grondstoffen te recyclen. Slechts twintig procent van de aangevoerde mineralen en metalen wordt meermalen gebruikt; de rest is afval. Dat moet beter kunnen, zou je zeggen. Een grote uitdaging tenslotte ligt in het opnieuw ontwerpen van producten, waardoor je geen schaarse grondstoffen meer nodig hebt. Of – als ze echt nodig zijn – je de schaarse grondstoffen er gemakkelijker weer uit kunt halen. Ook op dat vlak zouden we een voortrekkersrol kunnen spelen. Niet alleen omdat we goede ontwerpers hebben, maar ook omdat ze in systemen kunnen denken en werken. Nogmaals, daar ligt onze kracht. Als we die goed weten in te zetten, dan biedt de schaarste aan grondstoffen juist nieuwe kansen”. 

Nu is het moment om kansen te pakken

Laten we hopen dat dit beleid zo snel mogelijk gerealiseerd wordt, voordat deze innovatieve kansen door anderen zijn genomen. Want tot nu toe is van het beleid niet veel terug te vinden en speelt het Nederlandse Kabinet in deze kwestie van grondstofzekerheid bijna exclusief op Europees in plaats van landelijk niveau. Op de website van Buitenlandse Zaken, waar de Speciale Vertegenwoordiger Natuurlijke Hulpbronnen ook een plek heeft, is weinig meer te vinden dan de beleidsnotitie van 15 juli 2011. Wanneer ik in de database zoek met de term Speciale Vertegenwoordiger Natuurlijke Hulpbronnen, krijg ik artikelen over humanitaire hulp. Wanneer ik zoek op Natuurlijke Hulpbronnen, gaat het over het belang van biodiversiteit. Ook met andere zoektermen, zoals grondstoffen, recyclen of groene energie, krijg ik nul op het rekest. Samenwerkingen met Japan, China of Australië zijn nog niet begonnen. Ook andere betrokken ministeries, zoals Financiën, hebben niets op de website staan over dit onderwerp. Ik hoop dat het gevoel van urgentie aanslaat en Nederland heeft besloten om mee te doen voordat er geen plaats meer is op het innovatieve toneel, en alle bilaterale verdragen zijn getekend.

Cerianne Bury, stagiaire bij Kennisland (t/m december 2011)

 

Bronnen:

Ook interessant

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.