Het onderwijs moet in gezinstherapie
Stéphanie van der Raad Adviseur onderwijsEen school of een schoolbestuur is soms net een gezin, met schoolleiders die zich als overbezorgde ouders gedragen en leraren die net als kinderen niks begrijpen van de tegenstrijdige communicatie van hun ‘ouders’. Op basis van dertien onderwijsprojecten waar ze de afgelopen jaren aan gewerkt heeft, signaleert Stéphanie drie veel voorkomende fenomenen in het onderwijs en legt die naast theorieën uit de gezinstherapie.
Na drie jaar Kennisland heb ik aan dertien projecten in het onderwijs gewerkt, uiteenlopend van onderzoek naar nieuwe manieren van werken tot het opzetten van een beweging van pionierende leraren. In dit artikel doe ik een poging vanuit een groepsdynamisch perspectief beter te begrijpen wat er gebeurt als mijn collega’s en ik met een groep professionals werken aan vernieuwing van het onderwijs. Ik heb mijn ervaringen veralgemeniseerd tot drie ‘fenomenen’ in het onderwijs, en deze leg ik naast twee theorieën uit de gezinstherapie.++GezinstherapieBij het toepassen van theorieën uit de gezinstherapie ga je ervan uit dat groepsgedrag niet wordt veroorzaakt door een individu of geïsoleerde groep, maar door ‘het’ systeem of de context waarin de groep zich bevindt. In dit geval kijk je dus naar verborgen processen in relatie tot het geheel. Daarom staat de gezinstheorie ook wel bekend als systeemtherapie. Lees meer
Fenomeen 1: De schoolleider/bestuurder is een overbezorgde ouder
In de onderwijsprojecten die ik voor Kennisland doe, breng ik tijdens bijeenkomsten verschillende rollen bij elkaar en vraag ze om op gelijkwaardige wijze samen te werken. Van schoolleider tot pedagogisch medewerker, van leraar tot IB’er, van student tot docent, van bestuurder tot klassenouder. Tijdens zo’n bijeenkomst zitten ze allemaal in één ruimte en zijn ze even belangrijk. Gelijkwaardigheid betekent overigens niet dat iedereen een gelijke rol, takenpakket en mate van verantwoordelijkheid heeft, dit is gebaseerd op de structurele gezinstherapie van Minuchin++MinuchinMet de structurele gezinstherapie van Minuchin kijkt men naar interactiepatronen: elk gezin heeft een eigen structuur en (on)zichtbare regels om met elkaar om te gaan en taken uit te voeren..
Stel je voor, het onderwijssysteem is een gezin. De schoolleider en bestuurder (de leidinggevenden) vertegenwoordigen de ouders, de leraren de kinderen in het gezin. In een gezond gezin geven ouders grenzen aan en vertrouwen ze hun kinderen binnen die speelruimte: “Ga lekker buiten spelen, ik verwacht dat je om zes uur thuis bent” of “Natuurlijk mag je kleuren, maar liever niet op het behang”. De ouders en de kinderen spelen een even belangrijke rol in dit gezin, de rol die past bij de gezinsstructuur: ouders zijn ouders, kinderen zijn kinderen.In een gezond gezin geven ouders grenzen aan en vertrouwen ze hun kinderen binnen die speelruimte.
In mijn ogen zijn de ‘gezinsrollen’ in het onderwijs vaak uit balans. Leidinggevenden voelen zich erg verantwoordelijk voor de resultaten in de klas, willen zich (met de beste bedoelingen) bemoeien met wat er precies gebeurt in de klas en schieten in een controlestuip. Dat heeft tot gevolg dat leraren veel tijd kwijt zijn aan het invullen van te uitgebreide formulieren, dossiers met verantwoordingen en andere administratieve rompslomp, én onzeker worden over hun eigen expertise.++VertrouwenIn de meeste van onze onderwijsprojecten stimuleren we het vernieuwend vermogen van de leraren (kinderen). Dit doen we door te werken aan leiderschapsontwikkeling en onderwijsvernieuwing vanuit hun kennis, ervaring en behoeften. Om dat goed te kunnen doen hebben ze het vertrouwen van de leidinggevenden (ouders) nodig. Dit geldt ook voor die andere ouder-kindrelatie: die van de schoolbestuurder en de schoolleider. De bestuurder (de ouder) gedraagt zich soms als een bezorgde ouder en oefent druk uit op de schoolleider (het kind) die de veroorzaakte stress vervolgens meeneemt in het team.
In een gezonde familierelatie zijn er schoolleiders en bestuurders (ouders) die de grote lijnen in de gaten houden, kaders geven, bijsturen waar nodig, maar ook de ontwikkeling van het team kunnen loslaten en hun leraren laten uitglijden, uitproberen, opstaan en weer verder gaan.In een gezonde familierelatie zijn er schoolleiders en bestuurders (ouders) die de grote lijnen in de gaten houden, kaders geven, bijsturen waar nodig, maar ook de ontwikkeling van het team kunnen loslaten en hun leraren laten uitglijden, uitproberen, opstaan en weer verder gaan. Dit zijn ouders die hun kinderen aanspreken op de verantwoordelijkheid die past bij hun rol: lesgeven. Deze vormen van leiderschap ben ik de afgelopen drie jaar gelukkig ook tegengekomen.
Fenomeen 2: De verwarrende communicatie van ouders
Met een heldere gezinsstructuur ben je er nog niet. Minuchin benadrukt ook het belang van heldere communicatie binnen een gezin. Troebele communicatie wordt vaak veroorzaakt door dubbele boodschappen. De dubbele boodschap die ik het vaakst tegenkom in het onderwijs is: “Ik wil iets van of met jou en dat is heel belangrijk, maar ik heb geen tijd, middelen, geld voor je kunnen vrijmaken.” Alsof een ouder het volgende tegen het kind zegt: “Ik eis dat jij op je achttiende je rijbewijs haalt, maar je betaalt de rijlessen en het examen van je eigen zakgeld.” Dit leidt gegarandeerd tot conflicten.
Stel, een schoolbestuurder heeft een bepaalde visie voor de komende vier jaar, het is een mooi toekomstbeeld. Aan de schoolleiders, leraren en andere onderwijsprofessionals wordt gevraagd om samenWil je écht een bepaalde ontwikkeling in gang zetten? Zorg er dan voor dat je transparant bent over welke middelen je hebt geprobeerd vrij te maken, om te laten zien dat je jouw team serieus neemt. En leraren, kom op voor jezelf! te bepalen hoe ze dat in de praktijk brengen, want zij werken ten slotte op de scholen. De boodschap is: “Wij zijn bezig met iets heel belangrijks, jij speelt daar een grote rol in en ik geef je vertrouwen.” Prachtig. Dezelfde bestuurder zet een programma op waaraan de onderwijsprofessionals kunnen deelnemen. Op maandagmiddag en -avond werken ze aan de onderwijsvernieuwing die bij de visie hoort, maar ze kunnen geen uren schrijven en amper vervanging regelen voor de klas. De boodschap is dan: “Ik geef je geen tijd om dit te doen, ik neem je niet serieus, ik wil iets en jij moet het maar zien te regelen in de praktijk.”
Deze leidinggevende (ouder) zendt een dubbele boodschap uit. Wil je écht een bepaalde ontwikkeling in gang zetten? Zorg er dan voor dat je transparant bent over welke middelen (voornamelijk tijd) je hebt geprobeerd vrij te maken, om te laten zien dat je jouw team serieus neemt. En leraren, kom op voor jezelf! Laat je horen als je vindt dat onderwijsvernieuwing niet in je eigen tijd hoort plaats te vinden.
Fenomeen 3: De familiegeschiedenis de rug toekeren
De term ‘onderwijsvernieuwing’ wekt weerstand op, want vernieuwen suggereert dat we alles voortaan over een andere boeg gooien: wat moet er anders, wat kan beter, wie of wat hebben we daarvoor nodig? Het is een misverstand dat onderwijsvernieuwing en -ontwikkeling alleen gaat over de toekomst. Gezinstherapeut Nagy beschreef in zijn contextuele gezinstherapie het belang van de familiegeschiedenis++NagyAan de hand van de contextuele gezinstherapie van Nagy kijkt men naar de verbondenheid van een persoon en haar of zijn relaties, over generaties heen. In een gezonde dynamiek is er sprake van een goede balans tussen geven en ontvangen, loyaliteiten en rechten en plichten., dat belang wil ik graag benadrukken in de context van de school.
Stel, de school is een gezin, dan bepaalt Onderwijsvernieuwing gaat niet altijd over alles anders doen, maar ook over goed kijken naar wat al goed gaat. de familiegeschiedenis hoe een team zich gedraagt: wat vinden leraren en de schoolleider wel en niet belangrijk, hoe communiceren ze met elkaar, waar krijgen ze energie van en waar lopen ze van leeg? De geschiedenis vormt de identiteit en het gedrag van het gezin. Als je werkt aan onderwijsvernieuwing is het dus belangrijk om te kijken naar de identiteit (de waarden van de groep) en het gedrag (wat doet de groep al goed). Onderwijsvernieuwing of -ontwikkeling gaat dus niet altijd over alles anders doen, maar ook over best practices: wat gaat al goed, waar mogen we trots op zijn, wat kunnen we uitbreiden en wat kunnen wij van elkaar en anderen van ons leren? Dat betekent overigens ook dat je de familiegeschiedenis een nieuwe wending mag geven, door iets dat niet meer van waarde is voor de groep los te laten.
Werk je aan onderwijsvernieuwing als begeleider of zit je er middenin? Herken je de overbezorgde ouder op jouw school? Heb je een team met opstandige kinderen, of heb ik je geprikkeld met deze aandachtspunten en wil je hierover doorpraten? Stuur mij een mail via sr@kl.nl.