Een lobbysucces als paradox
Thijs van Exel Adviseur zorgvernieuwing en sociale innovatieMet hun manifest ‘Scherp op ouderenzorg’ wisten Carin Gaemers en Hugo Borst afgelopen jaar 2.1 miljard euro extra voor verpleeghuizen te krijgen. Daarop volgt de vraag of dit geld wel goed besteed wordt. De politiek is het erover eens dat de verpleeghuiszorg beter moet, maar hoe blijft nog onduidelijk.
In NRC van 7 december 2017 staat scherp verwoord tot welk een paradox een schijnbaar lobbysucces kan leiden. Dat succes mochten Carin Gaemers en Hugo Borst afgelopen jaar vieren met hun manifest Scherp op ouderenzorg, waarmee ze de politiek opriepen om extra geld (uiteindelijk 2,1 miljard euro) naar de verpleegzorg te brengen. Dat kreeg in het negatieve klimaat rond verpleeghuizen natuurlijk de handen op elkaar: met dit extra geld konden de grote misstanden in de verpleeghuiszorg, aan den lijve ervaren door de moeders van het duo, aangepakt worden.
De feestvreugde maakte echter al snel plaats voor zorgen bij Gaemers: worden de 2,1 miljard euro wel goed besteed? Een hard steekspel in de Kamer laat vooral de gigantische kloof zien tussen de politiek en de praktijk die ze zo graag zou verbeteren. Gevoed door deze zorg zwierf Gaemers als ‘Nieuwspoortrapporteur’ door de gangen van het Binnenhof en sprak ze met politici, journalisten, lobbyisten, vertegenwoordigers van zorginstituties, oud-staatssecretaris Van Rijn en met twee oud-secretarissen-generaal (SG’s) van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS): Geert van Maanen (1998-2007) en Roel Bekker (2007-2013). Ze rapporteert een aantal interessante bevindingen in het woensdag verschenen Zorgneurose++ZorgneuroseHet rapport is hier te lezen via de website van Nieuwspoort..
De twee oud-SG’s van VWS leggen hun vingers op een zere plek: “De politiek, op wie Borst en Gaemers hun pleidooi richtten, bereikt overeenstemming over het wat, maar niet over het hoe.” Het zijn, in de woorden van de SG’s, de ambtenaren die (in tegenstelling tot enige tijd geleden++Hoe?De SG’s zeggen daarover dat ambtenaren ‘vroeger’ enkele scenario’s uitwerkten en voorlegden aan de ministerraad. Die had vervolgens de taak de keuze te maken en terug te leggen bij het ministerie) het voortouw nemen bij de besteding van deze munten waarbij ze zich baseren ‘op ontwikkelingen en draagvlak in de (zorg)sector’. En blij is het ministerie niet met het enorme bedrag: met de huidige verdeelsystematiek blijft er per huis niet zoveel over: genoeg voor een ‘goed feestje’ maar niet voor de beoogde kwaliteitsslag.
Maar hoe kan dat nou? In het AD (ook 7 december 2017) staat een interview met Gaemers waarin ze tenminste één reden geeft: van de grofweg 80 mille lump sum die een verpleeghuis krijgt per plek, komt “misschien de helft” aan op de locatie waar de oudere woontVan de grofweg 80 mille lump sum die een verpleeghuis krijgt per plek, komt “misschien de helft” aan op de locatie waar de oudere woont.. De rest? “Naar managers of IT’ers, ik weet het niet”, zegt Gaemers. Uit gesprekken met de instellingen blijkt echter niet dat ze vinden dat ze zelf fout zitten. Dat verklaart de titel van haar rapport: “Een neurose is een aandoening die te maken heeft met dwang en wanen. Dat zijn de pijlers waarop het systeem voor langdurige zorg is gebaseerd. Er moet van alles, en daardoor krijgen mensen ten onrechte het idee dat de zorg goed geregeld is.”
Deze wijsheid achteraf was wellicht goed van pas gekomen bij de lobby: meer geld leidt niet vanzelf tot betere zorg (waarbij niet is gezegd dat het niet kan helpen). De volgorde had misschien moeten zijn: eerst het rapport – om tot de conclusie te komen dat geld niet de oplossing gaat zijn – en daarna de lobby, die daarmee beter geïnformeerd was geweest. En Gaemers wellicht tevredener met de uitkomst ervan!
Dat neemt niet weg dat we onszelf in Nederland, door een woud van regels en systematieken aan te leggen, graag voorhouden dat ‘het goed geregeld is’In Nederland houden we ons graag voor dat door een woud van regels en systematieken aan te leggen ‘het goed geregeld is’., maar daar heeft een dwalende bestuurder of oudere met dementie niets aan. Gaemers’ rapport verdient daarom nog meer schijnwerpers dan het manifest – dat succes diende slechts om bloot te leggen waar de belemmering ligt om écht aan de praktijk te werken: in het systeem van de zorg zelf. Wordt de paradox dan toch nog opgelost?