Luxeprobleem?
Thijs van Exel Adviseur zorgvernieuwing en sociale innovatieOp 7 december 2017 maakte minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid bekend dat de extra investering van 2.1 miljard euro in ouderenzorg dit jaar al merkbaar moet zijn. Belangrijke randvoorwaarde hiervoor is voldoende goed opgeleide professionals. Dit doet Thijs van Exel de vraag stellen of deze extra investering dan niet beter besteed kan worden door collega Van Engelshoven van OCW.
Met een brief aan de Kamer maakte minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid (waar ook langdurige zorg onder valt) op 7 december 2017 bekend een ‘pact voor ouderenzorg’ te willen sluiten met alle organisaties die met deze zorg te maken hebben. Dit pact moet ervoor zorgen dat de extra investering in de ouderenzorg dit jaar al merkbaar wordt. ”Als oma er volgend jaar niets van merkt, dan hebben we het niet goed gedaan.”, zegt de minister in De Telegraaf van 8 december.
In de Kamerbrief die op 7 december is verstuurd, spreekt de minister over de impuls van 435 miljoen euro die in 2018 al wordt gegeven aan de verpleegzorg:
“De eerste betekenisvolle stap wordt in 2018 gezet met een impuls van 435 miljoen euro. Dit betekent concreet dat er meer tijd en meer aandacht voor een bewoner zal zijn (door meer mensen). Het contact en de afstemming met de familie zal geleidelijk ook intensiever kunnen worden. Op de ene plek zal er meer tijd en aandacht voor activiteiten zijn, op de andere plek meer tijd voor individuele aandacht. Ook komt er meer ruimte voor de afstemming tussen verschillende betrokken hulpverleners, waardoor de cliënt een betere en beter op elkaar afgestemde zorg ontvangt. Zo kan met de extra middelen in 2018 al een eerste stap worden gezet naar betere verpleeghuiszorg.”
Geen nieuws, maar wel prachtig voor de verpleeghuiszorg natuurlijk. Meer aandacht voor contact met familie, activiteiten, individuele aandacht en meer maatwerk – alle zaken waar Hugo Borst en Carin Gaemers zich met hun manifest hard voor hebben gemaakt. Goed dat daar nu concreet vervolg aan wordt gegeven. Verderop staat staat wel een belangrijke kanttekening:
“Een belangrijke randvoorwaarde is dat er voldoende goed opgeleide professionals zijn. Het verschil in de verpleeghuiszorg wordt immers gemaakt door deze mensen. Daarvoor is in het regeerakkoord 2,1 miljard euro structureel beschikbaar gesteld.”
In het stuk dat ik hier over dit onderwerp schreef, spreekt Carin Gaemers haar zorgen uit over de besteding van het geld. Van de grofweg 80 mille die een verpleeghuis krijgt per plek, komt “misschien de helft” aan op de locatie waar de oudere woont, en de rest “naar managers of IT’ers, ik weet het niet”, zegt Gaemers. Daar komt bij dat, volgens cijfers van Actiz, 70% van de verpleeghuizen een schrijnend tekort heeft aan verzorgend en verpleegkundig personeel. In de branche konden voor de zomer tienduizend vacatures al niet ingevuld worden en dat worden er nog veel méér door het nieuwe kwaliteitskader verpleeghuiszorgIn de branche konden voor de zomer tienduizend vacatures al niet ingevuld worden en dat worden er nog veel méér door het nieuwe kwaliteitskader verpleeghuiszorg.++Kwaliteitskader verpleeghuiszorgKwaliteitskader verpleeghuiszorgAls gevolg van de richtlijnen in het kwaliteitskader verpleeghuiszorg groeit de werkgelegenheid in mbo-
en hbo-geschoold verzorgend personeel nog eens met ongeveer 70 duizend werkenden extra. Dat voorspelt de Arbeidsmarktagenda 2023 ‘Aan het werk voor ouderen‘.
Het nieuwe kwaliteitskader is hier te lezen., een vergrijzende samenleving die bovendien steeds meer kwaliteit verlangt en een veranderende zorgvraag++Veranderende zorgvraagOok goed verklaard in de hierboven genoemde Agenda: “De toenemende zwaardere en complexere zorg voor
ouderen is in alle sectoren zichtbaar, merkbaar en voelbaar.” (p.9 e.v.)..
Gaat die impuls dan wel naar de goede plek? Oud-Secretaris Generaal van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Roel Bekker denkt in NRC van 8 december van niet: “Stort je 2 miljard euro op de rekening van de gezamenlijke verpleeghuizen dan gebeurt er nog niets.” Dat klinkt cynisch, maar het blijft een feit: geld uitgeven aan betere zorg betekent in de eerste plaats aan geschoolde verzorgers – en die moeten er dan wel zijn. Met andere woorden: is de impuls voor betere verpleeghuiszorg wel ondergebracht bij de juiste minister? Hoort dit geld niet eigenlijk thuis bij de nieuwe minister van OCW, Ingrid van Engelshoven? Zij heeft Middelbaar Beroeps- en Hoger onderwijs in haar portefeuille. Daar moet de komende jaren veel personeel vandaan komen, wil de verpleeghuiszorg de beloofde verbeterslag kunnen maken.
Deze 2,1 miljard euro extra lijkt misschien een luxeprobleem, maar kan een reëel politiek probleem worden. Geoormerkte euro’s zijn namelijk verdraaid lastig als je ze, in Haags jargon, wilt ‘ombuigen’: er is al bedacht welke minister het geld moet besteden en waaraan. Deze minister zei op NPO radio 1 (8 december) dat hij blij is met het geld, maar niet met de manier waarop het besteed moeten worden: volgensEr ligt een enorme urgentie om dit probleem van de verpleeghuiszorg via het onderwijs op te lossen. de kwaliteitseisen van het Zorginstituut. De Kamer gaat Hugo de Jonge daar echter wél aan houden: waar blijft het beloofde positieve effect van dat enorme bedrag? Daarom is het voor de minister misschien geen gek plan om het geld voor een deel naar Van Engelshoven te brengen. Zij zal er misschien niet op zitten te wachten, maar er ligt een enorme urgentie om dit probleem van de verpleeghuiszorg via het onderwijs op te lossen. Dat moet in de Kamer uit te leggen zijn!