Judith Blijden
longread

Maak van een docent geen jurist

Judith Blijden Adviseur auteursrecht en digitale cultuur

Door de opkomst van het internet gebruiken docenten steeds vaker auteursrechtelijk beschermd materiaal. Ons auteursrecht is zeer complex waardoor het moeilijk – zo niet onmogelijk – is voor docenten om te weten welk materiaal zij al dan niet mogen gebruiken. Daarom pleit KL voor een hervormd en geharmoniseerd auteursrecht met duidelijke, algemene regels voor het onderwijs en ruimte voor de docent om zijn werk te doen zonder de rechten van rechthebbenden te schenden.

Als we iets lezen over problemen in het onderwijs gaat het meestal over werkdruk, het lerarentekort++LerarentekortKL’s Nora van der Linden schreef eerder over haar visie op het lerarentekort in haar stuk ‘Lerarentekort – is het nou echt zo ingewikkeld? of klassengrootte. Ogenschijnlijk is auteursrecht een minder belangrijk thema, maar niks is minder waar. Verschillende vormen van technologie en het internet spelen een integrale rol in het onderwijs. Het gebruik van afbeeldingen, video’s en teksten is niet alleen eenvoudig, maar ook wenselijk geworden. Veel van zulke dingen die docenten nu dagelijks doen – of zouden willen doen – is nu echter niet legaal. Wij pleiten ervoor dat de auteurswet zo wordt veranderd dat docenten in staat zijn hoge kwaliteit onderwijs te geven, met de inzet van 21e-eeuwse middelen, op een legale manier.

Elke docent werkt, vaak zonder het te beseffen, met auteursrechtelijk beschermd materiaal. In de basis is dit door gebruik te maken van een lesboek – hiervan liggen de rechten bij een (educatieve) uitgever. Door technologische ontwikkelingen zijn leraren minder afhankelijk van het lesboek. Docenten kunnen nu veel makkelijker zelf materiaal verzamelen en maken om aan de behoeften van hun leerlingen te voldoen. Zo’n docent is bijvoorbeeld Joost van Oort. Joost geeft geschiedenis op het Sint-Joriscollege in Eindhoven. Hij heeft veel leerlingen in de klas die aan topsport doen en daardoor lessen missen. Daarom vatte hij het idee op om zijn lessen te filmen en te publiceren op YouTube. Handig, want zo konden de leerlingen die vaak afwezig waren alsnog zijn lessen volgen en kon hij in de les meer persoonlijke aandacht geven aan zijn leerlingen. Inmiddels is Joost een van de bekendste geschiedenisdocenten van Nederland en heeft zijn YouTubekanaal ‘Joost van Oort – JORTgeschiedenis’ meer dan 30.000 abonnees.

Deze manier van lesgeven is niet weggelegd voor alle docenten, maar het staat buiten kijf dat vrijwel iedereen in het onderwijs, zowel leraren als leerlingen, het internet gebruiken terwijl zij met onderwijs bezig zijn. Van het plukken van afbeeldingen van Google voor presentaties tot het gebruik maken van YouTube-video’s om een bepaald punt te illustreren. Het auteursrecht maakt dit echter illegaal of extreem onpraktisch.

Onnodige complexiteit

Afbeeldingen en video’s zijn auteursrechtelijk beschermd tenzij expliciet is aangegeven dat er andere gebruiksrechten gelden. Als er sprake is van auteursrechtelijk beschermde materialen betekent dat, dat alleen de rechthebbende mag bepalen of het materiaal door iemand anders gebruikt mag worden. Het feit dat dit materiaal vrij beschikbaar is op het internet, maakt hiervoor niets uit. Het uitgangspunt is dan ook dat in het leeuwendeel van de gevallen afbeeldingen en video’s die op het internet gepubliceerd staan, niet zomaar gebruikt mogen worden.In het leeuwendeel van de afbeeldingen en video’s die op het internet gepubliceerd staan, geldt dat deze niet zomaar gebruikt mogen worden.

Er bestaan verschillende uitzonderingen op dit basisprincipe. Zo mag in Nederland iedereen citeren uit een werk van een ander zonder daar toestemming voor te vragen. Ook is het toegestaan werken te parodiëren. Daarnaast bestaat er een uitzondering voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in het onderwijs (artikel 16 Auteurswet). Door deze uitzondering mag er gebruik worden gemaakt van auteursrechtelijke beschermd materiaal als dit ingezet wordt ter illustratie in het onderwijs. Hiervoor moet in zulke gevallen wel een vergoeding worden betaald. In Nederland wordt die betaling geregeld door Reprorecht. Deze organisatie incasseert vergoedingen voor het gebruik van informatie uit boeken, tijdschriften, kranten en andere publicaties. Wat er is toegestaan op een school, is per school wisselend++Hoe dit zit op jouw schoolWil je precies weten hoe het zit op jouw school, vraag na bij je directie of er richtlijnen zijn opgesteld. Mocht je nog resterende vragen hebben, neem dan contact met ons op. en hangt af van het soort materiaal dat er gebruikt wordt, de manier waarop dit materiaal gebruikt wordt, waar het gebruikt wordt en tenslotte verschilt het nog per opleidingsniveau.

Alsof dit nog niet complex genoeg is, zijn de regels omtrent auteursrecht ook nog verschillend per land. Als je als docent in Nederland dus samenwerkt met een docent in Polen om bijvoorbeeld gezamenlijk een lesprogramma samen te stellen over de rol van de media in de Koude Oorlog, moet je er rekening houden dat auteursrechtelijke zaken in Polen anders zijn geregeld dan hier. Dit soort samenwerkingen zijn geen toekomstmuziek, maar bestaan al. Zo is E-Twinning bijvoorbeeld een online platform waar docenten uit heel Europa communiceren, samenwerken, projecten ontwikkelen, delen en deel uitmaken van een Europese leergemeenschap. En bestaan er organisaties zoals EUROCLIO, de European Association of History Educators, die samenwerkingsprojecten faciliteren met Europese geschiedenisdocenten.

Duidelijke Europese regels voor meer onderwijsinnovatie

Het is vrijwel onmogelijk voor een docent te weten wat wel en niet mag.Het is vrijwel onmogelijk voor een docent te weten wat wel en niet mag. Juridische beperkingen en juridische onduidelijkheid zouden bovengenoemde initiatieven niet mogen tegenhouden. Sterker nog, beleid en wetgeving zouden dit soort initiatieven juist moeten faciliteren en promoten. Vaak wordt nagedacht over onderwijs in nationale contexten, terwijl er juist zoveel mogelijkheden zijn om samen te werken ongeacht voor welke school je werkt of in welk land je bent. Voor innovatief onderwijs dat verder kijkt dan instellingen en grenzen, is het belangrijk dat er Europese regels komen die duidelijkheid scheppen over hoe leraren en docenten materiaal kunnen gebruiken en delen.

Hoewel iedereen het eens is over het grote belang van onderwijs, blijft een goede auteursrechthervorming++AuteursrechthervormingKennisland houdt zich al jaren bezig met een beter auteursecht. Lees hierover meer op onze themapagina. voor onderwijs lastig. In 2016 is Kennisland gestart met het project ‘Copyright for Education’ in samenwerking met Communia Association for the Digital Public Domain++Communia associationKennisland is een van de oprichters van Communia en werkt in deze capaciteit aan een verbetering en bescherming van het gehele publieke domein.. Copyright for education heeft als doel het auteursrecht voor het onderwijs te verbeteren. We maken ons sterk voor een auteursrecht dat hetzelfde is in elk EU-land en dat duidelijk aangeeft of er (digitaal) gebruik mag worden gemaakt van materiaal als dit voor onderwijsdoeleinden is. Hoewel iedereen voor goed onderwijs is, blijkt de praktijk weerbarstig en lukt het vooralsnog vaak niet om de onderliggende problemen in het auteursrecht in positieve zin te veranderen.

De EU beslist (sommige dingen)

In 2016 heeft de Europese Commissie een nieuw voorstel gepresenteerd voor een richtlijn voor Auteursrecht in de eengemaakte markt++Richtlijn voor Auteursrecht in de eengemaakte marktLees hier meer over in onze beleidspaper over de richtlijn en de daarin opgenomen onderwijsuitzondering. . Dit wetsvoorstel bevat onder andere een onderwijsuitzondering die een balans tussen auteursrecht en het onderwijs probeert te treffen. Zodra deze richtlijn definitief is, zal deze in alle EU-landen worden geïmplementeerd, dus ook in Nederland. Dit betekent dat een aantal dingen zal veranderen.

Het voorstel uit 2016 bevat een aantal goede punten. Zo is de onderwijsuitzondering een verplichte uitzondering. Dat betekent dat de uitzondering op dezelfde manier moet worden geïmplementeerd in elk land. Dit voorkomt verwarring als samenwerkingen over landsgrenzen georganiseerd worden. De Juridische Commissie van het Europees Parlement heeft ook een aantal verbeteringen voorgesteld die zouden betekenen dat naast onderwijsinstellingen ook erfgoedinstellingen, zoals musea en archieven, gebruik kunnen maken van de onderwijsuitzondering. Dit soort instellingen geven immers ook onderwijs en hun kennis en expertise is een waardevolle toevoeging voor leerlingen en studenten.Erfgoedinstellingen geven ook onderwijs en hun kennis en expertise is een waardevolle toevoeging voor leerlingen en studenten.

De kennis die leerlingen in musea opdoen, is een waardevolle toevoeging aan het reguliere onderwijs.
Docent geeft les in een museum.

De kennis die leerlingen in musea opdoen, is een waardevolle toevoeging aan het reguliere onderwijs.

 

Toch is het huidige voorstel niet wat wij ervan hadden verwacht. Daarom zijn we sinds het voorstel voor de nieuwe auteursrichtlijn werd gepresenteerd in 2016 met een groot aantal andere (onderwijs)organisaties++Copyright for educationLees hier meer over onze beweging en wie daarbij hoort. een beweging gestart die zich uitspreekt over hoe dit voorstel beter kan. Doordat er doorgaans niet veel onderwijsbeleid op Europees niveau wordt gemaakt, zijn onderwijsorganisaties niet goed vertegenwoordigd op Europees niveau. Dit is jammer. Hoewel onderwijs niet de hoogste prioriteit heeft voor de EU, gaat er wel veel geld++Veel geldZo besteedt de EU via het programma Horizon2020 bijna € 80 miljard euro aan onderzoek, onderwijs en innovatie initiatieven. in om en worden er belangrijke beslissingen genomen. Een bekend voorbeeld van een EU-programma is Erasmus+, het Europese uitwisselingsprogramma dat studenten in stelt staat een semester aan een buitenlandse universiteit te studeren. Bovendien staat de onderwijssector (gelukkig) niet los van de rest van de samenleving. Dit betekent dat Europees beleid en wetgeving dat zich niet specifiek richt op onderwijs, alsnog grote impact kan hebben op het onderwijs. Dit is het geval met betrekking tot het auteursrecht.

Met deze nieuwe beweging willen we vooral dat de nieuwe auteursregels aansluiten op wat docenten doen, en waarschijnlijk meer gaan doen de komende jaren. We willen vooral dat de nieuwe auteursregels aansluiten op wat docenten doen, en waarschijnlijk meer gaan doen de komende jaren. Dit doen we door te lobbyen in Brussel met hulp van onderzoek, beleidsnota’s en door beleidsmakers te overtuigen op events.

Stop de versnippering van auteursrechtregels

We zijn er nog niet. Het voorstel bevat een artikel dat stelt dat EU-lidstaten ervoor kunnen kiezen auteursrechtelijke zaken te regelen via licenties, in plaats van het gebruik in het onderwijs via de uitzondering te regelen. Een licentie is een (schriftelijke) juridische toestemming van de rechthebbende waarin wordt aangegeven onder welke voorwaarden een gebruiker, bijvoorbeeld een school of een erfgoedinstelling, het materiaal mag gebruiken. In veel gevallen is dit tegen betaling++Creative Commons-licentiesEen belangrijke uitzondering hierop zijn de Creative Commonslicenties, die – onder bepaalde voorwaarden – gratis gebruik toestaan aan iedereen. Kennisland is oprichter van Creative Commons in Nederland.  . Een dergelijke toepassing van een licentiesysteem is nadelig voor scholen, omdat ze zeer waarschijnlijk meer zullen moeten gaan betalen en moeten uitzoeken bij welk materiaal welke licentie hoort. Het licentiesysteem zou op die manier wederom het juridische kader waarin docenten hun werk moeten doen versnipperen, terwijl een algemene onderwijsuitzondering juist zou harmoniseren.

Het is goed om te realiseren dat een onderwijsuitzondering alleen gebruik toestaat dat niet in strijd is met de normale exploitatie van het gebruikte werk++Berner ConventieDe Berner Conventie stelde in 1886 de belangrijkste principes vast van ons huidige auteursrechtsysteem. Het legt een minimale beschermingstermijn vast (momenteel 50 jaar na het overlijden van de langstlevende auteur) en stelt minimale eisen waaraan alle uitzonderingen en beperkingen aan moeten voldoen. De Berner Conventie is ondertekend door 175 landen.
. Daarnaast mag er geen onredelijke inbreuk zijn op de – bijvoorbeeld morele – belangen van de auteur. Het is dus niet zo dat docenten onder het mom van een uitzondering hele films mogen delen met hun leerlingen of lesboeken gratis mogen gebruiken. Hiervoor zal altijd moeten worden betaald, zodat makers beloond worden voor het werk dat zij doen en ook in staat worden gesteld om te blijven maken.

Stel docenten in staat hun werk goed te doen

Docenten zouden zich niet bezig moeten houden met het auteursrecht. Zij hebben al hun tijd nodig om goed onderwijs te geven.Docenten zouden zich niet bezig moeten houden met het auteursrecht. Zij hebben al hun tijd nodig om goed onderwijs te geven. Daarnaast zouden we innovatieve, internationale samenwerkingsinitiatieven moeten aanmoedigen. De huidige juridische werkelijkheid moet hiervoor aanzienlijk worden verbeterd. Het Europese wetsvoorstel kan de eerst stap in de goede richting zijn, maar stelt nog altijd teleur. Daarom roepen wij alle wetgevers op – nu en als het voorstel wordt geïmplementeerd op nationaal niveau – om nogmaals hiernaar te kijken. Het is van groot belang dat verbeteringen die het auteursrecht versimpelen, gesteund worden. Alleen zo zorgen we ervoor dat docenten geen juristen hoeven te worden.

Wil je met ons verder praten en/of actief worden in onze beweging ‘copyright for education’? Neem contact op: jb@kl.

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.