Thijs van Exel
Opinie

Niet alleen tellen, maar ook vertellen

Thijs van Exel Adviseur zorgvernieuwing en sociale innovatie

Statistieken kunnen de aanzet geven tot actie, geven spelers de ‘voorzet’, maar vertellen helemaal niets over welke acties, en welke eventuele nieuwe spelers, daarbij nodig zijn. Cijfers ondersteunen het generieke. Thijs pleit voor veel meer aandacht voor verhalen, die juist het bijzondere ondersteunen.

Op dit moment wonen er drie miljoen mensen van boven de 65 jaar in Nederland, waarvan 700 duizend boven de 80. Dat worden er de komende jaren meer én mensen worden ouder (levensverwachting vrouwen nu: 83,3 tegen 89,9 jaar in 2060; mannen 79,9 nu, 83,2 in 2060). Die ‘dubbele’ vergrijzing kost ons een hoop en gaat nog veel meer kosten. Vooral de kosten van langdurige zorg – voor een groot deel de ouderenzorg – zijn enorm: 19,7 miljard in 2015++Financiële vruchtenDat is een daling van 8 miljard t.o.v. de kosten van de AWBZ die tot 31 december 2014 gold. Dus de beoogde besparing van de decentralisaties lijkt hier in ieder geval financiële vruchten af te werpen. Lees meer. Terwijl we te maken krijgen met vergrijzing, blijft de beroepsbevolking ongeveer gelijk. Stijgende kosten staan tegenover gelijkblijvende inkomsten.

Dit soort statistiek werkt goed om aandacht te vragen voor problematiek: zorg moet op een andere manier worden georganiseerd, en behalve effectiever ook efficiënter worden. De decentralisaties in de zorg, per 1 januari 2015 een feit, zijn daarop het antwoord geweest van het kabinet. De zorg wordt sindsdien door gemeenten georganiseerd++DecentralisatiesLees alle details hier, en mijn observaties op deze transitie hierhier en hier.: dichter bij burgers en op basis van daadwerkelijke behoefte en noodzaak. Maar het is een bezuinigingsmaatregel, dus mensen worden ook geacht langer zelfstandig te blijven wonen én meer in hun informele netwerk op te lossen, om zo minder aanspraak te maken op professionele zorg. Dit nieuwe stelsel is daarmee op papier een stuk efficiënter en effectiever. Maar veel meer dan ‘papier’ is het niet. Want hoewel de getallen deze beweging dicteren, zeggen ze niets over hoe dat in de praktijk moet.

Met andere woorden: statistieken kunnen de aanzet geven tot actie, geven spelers de ‘voorzet’, maar vertellen helemaal niets over welke acties, en welke eventuele nieuwe spelers, daarbij nodig zijn.

Dominante logica van instituties houdt beweging tegen

Op dinsdag 21 juni vond de Stadsconferentie Oei, ik groei’++Oei ik groeiLees het verslag hier. plaats in verzorgingstehuis De Open Hof in Amsteldorp, de wijk waar de effecten van twee++Huidig labLees hier over het social lab dat we er nu doen. van onze social labs inmiddels merk- en voelbaar zijn in een aantal prototypen++ProtoypenLees hier onze publicatie over de prototypen die uit Amsteldorp zijn voortgekomen. die op dit moment dichtbij adoptie staan. Ik heb me ingespannen om deze conferentie, niet eens onze conferentie, in Amsteldorp te laten plaatsvinden. Simpelweg om mensen de ervaring te geven wat ouder worden in deze wijk betekent. Met het nieuwe stelsel als nieuwe, onzichtbare, maar o zo voelbare werkelijkheid.

Tijdens de conferentie lieten we bestuurdersStatistieken kunnen de aanzet geven tot actie, geven spelers de ‘voorzet’, maar vertellen helemaal niets over welke acties, en welke eventuele nieuwe spelers, daarbij nodig zijn., instituties, burgers en burgerinitiatieven kennismaken met één van de concepten uit het social lab: de Woningruilweken, een manier om slimmer om te gaan met de sociale woningvoorraad. Het concept is met bewoners en corporaties ontwikkeld als antwoord op het probleem van langer zelfstandig moeten wonen – in woningen waar dat vaak niet kan, in een stelsel waarin voorzieningen óf duur zijn óf niet meer bestaan.++VoorbeeldDe Open Hof is een goed voorbeeld: ooit een bejaardenhuis, nu een verzorgingstehuis voor ouderen die het écht niet meer alleen redden.

Het ‘ruilbord’ is onderdeel van het prototype en is bedoeld als middel om zichtbaar te maken dat je mee wilt doen aan de Woningruilweken.
Ruilbord

Het ‘ruilbord’ is onderdeel van het prototype en is bedoeld als middel om zichtbaar te maken dat je mee wilt doen aan de Woningruilweken.

Verhalen staan centraal in het social lab: etnografische data die het startpunt vormen voor nieuwe interacties, betere concepten voor dienstverlening en effectiever beleid. Verhalen zijn ook een sterk middel om vertrouwen op te bouwen binnen een gemeenschap en tussen mensen en instituties. Cijfers doen dat niet, of wekken zelfs wantrouwen.

Hoewel verhalen niet standaard op vertrouwen kunnen rekenen als bewijs, is de vergelijking met cijfermatige data hier niet relevant: het woningruilconcept was gewoonweg nooit tot stand gekomen wanneer de dominante logica van instituties was gevolgd. Daarvoor is het te kleinschalig (nu nog), is de ‘populatie’ waarmee dit idee is gemaakt niet representatief genoeg (totaal aantal betrokkenen tot nu minder dan dertig mensen) en is het niet a-politiek genoeg (publiek geld moet op transparante wijze worden toebedeeld aan publieke belangen). Het is in al die zaken Mensen zijn niet ‘generiek’ maar ‘bijzonder’ en naarmate we verwachten dat mensen meer in hun informele netwerken gaan oplossen om zo langer zelfstandig te blijven, voegen we complexiteit toe en is generiek beleid exponentieel minder effectief.in feite het tegenovergestelde en tóch slaagt het idee erin om bewoners, beleidsmakers, woningcorporaties en stadsdeelbestuurders in beweging te brengen.

Testen, testen en nog eens testen

Daar zit precies de kern van het social lab. Terwijl generiek beleid, dat veralgemeniseert op basis van statistische gegevens, veiligstelt dat de gemiddelde oudere toegang heeft tot basisvoorzieningen, moet er óók worden begonnen bij het ‘bijzondere’: de toenemend complexe wereld van mensen die een prettig leven willen hebben, ondanks of dankzij die voorzieningen.

Mensen zijn niet ‘generiek’ maar ‘bijzonder’ en naarmate we verwachten dat mensen meer in hun informele netwerken gaan oplossen om zo langer zelfstandig te blijven, voegen we complexiteit toe en is generiek beleid exponentieel minder effectief. Dat geldt zéker ook voor de ouderen in Amsteldorp, die op minimuminkomens leven, geconfronteerd worden met de boodschap dat ze meer zelf moeten oplossen, terwijl ze langer zelfstandig moeten blijven in woningen die daarvoor ongeschikt zijn. Om voor deze mensen passende oplossingen te ontwikkelen is goed generiek beleid niet genoeg. Er bestáát geen algemene oplossing voor deze bijzondere situaties. Daarvoor wil je juist mét deze mensen ontdekken wat er werkt. En dat testen, testen en nog eens testen. Net zolang totdat die beweging ontstaat die op de conferentie zo mooi duidelijk werd.

Eigenlijk is het de nieuwe logica: je decentraliseert de zorg, beweegt van het generieke naar het bijzondere, en relativeert de waarde van calculaties en ramingen bij het blootleggen van behoeften van burgers. Put your money where your mouth is; als de behoeften van burgers écht je kompas zijn, maak dan plaats voor hun verhalen bij het ontwerpen van diensten en beleid. Als ‘bewijs’ er echt toe doet, moet je ook willen weten wat er achter de cijfers schuilt. Daar ligt een enorme rijkdom.

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.