Oproep van een betweterige taalfreak
Voor sommigen van mijn vrienden die een sollicitatiebrief moeten schrijven, is het handig. Voor sommigen van mijn collega’s is het pure noodzaak als ze een offerte moeten schrijven. Maar voor mijzelf voelt het soms als een handicap of een last: taalgevoeligheid.
Oké, taal is zeg maar ook echt míjn ding. Maar, deze gave heeft een keerzijde. Het lukt me namelijk niet om gewoon een boek, artikel, tweet of sms’je te lezen zonder op de spelling te letten. Lange tijd heb ik als een soort taalactivist mijn ouders, vrienden en weet ik wie nog meer geprobeerd ‘op te voeden’. Ik had de illusie dat iedereen wel benieuwd was hoe je iets in correct Nederlands spelt en dat men dat bovendien van mij wilde horen. In plaats daarvan werd ik vooral gezien als een betweterige taalfreak.
Inmiddels ben ik wat milder en zie ik dat de meeste mensen in mijn omgeving juist wel graag goed spellen, maar voornamelijk als het om belangrijke teksten gaat. In hoeverre een tekst van belang is, bepaalt de schrijver meestal zelf. Spelfouten maken hangt dus niet alleen samen met taalgevoel, maar ook met interesse en zorgvuldigheid. En dat is waar de schoen vaak wringt. Mensen worden slordiger naarmate ze iets minder belangrijk vinden. Een mailtje wordt meestal niet eens nagelezen voordat het verstuurd wordt. Terwijl voor een sollicitatiebrief soms meerdere correctoren ingeschakeld worden.
‘Die meisje’
Natuurlijk is taal aan verandering onderhevig. Zo worden straattaal (‘vet’), Engelse uitdrukkingen (‘chill’), marketingtermen (‘levelen’) en door journalisten (‘familiedrama’) of politici (‘lenteakkoord’) verzonnen woorden steeds sneller opgenomen in het dagelijks taalgebruik. Dat geldt ook voor grammaticale onjuistheden, zoals ‘die meisje’. Daarnaast worden we in correspondentie (steeds vaker via sociale media) steeds informeler. Hierdoor bekruipt me soms het nare gevoel dat ik vecht tegen de bierkaai, vasthoud aan iets archaïsch en me ooit moet neerleggen bij een niet te stoppen verloedering van het Nederlands. Misschien ben ik over tien jaar wel een van de weinigen die het niet over ‘die meisje’ heeft…
Tot die tijd geef ik de strijd niet zomaar op en probeer ik zo vriendelijk mogelijk mijn omgeving te ondersteunen met taaladvies. Want het is heus niet zo dat ik mensen die veel spelfouten maken minder serieus neem, maar het belemmert me wel in het lezen van hun boodschap. Daarnaast bezorgt het me (onnodige) ergernis omdat het lijkt alsof ze wat ze hebben geschreven niet belangrijk genoeg vinden. En ik ben vast niet de enige die afgeleid raakt door spel-, stijl- en grammaticale fouten. Dus als taal niet zo je ding is, laat zien dat wat je schrijft wel degelijk belangrijk is en hou een beetje rekening met ‘gehandicapte’ mensen zoals ik.