Positie van kunst en cultuur ter discussie
Al geruime tijd staat de maatschappelijke positie van kunst en cultuur ter discussie. Het televisieprogramma NOVA peilde de mening van de burger over dit onderwerp. Wat blijkt? Kunst en cultuur is een populaire bezuinigingspost. In het oplaaiende debat rond de aankomende verkiezingen spreken sommige politieke partijen zich ook openlijk uit voor bezuinigingen. Dat er iets moet veranderen is duidelijk, maar gooien we het kind niet al te snel met het badwater weg? Zijn we werkelijk bereid om kunst en cultuur aan de markt alleen over te laten?
Verlies aan draagkracht
De kunst- en cultuursector heeft al jaren te maken met tegenvallende bezoekersaantallen, het bereiken van jonge en allochtone doelgroepen en dalende inkomsten. De kiezer lijkt de sector hier in deze tijden van crisis hard op af te gaan rekenen, afgaande op het onderzoek van NOVA.
Uit het onderzoek blijkt dat zes op de tien Nederlanders wil dat kunst en cultuur in de top vijf van populairste bezuinigingsposten staan. Op nummer één staat ontwikkelingssamenwerking. Kunst en cultuur en Defensie staan op een gedeelde tweede plaats. Daarna volgen wonen, en landbouw en visserij.
Meer tekenend in het onderzoek is misschien nog wel dat slechts drie procent van de Nederlanders in het onderzoek op de vraag waarop absoluut niet bezuinigd mag worden, voor kunst en cultuur koos. Met andere woorden: slechts een klein deel van de kiezers zegt ja tegen een stimulerende rol van de overheid voor kunst en cultuur.
Bekijk hier de uitzending van NOVA
Download hier het onderzoek van NOVA
beeld: Linkse Hobby’s
Snijden in linkse hobby’s
In de aanloop naar de verkiezingen neemt een aantal politieke partijen een duidelijke stelling in voor het beperken en afschaffen van de cultuursubsidies. D’66 wil bijvoorbeeld een investeringsfonds en het voor burgers fiscaal aantrekkelijk maken om te investeren in kunst en cultuur. De VVD wil subsidies verlenen in de vorm van garantiestellingen en leningen via private fondsen en pleit onder andere voor een Geefwet, de afschaffing van de WWIK en de cultuurkaart. Kijk hier voor een selectie van de punten over kunst en cultuur per partij.
De PVV heeft aangekondigd te willen gaan snijden in "linkse hobby’s" zoals de kunstsubsidies. Als reactie hierop ontstond op internet de tegenbeweging Linkse Hobby, een initiatief van een aantal HKU-studenten, waar cultuurminnaars elkaar ontmoeten en foto’s delen van cultuuruitingen die we zouden moeten missen. Inmiddels steunen 3.787 mensen deze actie op Facebook. Waarbij het soms wel de vraag is of dit een stem voor cultuur is of tegen Wilders?
Kind met het badwater weggooien
In het scenario dat overheidssubsidies beperkt of afgeschaft worden en de kiezer uit het NOVA-onderzoek gehoor krijgt, is het risico aanwezig dat de inspanningen die de afgelopen jaren zijn verricht om de sector te vernieuwen, ondernemender en minder "subsidieverslaafd" te maken teniet gedaan worden. Het kind wordt dan met het badwater weggegooid.
Eind 2006 is vanuit de culturele sector een beweging tot stand gekomen die de bijdrage van kunst en cultuur aan de maatschappij beter voor het voetlicht wil brengen en de potentie van de sector meer wil benutten. In 2008 werd door de Commissie Cultuurprofijt een mentaliteitsverandering in de culturele sector en bij de overheid bepleit. Met "Vernieuwing" en "Ondernemerschap" als sleutelbegrippen.
Sindsdien hebben instellingen een norm voor het verwerven van eigen inkomsten gekregen. Op dit moment moeten instellingen ten minste 17,5 procent van hun inkomen zelf verwerven uit de verkoop van bijvoorbeeld kaartjes. Wie meer inkomsten verwerft, moet een deel van de subsidie weer inleveren. Uit onderzoek van Berenschot blijkt dat 37 procent van de inkomsten eigen inkomsten zijn. En om een beeld te krijgen van hoeveel subsidie er nu in totaal naar kunst en cultuur gaat. In 2007 was dit 0,56 procent van de totale rijksbegroting (bron: NOVA).
Verder is er naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Cultuurprofijt naast de inkomstennorm door het ministerie van OCW een regeling in het leven geroepen om het verdienvermogen te vergroten en een regeling om de innovatieve kracht te versterken. De vraag die overblijft, is of de sector genoeg tijd van de overheid krijgt om zich te bewijzen en de verandering door te maken van "subsidieverslaafd" naar "innovatief en ondernemend". De twee in het leven geroepen regelingen zijn pas net van start gegaan en hebben nog weinig concrete resultaten of doorbraken gecreëerd.
Nieuwe garde
Kunst en cultuur behoren tot een van onze belangrijkste maatschappelijke verworvenheden en zijn een belangrijke motor voor economische ontwikkeling. En om deze redenen behoort het tot de kerntaken van een overheid. Zoals de peilingen er nu voor staan, zal de sector echter steeds minder kunnen uitgaan van een stimulerende overheid. In grote passen zal de sector hierin zelf meer verantwoordelijkheid moeten gaan nemen. Want, de maatschappelijke positie van kunst en cultuur staat op het spel.
Een nieuwe garde van slimme ondernemende kunst en cultuur professionals is aan zet om hier verandering in te brengen. En zolang er spontane burgerinitiatieven als die van de cultuurminnende "Linkse Hobbyisten" kunnen ontstaan, ben ik ervan overtuigd dat dat kan gebeuren. Welke culturele of kunstinstelling durft de verbinding met hen aan te gaan en zich open te stellen om van hen te leren?