Dr. Dre staat bij velen bekend als een begenadigd rapper, artiest en succesvol ondernemer. Hij scoorde in het vorige decennium grote hits en naar zijn nieuwe album wordt vol verwachting uitgekeken. De afgelopen jaren vergrootte hij zijn imperium met de ontwikkeling en verkoop van de zeer populaire ‘Beats by Dre’-koptelefoons, in samenwerking met platenbaas Jimmy Iovine. Vorige week voegde hij nog een bladzijde toe aan zijn CV; hij werd filantroop. De University of South California (USC) in Los Angelos kan namelijk rekenen op een donatie van maar liefst 70 miljoen dollar. Een groots gebaar, maar wat betekent dit voor het onderwijs aan deze universiteit? En zou zoiets in Nederland kunnen?
Foto: Jason Persse (CC-BY-SA)
De academische wereld lijkt erg ver verwijderd te zijn van het leven van Dr. Dre. Dre, geboren als Andre Young, en zakenpartner Iovine maken er geen geheim van zelf geen college te hebben gevolgd. Wat drijft hen dan een groot deel van hun kapitaal te doneren aan een onderwijsinstelling? Met de donatie wordt de nieuwe Academy of Arts, Technology and the Business of Innovation opgericht. Vanaf najaar 2014 zullen de eerste studenten een curriculum doorlopen dat uiteindelijk leidt tot een diploma met een mix van business, marketing, product development, design en liberal arts. Volgens Erica Muhl, de dean van de fine arts school van USC krijgen studenten de vrijheid om te laveren tussen klaslokaal, lab, studio en workshop, zowel individueel als in groepen. “They will be able to blow past any academic or structural barriers to spontaneous creativity”. Dit moet studenten de creatieve ruimte bieden die Young en Iovine ook hebben genoten buiten de muren van de universiteit.
Creatieve ruimte onder voorwaarden
Allereerst is het natuurlijk een prachtig gebaar dat beide ondernemers een groot deel van hun kapitaal doneren aan het onderwijs. Een deel van het geld zal, naast de oprichting van de Academy, via studiebeurzen worden uitgekeerd aan studenten die minder te besteden hebben. De Verenigde Staten hebben een lange traditie van particuliere giften, waardoor universiteiten vaker donaties van deze orde ontvangen. Het komt echter niet vaak voor dat er nieuwe faculteiten of studierichtingen mee gefinancierd worden, aldus Rae Goldsmith van de Council for Advancement and Support of Education, die dit soort donaties bijhoudt. Dit biedt USC aan de ene kant een unieke kans, maar zo’n grote gift is niet zonder randvoorwaarden. In een interview met de New York Times zetten Young en Iovine hun motivatie voor dit ambitieuze project uiteen.
Toen ze startten met hun bedrijf in koptelefoons bleek het in Sillicon Valley lastiger dan je zou verwachten om goede softwareontwikkelaars en marketeers te vinden. Het is niet verwonderlijk dat Iovine dit schaarsteprobleem op een bedrijfsmatige manier bekeek. Hij vertaalde dit gebrek aan geschikte werknemers als het ontbreken van een product in de markt. “It came out of us trying to find people to work for us. In this case, the kids are the product”, aldus Iovine. Ze hopen dan ook dat de nieuwe Academy hen zal voorzien van toekomstige werknemers voor hun uitdijende imperium. Ze hopen dat één van hun studenten zich zal ontpoppen als de nieuwe Mark Zuckerberg, de topman van Facebook. Dat dit door hen ontdekte talent onder de vleugels van Young en Iovine zal vallen is dan een logische vervolgstap. Hiermee volgen ze een trend onder beroemdheden, die zich steeds meer bezighouden met het investeren in veelbelovende start-ups.
Onderwijs als investering?
De vraag rijst wat deze wensen voor invloed zullen hebben op de invulling van het curriculum. In hoeverre zijn beide donateurs betrokken bij het onderwijsprogramma? Blijft de universiteit in staat haar eigen academische principes te behouden? Dat je rekening moet houden met de wensen en belangen van financiers is niet nieuw. Dit geldt voor iedere sector, dus ook in het onderwijs. Onderwijs is echter een universeel basisrecht en zou vanuit die gedachte onafhankelijk moeten zijn. Nu is het onderwijssysteem in de Verenigde Staten anders georganiseerd dan in Nederland. Naast met publiek geld gefinancierde universiteiten bestaan er vele privaat gefinancierde onderwijsinstellingen. USC is zo’n universiteit en heeft in die hoedanigheid ervaring met donaties van deze orde. Toch ben ik benieuwd wat voor gevolgen zo’n donatie heeft voor het studieprogramma, zeker als de donateurs zo expliciet zijn in hun motieven.
In Nederland hebben wij minder ervaring met dit soort donaties. Weliswaar zijn in het verleden bij de oprichting van enkele Nederlandse universiteiten particuliere donateurs zeer belangrijk geweest, een soortgelijke gift als die van Young en Iovine is zeldzaam. Tegenwoordig worden donaties beheerd in fondsen met verschillende doelen. Deze kunnen bijvoorbeeld studie- en reisbeurzen verstrekken en bijzondere culturele collecties ondersteunen. Ook financieren zij promotietrajecten en leerstoelen. Dit valt echter in het niet bij de op- en inrichting van een geheel nieuwe studierichting, zoals nu op USC gebeurt.
Wel zagen we recentelijk in Nederland een donatie van deze omvang in een andere sector. Mediatycoon Joop van den Ende droeg met een gift van 65 miljoen euro bij aan de totstandkoming van het DelaMar Theater in Amsterdam. Hij zal ontgetwijfeld invloed hebben op de programmering. Hier gaat het echter om een commercieel aanbod van entertainment, en niet om een publiek goed als het onderwijs. Ondanks ons (voornamelijk) met publiek geld gefinancierde onderwijssysteem ben ik toch benieuwd wat er zou gebeuren als een Nederlandse artiest een soortgelijke donatie zou maken aan een Nederlandse onderwijsinstelling. Stel je voor dat Frans Bauer 10 miljoen euro doneert aan de Popacademie in Tilburg die van dit geld een afstudeerrichting ontwikkelt met als doel studenten op te leiden tot werknemers van Bauers bedrijf. Over smaak valt niet te twisten, maar een dusdanige mogelijke invloed door middel van financiering op welke vorm van onderwijs dan ook lijkt mij geen wenselijke ontwikkeling. Mijns inziens moeten studenten te allen tijde onafhankelijke keuzes kunnen maken en hun eigen doelen kunnen nastreven, zonder beïnvloed te worden door externe belangen.
Naast de mogelijke invloed van dit soort publieke financiering op het studiecurriculum kan dit ook gevolgen hebben voor de docenten die deze stof moeten doceren. In het onderwijs is al tijden een tendens gaande richting het behalen en meten van resultaten. Er is een grote behoefte aan concrete bewijzen dat de geschonken middelen goed worden besteed. Nu gebeurt dit in Nederland door de onderwijsinspectie, maar wie weet welke additionele controle er plaats zal vinden wanneer een onderwijsinstelling een particuliere donatie van deze orde ontvangt. De noodzaak tot (complexe) verantwoording zal verder toenemen, waardoor de professionele ruimte van leraren zal afnemen.
Gelukkig zie ik het hierboven geschetste scenario niet zo snel in Nederland gebeuren. Wat de uitkomsten van Young en Iovines inspanningen in Californië zijn is nog afwachten. “We have no idea where this is going. It is definitely a stepping stone to something”, aldus Dr. Dre. Gezien de carrière van beide mannen kan het haast niet anders dan dat ook hun onderwijsproject slaagt. Laten we hopen dat dit ook voor de carrières van de toekomstige studenten geldt.
Jos van Kuik