Opinie

Social Safari: eerste stappen in de jungle van het passend onderwijs

Wat betekent passend onderwijs voor een leerkracht en voor de school?

Afgelopen week werd het kantoor van Kennisland overspoeld door de Social Safari 2011. De Safari is inmiddels een beproefd concept: dertig deelnemers met verschillende achtergronden vanuit de hele wereld werken samen aan complexe cases van verschillende opdrachtgevers met als doel in vijf dagen niet per se een advies of oplossing te geven, maar vooral een stap in de goede richting te zetten. Een combinatie van hart, hoofd en actie, met als doel Nederland weer een beetje mooier en beter te maken. 

Pressure cooker. Nora is de tweede van rechts.

Een van de opdrachtgevers was ABC Onderwijsadviseurs, een organisatie die scholen, leraren, ouders en kinderen begeleidt en adviseert, met als motto ‘goed onderwijs is de beste vorm van zorg’. De vraag van ABC aan de Safari was: ‘Wat betekent passend onderwijs voor een leerkracht en voor de school?’ Hoe kunnen we er voor zorgen dat passend onderwijs omarmd wordt door leraren in regulier primair onderwijs? En wat kan ABC doen om daaraan bij te dragen?

Passend onderwijs vs. goed onderwijs?

Volgens de PO-raad ‘staat passend onderwijs voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind en iedere jongere onderwijs dat aansluit bij diens mogelijkheden en talenten. Geen kinderen tussen de wal en het schip dus.’ Voor kinderen die extra zorg nodig hebben in het regulier onderwijs is er het zogenoemde ‘rugzakje’, extra geld om zorg in te kopen van ambulante begeleiders. Voor scholen geldt een ‘zorgplicht’. Scholen moeten alle kinderen, ongeacht hun beperking, onderwijs kunnen bieden en als dat niet kan, moet de school in samenwerking met andere scholen een betere oplossing vinden. Dit heeft tot doel dat zo min mogelijk ‘speciale’ kinderen thuis komen te zitten en onderwijs zo veel mogelijk op de individuele vraag van het kind is toegespitst. Een van de gevolgen van het passend onderwijs zal zijn, dat er meer kinderen met een zorgvraag in het reguliere onderwijs terecht zullen komen. Dit zal, zoals ABC heeft geconstateerd, meer vergen van leraren in het primair onderwijs.

Hoe verhoudt passend onderwijs zich tot goed onderwijs? Tijdens de Safari hebben we geprobeerd ‘goed onderwijs’ te definiëren, omdat we na een paar gesprekken met leraren de indruk kregen dat op veel scholen ‘onderwijs op maat’ al vanzelfsprekend is. We kwamen tot het volgende. Goed onderwijs is:

  • Scholen met open deuren waar iedereen voortdurend leert (kinderen, leraren, ouders);
  • Het gedeelde besef dat iedereen speciaal is: diversiteit is de norm;
  • Aandacht voor leraren wiens vakmanschap centraal staat.

Hieruit blijkt al dat passend onderwijs valt onder de noemer ‘goed onderwijs’ (dan laat ik de 300 miljoen bezuinigingen op passend onderwijs vanaf schooljaar 2013/2014 even voor wat die is).

En als je kijkt naar vernieuwende onderwijsconcepten en de scholen die zich actief bezighouden met onderwijsinnovatie, dan zie je dat wat we ‘passend onderwijs’ noemen daar al onderdeel van uitmaakt. De gedachte dat de basisschool leerlingen klaarstoomt voor een diverse, multiculturele samenleving, waarin kinderen moeten leren omgaan met verschillen en waar ze kunnen leren van die verschillen, staat hierbij centraal.

Van zwakke school naar minisamenleving met ontwikkelopdracht

Tijdens de Safari zagen we een mooi voorbeeld van een school waar passend onderwijs al een uitgangspunt is voor goed onderwijs. We hebben gesproken met Wim Ponsen, directeur van de Ru Paré school in Amsterdam Slotervaart. Deze basisschool was tot voor kort een ‘zwakke’ school en is door de inspectie onder curatele geplaatst. Wim Ponsen heeft de afgelopen drie jaar de school weer op de rails gekregen en nu scoort de school voldoende. Ponsen streeft naar een school waar iedereen (leerlingen, ouders en medewerkers) altijd aan het leren is. Hij gelooft in de ‘interne ontwikkelopdracht’ die in elk mens zit. Voor hem betekent dit dat mensen risico’s moeten nemen en fouten mogen maken, anders valt er niks te leren. Op zijn school verlangt hij dat ook van zijn leraren. Het is de enige manier waarop er een professionele cultuur kan ontstaan. Uiteindelijk moet dit leiden tot een school waar kinderen van 8.00 tot 20.00 uur terecht kunnen, zes dagen per week, vijftig weken per jaar. Elke school moet een minisamenleving zijn, waarin iedereen oog heeft voor elkaar.

Goed onderwijs kan niet zonder betrokken ouders

Tijdens onze Safari spraken we Saskia, moeder van twee kinderen, waarvan een autistisch is en naar speciaal onderwijs gaat. Zij vertelde ons dat ze enorm tevreden is over het onderwijs dat haar ‘speciale’ zoon krijgt. Ze zou voor geen goud willen dat hij naar een reguliere school moet. Eigenlijk zou haar ‘normale’ zoon, die nu naar een reguliere basisschool gaat, net zulk goed onderwijs moeten krijgen als haar andere zoon. Kleine klassen, een individueel leerplan, de meest geavanceerde technologie, nieuwe leervormen en methoden, lerende leraren… Immers, zo stelde ze, ieder kind heeft recht op speciaal onderwijs!

Speciaal onderwijs voor alle kinderen?

Waarom lijkt dat te veel gevraagd, speciaal onderwijs voor alle kinderen? Zijn passend onderwijs en goed onderwijs niet twee loten van dezelfde stam? En wat zou ABC kunnen doen om passend onderwijs meer ‘in de harten’ van leraren te krijgen?

Onderwijsexperts buigen zich al jaren over onderwijsvernieuwingen, maar er lijkt geen eenduidige oplossing te zijn voor beter onderwijs. Daarnaast zorgen bezuinigingen op het onderwijs ook niet voor een stimulerend leerklimaat. Toch zijn er een aantal richtingen die verkend kunnen worden. We hebben ABC geadviseerd het volgende te doen:

  • Maak vrienden, bouw aan netwerken, en steun daarmee de mensen die het nodig hebben, zoals Wim Ponsen van de Ru Paré School.
  • Ga op onderzoek uit, ontwikkel kennis en betrek daarbij je netwerk en de kennis die in de eigen organisatie aanwezig is. Het is mogelijk om systematisch onderwijsdiensten en -producten te ontwikkelen samen met leraren, ouders en kinderen.
  • Draag je visie uit! De meest overtuigende manier om dat te doen is volgens ons door zelf het goede voorbeeld te geven: kinderen en leraren opleiden op een inclusieve school, een combinatie van excellent onderwijs en passende zorg – een plek waar iedereen speciaal is en een leven lang kan leren. 

De grote droom

Bovenstaande adviezen moeten houvast bieden om de komende tijd richting te geven aan de ontwikkeling van ABC. We moeten ons nu concentreren op de kleine stappen die we kunnen zetten om de grote droom, goed en inclusief onderwijs, werkelijkheid te maken. ABC moet de visie op onderwijs die het al heeft uitdragen, ‘goed onderwijs is de beste vorm van zorg’. En als zelfs dat een stap te ver is, moeten ze op zijn minst mensen als Wim Ponsen steunen en het netwerk van onderwijsinnovators verder ontwikkelen. Er moet ruimte gecreëerd worden zodat kennis gedeeld wordt en inspiratie overgedragen wordt.

Alle mensen die we de tijdens de Safari over onderwijs gesproken hebben, delen die ene grote droom. Het is voor ABC zaak om die droom te omarmen en actief een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking ervan.

Nora van der Linden 

Ook interessant

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.