Sociale inflatie: ‘Aan maatschappelijke problemen verdien je niet’
Marlieke Kieboom Onderzoeksadviseur maatschappelijke innovatieMarlieke uit haar twijfels over het nieuwe financieringsmodel Social Impact Bonds.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Society Impact onderzoeken de mogelijkheden voor innovatieve financieringsmodellen die maatschappelijk rendement opleveren. Op 16 mei jl. organiseerden deze partijen een diner pensant over Social Impact Bonds (SIB’s). Een SIB is een innovatief prestatiecontract tussen de overheid, maatschappelijke dienstverleners en private investeerders om een maatschappelijk probleem aan te pakken. Tijdens de bijeenkomst gaven verschillende sprekers hun visie op deze SIB’s en werden er twee potentiële business cases gepresenteerd. Ik ben na deze avond niet minder kritisch over deze nieuwe financieringsconstructie. Zelfs een tikkie pessimistischer. Voordat Nederland zich halsoverkop in nieuwe SIB-pilots stort, doen we er goed aan te kijken naar voorbeelden uit andere landen. Hieronder mijn twijfels over dit nieuwe financieringsmodel.
Wat zijn Social Impact Bonds?
Society Impact geeft een korte introductie aan het publiek. SIB’s komen voort uit de Britse ‘Big Society’-agenda en zijn een nieuwe vorm van een prestatiecontract tussen de overheid en maatschappelijke dienstverleners. Ten opzichte van oudere vormen van prestatiecontracten is een SIB innovatief omdat het een derde, onafhankelijke investeerder voor een lange termijn betrekt die vooraf in de te leveren dienst investeert. Als de resultaten in de gestelde termijn (5 à 10 jaar) worden bereikt, zorgt de overheidsinstelling die het programma in haar portefeuille heeft voor terugbetaling aan de beleggers, inclusief rendement. Als het programma zijn doelstellingen niet haalt, verliezen de beleggers hun gehele investering.
Welke voordelen zou deze constructie moeten opleveren? De veronderstelling is dat deze constructie dienstverleners en overheden beschermt tegen hoge risico’s. De dienstverlener is voorzien van een langetermijninvestering om de oplossing voor een maatschappelijk probleem te verwezenlijken, onafhankelijk van de waan van de dag, wisselende politici en verkiezingen. En doordat de investeerder van tevoren een kapitaal verstrekt, is de veronderstelling dat de jaarlijkse begroting van de overheid verlaagd kan worden omdat zij het risico niet meer bij voorbaat hoeft te dragen. De overheid zal namelijk alleen uitkeren als het programma een succes is. In het beste geval bespaart het de overheid zelfs geld, omdat zij zich niet hoeft te richten op de te behalen resultaten en het meten van deze resultaten, maar op het stimuleren van innovatieve programma’s voor groepen mensen die de maatschappij veel geld kosten, zoals bijvoorbeeld probleemgezinnen en draaideurcriminelen. Uiteindelijk zou de belastingbetaler hierdoor minder belast worden.
De SIB in Petersborough
Society Impact haalt een veelgenoemd voorbeeld aan: de SIB voor het terugdringen van recidive bij ex-gevangenen in Petersborough (UK) uit 2010. In deze SIB krijgen de beleggers hun geld terug als het programma het aantal strafbare feiten gepleegd door de doelgroep terugdringt met minimaal 7,5 procent. Als de verlaging hoger uitpakt, stijgt het rendement proportioneel, tot een maximum van 13 procent. Als de recidive daalt met minder dan 7,5 procent, krijgen de beleggers hun geld niet terug. De pilot loopt voorlopig nog, overigens niet met private investeerders maar met vermogende filantropische instellingen. In de toekomst zou bijvoorbeeld een verzekeringsmaatschappij (die belang heeft bij het terugdringen van criminaliteit) kunnen gaan investeren in deze constructie.
Ingewikkelde constructie
Het klinkt mooi, maar met een blik op het ingewikkelde schema dat Society Impact ons vervolgens laat zien, openbaart zich het eerste probleem: het contract is in zijn huidige vorm niet aantrekkelijk voor grote, private investeerders. Een aanwezige bankier van ABN-AMRO sprak meteen zijn twijfel uit: “Hoe kan ik er als bank vanuit gaan dat zo’n maatschappelijke dienstverlener over een tijd nog bestaat? Hoe weet ik welk risico ik loop?”. Het bleef een beetje stil in de zaal…
Een artikel gepubliceerd door Third Sector schijnt licht op het investeringsprobleem: een SIB in haar huidige vorm mist financiële liquiditeit. Als een SIB eenmaal is ingekocht, zit een investeerder er voor lange tijd aan vast. In tegenstelling tot aandelen, kan een SIB namelijk niet verkocht worden als een investeerder zijn geld terug wil, of van gedachten verandert. Verder heeft een SIB nog geen duidelijk track-record, omdat het risico dat wordt gelopen met een SIB niet duidelijk kan worden ingeschat. Het gaat immers om een ingewikkeld maatschappelijk probleem dat van vele, niet te voorspellen variabelen afhankelijk is. Daarnaast gaat het bij SIB’s over betrekkelijk kleine bedragen. Om het aantrekkelijk te laten zijn voor grote investeerders, moet een investering toch meer gaan richting de 100 miljoen, aldus het artikel. Tot slot is er een veelheid aan partijen (inclusief een nieuwe laag onafhankelijke bemiddelaars, advocaten en evaluatoren) betrokken. Hierdoor wordt de invloed die een investeerder op zijn investering kan uitoefenen zeer beperkt.
De bank als klant van jonge terugkerende criminelen?
Naast dat private investeerders zich wellicht niet zullen verbinden aan een SIB, zie ik andere, veel grotere risico’s die mij laten twijfelen aan de constructie.
De eerste is mijn twijfel over marktwerking in de sociale sector. De constructie is gebouwd op de veronderstelling dat de markt een betere prikkel afgeeft aan maatschappelijke dienstverleners om te presteren dan de overheid. Maar we weten inmiddels dat deze veronderstelling niet universeel geldt voor elk publiek probleem, kijk eens naar de privatisering van onze spoorwegen en de zorgsector. We moeten daarom per probleem goed kijken wanneer een SIB een interessante constructie zou kunnen zijn.
Verder heb ik gezien de recente crisis geen vertrouwen in de oprechte intenties van grote geldschieters. De publieke verantwoordelijkheid van de overheid voor een maatschappelijk probleem wordt overgedragen aan een partij met een winstoogmerk. Maar we weten inmiddels ook dat niet elke private partner belang heeft om een bepaald probleem in zijn volledigheid op te lossen, aangezien er ook aan verdiend moet worden. Moeten onze nekharen niet recht overeind gaan staan als we horen dat ‘s werelds machtigste bank gaat investeren in een SIB? Zo heeft Goldman Sach zich inmiddels al verbonden aan een pilot ter waarde van bijna 10 miljoen dollar in New York City om getroebleerde tieners te helpen. Bij succes hoopt Goldman Sachs 2,5 miljoen winst te cashen. Laat je fantasie er eens op los. Hoe ziet het er eigenlijk uit als een bank zich gaat bemoeien met het terugdringen van criminaliteit van losgeslagen jongeren? Sla het recente artikel van Joris Luyendijk er maar eens op na: “Goldman Sachs verdiende heel veel geld aan het verkopen van rotzooi met een strik eromheen, en het verdiende nog meer geld door anderen te laten speculeren op het moment waarop duidelijk werd wat er onder die strik zat.”
Mijn tweede twijfel gaat over de problemen die ik zie rond de strenge voorwaarde om vooraf bepaalde doelen en meetbare resultaten aan te leveren aan de investeerder. Deze voorwaarde is volgens mij problematisch.
Ten eerste is er nog geen goede evaluatie-instrument dat een social return on investment (SROI) accuraat en volledig in beeld kan brengen. Sommige resultaten zijn namelijk niet-kwantificeerbaar en daarmee lopen we hopeloos vast in onze pogingen om het gehele kosten-batenplaatje in beeld te krijgen.
Ten tweede denk ik dat onze drang om maatschappelijk rendement te kwantificeren onze aandacht verplaatst naar slechts een aantal resultaten die goed kwantificeerbaar zijn, zoals bijvoorbeeld een uithuiszetting, de kosten voor een verblijf in de gevangenis en schooluitval. Het terugdringen van deze kosten is inderdaad in het belang van de overheid die hoge kosten maakt. Maar zijn deze resultaten in het belang van een recidivist? Hoe levert het programma een hogere levenskwaliteit op voor Jan en Khalid, of maatschappelijke meerwaarde voor de buurt?
Ten derde stimuleert een zo strenge voorwaarde op meetbare resultaten geen innovatie. Omdat de constructie al zo’n hoog risico met zich meebrengt, zullen investeerders eerder kiezen voor dienstverleners met een lange trackrecord van aantoonbaar gemeten resultaten, dan voor jonge organisaties die experimenteren met nieuwe oplossingen voor maatschappelijke problemen. Verder moet er een vooropgesteld plan zijn, waarin duidelijk wordt hoe een experiment gaat uitpakken, welke kosten er precies zijn, en welke baten het zal opleveren. Hierdoor kan niet sterk afgeweken worden van het oorspronkelijk ingediende financieringsvoorstel, waardoor niet kan worden geanticipeerd op nieuwe ontwikkelingen in onze toch al zo onvoorspelbare maatschappij.
Aan maatschappelijke problemen verdien je niet
Bovenstaande argumenten doen mij sterk twijfelen aan de SIB-constructie. In deze tijd van crisis staat het bevechten van economische inflatie vanzelfsprekend centraal. Natuurlijk moeten we dit type waardevermindering bevechten. Maar laten we dan ook waken voor sociale inflatie: de waardenvermindering die in onze strijd tegen waardevermindering lijkt te sluipen. Ik vind dat we een collectieve verantwoordelijkheid dragen voor het welzijn van mensen die om welke reden dan ook niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen en daardoor kosten maken voor de maatschappij. Door deze kosten gedeeltelijk door te schuiven naar private investeerders, schuiven we onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om slimme interventies te ontwikkelen door naar partijen die in eerste instantie een zeer individueel belang behartigen. Wat is een beter leven voor een ex-gevangene namelijk waard voor een bank als Goldman Sachs?
Toch krab ik mezelf nog eens achter de oren. Ik wil de zoektocht naar alternatieve financieringsmodellen voor maatschappelijke problemen niet ontmoedigen. Daarom zou ik graag op basis van de hierboven genoemde knelpunten een aantal aanbevelingen willen doen om het SIB-model te kunnen verbeteren:
- Investeer in vervolgonderzoek over het optimaliseren van de startcondities voor investeerders van een SIB;
- Investeer in het ontwikkelen van evaluatietools die lastig meetbare resultaten beter zichtbaar maken;
- Sluit jongere partijen met een minder solide trackrecord niet uit van deelname aan een SIB maar ontwikkel een regeling waarin zij kunnen excelleren;
- Stap af van de drang om aan alle kosten een exact prijskaartje te hangen en concentreer je op het optimaliseren van de kwaliteit van data over kosten die wel meetbaar zijn.
Marlieke Kieboom
Hier lees je meer over SIB’s:
- Een overzichtelijk paper van de Rockefeller Foundation
- SSIReview haalt vier mythes over SIB’s onderuit
- Een Knowledge Box van de overheid van het Verenigd Koninkrijk
- Een kritische paper van twee Canadese onderzoekers