Opinie

The Next Web ‘09: twitter, twitter, twitter

Hoe ziet het web van morgen eruit? En hoe ziet ons leven, beheerst door het web, er morgen uit? Grote vragen die je vanuit je kantoortuin onmogelijk kunt beantwoorden. The Next Web weet dat en richtte 2 dagen lang een congres in rond de toekomst van (de implicaties van) het internet.

Hoe ziet het web van morgen eruit? En hoe ziet ons leven, beheerst door het web, er morgen uit? Grote vragen die je vanuit je kantoortuin onmogelijk kunt beantwoorden. The Next Web weet dat en richtte 2 dagen lang een congres in rond de toekomst van (de implicaties van) het internet.

De dag vóór The Next Web heet ‘unConference’ en is een driedubbele warming-up: Mobile DevCamp en Music & Bits, bijeenkomsten over respectievelijk mobiele noviteiten en muziektechnologie. Beide sessies heb ik moeten missen. Wel kon ik deels bij The Current Web zijn in De Balie. Daar zag ik de eerste drie (van totaal zes) sprekers die hun visie gaven op het web van vandaag. De meest interessante presentatie was van Ian Cleary, die sprak over sociale verantwoordelijkheid van de telecomaanbieders in het reguleren van ‘foute’ content. Na zijn presentatie ontspon zich een korte, maar interessante discussie over censuur op het web. Cleary vond dat de back bone van het web zou moeten voorzien in censuur van bijvoorbeeld kinderporno, maar vragenstellers wezen hem terecht op het gevaar van deze censuur: wie bepaalt waar deze begint en ophoudt? En hoeveel macht heeft deze bewaker van het web dan? Interessante vragen in deze tijd waarin het web het toneel is van juridische (en culturele) strijd (met The Pirate Bay als actueel voorbeeld).

De eerste ‘echte’ Next Web-dag vangt aan met een welkomstwoord van Boris Veldhuijzen van Zanten & Hermione Way. Deze twee zullen gedurende TNW nog vaak het podium bevolken om daar de stiltes tussen sprekers op te vullen met het in het publiek gooien van gadgets. Boris laat daarbij geen gelegenheid onbenut om Twitter aan te halen.

De eerste keynote is van Ricardo Baeza-Yates, hoofd van het belangwekkende Yahoo! Research Lab. Het Chileense accent zit hem niet in de weg bij het uitrollen van een goed verhaal. Voor het Nederlandse publiek (de meerderheid op TNW) lastig voor te stellen: aan de overzijde van de plas is er meer dan alleen Google op zoekgebied. Yahoo! is er met 16 procent marktaandeel een grote tweede – en om Google ooit nog van de troon te kunnen stoten worden alle R&D-zeilen bijgezet. Baeza-Yates vindt dat zoeken van nu dan ook maar achterhaald; op het web van morgen vinden we complete antwoorden van hoge kwaliteit op onze zoekvragen. Een mogelijke stap in die richting wordt door Yahoo! Labs gezet met hun SearchMonkey EcoSystem. Met dit platform kan elke content publisher zelf bepalen hoe het zijn zoekresultaat wil tonen. Toegenomen relevantie? Alleen als Yahoo! wegblijft van een betaalmodel à la Google AdWords.

Yahoo! werd gevolgd door een serie startup-presentaties. Het format lijkt op dat van Dragon’s Den: zijn er investeerders in de zaal die in mijn fantastische idee willen investeren? Deze opzet leidt tot niet altijd even interessante sales pitches. Tijd voor koffie en een broodje.

De grote publiekstrekkers van dag 1 zijn na elkaar geprogrammeerd: Jeff Jarvis en Andrew Keene. Jarvis’ verhaal over het ‘Google-model’ was teveel een condensed version van het boek om echt de diepte in te gaan. Hij raakte heel lichtjes aan zijn thema ‘is het succesmodel van Google toepasbaar voor andere bedrijven, overheden en individuen?’. Ja, zegt Jarvis, iedereen zou zich de vraag moeten stellen: “What would Google do?”. Overheid en bedrijfsleven moeten zich openstellen voor de mening van het individu – maar wordt dat niet al sinds 2003 geroepen? Jarvis haalt ook nog eens het voorbeeld van Dell IdeaStorm van de plank. IdeaStorm was de reactie van Dell op ontevreden consumenten die meer inspraak wilden in de ontwikkeling van nieuwe producten. Het is weliswaar een relevant voorbeeld, maar tegelijkertijd al jaren oud en even ‘grijsgedraaid’ als Amy Winehouse op 3FM. Niets mis mee – maar Jarvis had betere, actuelere en daarmee interessantere voorbeelden kunnen kiezen.

Boeiender wordt het met raspessimist Andrew Keene, die in zijn presentatie vooruitblikt op zijn volgende boek. Keene klinkt dreigend als hij zegt dat wij ‘amateurs’ een revolutie ontketenen die de traditionele media volledig onderuit zal halen. Maar dat gebeurt niet door web 2.0: “Web 2.0 is fucked! It doesn’t work – it doesn’t generate revenue!”. Twitter is volgens Keene de volgende toekomst: “The future of individual media in the age of the individual” – het individu als merk dat zijn invloed kan uitbreiden via het netwerk en zodoende oneindig veel machtiger wordt dan nu…brr, beangstigend.

Na de onheilsprofetieën van Keene was het – alweer – tijd voor koffie en visitekaartjes. Handig: je kunt je laptop tussentijds naar een oplaadstation brengen. Zo hoef je niet twee dagen zonder mail te zitten.

Handen op elkaar voor Chris Sacca met zijn verfrissende presentatie annex paneldiscussie ‘A Few Things Google Taught Me’. Wel wéér Twitter, maar dan van iemand die het weten kan (als investeerder van het eerste uur). Zijn boodschap: wees je bewust van al het talent buiten de muren van je eigen bedrijf en stel jezelf open. Twitter deed dat ook: er is geen API zo open als die van Twitter. Iedereen mag de software naar eigen believen inzetten, dus óók om er geld mee te verdienen – iets dat dan ook op grote schaal gebeurt. Hoe Twitter te monetizen is mag van Sacca eigenlijk voor niemand een vraag zijn. Hij daagt het publiek dan ook uit: wie niet tenminste vier goede businessideeën met Twitter kan bedenken heeft het verkeerde beroep gekozen. Het driekoppige panel (alle succesvolle entrepreneurs dankzij Twitter, waaronder Boris Veldhuijzen van Zanten) op het podium laat horen dat zij in ieder geval wél het juiste beroep gekozen hebben.

Grappig is Sacca’s vergelijking van twitteren met spreken voor een volle zaal. Waarom ben je gespannen, scherp en goed voorbereid als je voor 200 man moet presenteren, maar zou je dat niet zijn als je twittert? Een beetje twitteraar heeft immers honderden volgers (een hele zaal vol) – en dient deze verantwoordelijkheid dan ook met zorg te dragen. Tenminste, als je je publiek niet wilt vervelen. Daar kunnen veel Twitteraars, mezelf incluis, nog wat van leren.

Al met al kwam The Next Web op mij te weinig ‘next’ over. Er werd wel vooruitgeblikt, maar dan vooral oppervlakkig en tot vervelens toe met betrekking tot Twitter. Debet aan dat eerste is de nogal traditionele opzet van de lezingen. Met 300 man in de zaal valt moeilijk te debatteren.

Gelukkig is er dan Twitter om je ongenoegen op te uiten…

Ook interessant

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.