Tijd voor sociale innovatie in de filosofie
Wanneer je net zo dol bent op mijmeren, dagdromen en filosoferen als ik, wordt de echte wereld je een beetje vreemd. Je lijkt boven de realiteit uit te zweven, op een zware wolk die als het ware gevuld is met ‘meta-regen’. Je hebt je hersens goed leren gebruiken maar praktisch denken en doen zijn moeilijker geworden. Je denkt altijd in concepten, argumentatieschema’s en ideeën. Vanaf een metaniveau kijk je naar de praktijk van het alledaagse waar je eigen gedachtespinsels hun kracht lijken te verliezen in een onduidelijke woordenbrij. Is het niet tijd voor sociale innovatie in filosofische kringen?
Er bestaat in de wetenschap een grote leemte tussen theorie en praktijk. Het cliché dat academici zich bevinden in een ivoren toren is helaas grotendeels waar en door het ontstaan van een ontelbare hoeveelheid aan specialisaties kan bijna niemand elkaar goed begrijpen. Met name de filosofie, waarin men bij uitstek theoretiseert, heeft weinig contact met de praktijk.
Als er iets ingewikkeld is dan is het wel de wereld waarin wij leven. Er zijn zoveel onderwerpen en vraagstukken waar je over kan en moet nadenken. Daarnaast zijn de vraagstukken over onze realiteit complex; ze veranderen in een razendsnel tempo. Vraagstukken lijken ook steeds omvangrijker en grensoverstijgender te worden. Op veel grote klassieke vraagstukken hebben we nog steeds geen antwoord: ‘Wat is de grond van ons bestaan?’; ‘Hoe werkt ons redelijk vermogen?’; ‘Hoe word je gelukkig?’; ‘Wat is de realiteit?’. En er bestaat bovendien een relatie tussen de cumulatieve toename van verzamelde kennis en technologische ontwikkelingen, en de expansie van vraagstukken en mogelijke oplossingen die wij ontdekken waardoor er steeds meer specialisaties en niches ontstaan.
Lees de filosofen?
Als liefhebber van de filosofie, die de complexiteit van het overbrengen van filosofische gedachtes in de praktijk heeft ervaren, sprong een artikel van Dagblad Trouw mij in het oog. Ter promotie van de filosofische boekenreeks die zij de komende maand uitbrengen, gebruiken ze het motto: “Begrijp de wereld van nu, lees de filosofen.” Trouw heeft goed begrepen wat voor een schat aan geestelijke rijkdom de filosofie biedt: in theorie kan filosofie problematiek onthullen; de gevoelige plek blootleggen; orde brengen in chaos; handvatten bieden en mogelijkheden creëren. Filosofie kan helpen om antwoorden te vinden en begrippen te ontwikkelen. Door middel van deze begrippen krijg je grip op de wereld. Mits de begrippen een vertaalslag kunnen krijgen naar de praktijk. Het motto is aan de andere kant ook problematisch. Of je op een kentheoretisch niveau de werkelijkheid ooit zou kunnen begrijpen, is zeer omstreden. Een belangrijk hedendaags debat over de oude vraag naar het bestaan van zogenoemde particularia en universalia, waarin onder andere wordt onderzocht hoe we de wereld kunnen kennen, is hier een voorbeeld van. Dat er dingen bestaan die een kleur hebben, weten en begrijpen we allemaal. Maar wat een kleur op zichzelf is, los van het voorwerp waar het betrekking op heeft, is een vraagstuk waarover geen consensus bestaat. Het filosofische landschap is bovendien erg versnipperd en de overgespecialiseerde filosofie heeft moeite om de juiste woorden te vinden.
Zweven in dezelfde lucht, maar op je eigen wolk
Filosoferen is spelen met woorden en zinnen en filosofische theorieën leren begrijpen, is het leren van een nieuwe taal. Keer op keer ben je bezig met het maken van een vertaalslag. Een tijdrovend en moeizaam proces. Tijdrovend omdat elke filosofische stroming en methode haar eigen instrumentarium hanteert. En iedere stem heeft een eigen karakter. Moeizaam omdat er ongelofelijk veel niches zijn ontstaan door specialisatie. Dit maakt het ingewikkeld: want als liefhebber van de wijsheid zit je dan misschien wel in dezelfde lucht, je blijft zweven op je eigen wolk. Een verbinding mist. Wanneer gaan de filosofen op de wolken rebelleren en de confrontatie met elkaar aan? Af en toe worden pogingen gedaan om een universele noemer te zoeken, maar in de filosofische semantiek wordt aan het bestaan van een universele grammatica of vertaler behoorlijk getwijfeld. Eigenlijk wordt aan alles getwijfeld. Daarom denken filosofen zoveel na. En daarom vinden filosofen het vaak moeilijk om mee te doen met de praktische realiteit.
Een eeuwenoud probleem
Het probleem bestaat al aan het begin van de filosofie. De oude Griek Thales van Milete dacht tijdens een van zijn vele wandelingen na over het wezen van de kosmos en de astronomie. Zo gebiologeerd staarde hij naar de sterren dat hij vergat om naar zijn eigen voeten te kijken waardoor hij in een put viel. Een voorbijganger lachte hem uit met de woorden: ‘hoe kun je weten wat er boven ons gebeurt als je niet eens ziet wat zich afspeelt voor je eigen voeten?’ We kunnen nooit helemaal inzien wat zich allemaal voor onze voeten afspeelt. En we kunnen ook nooit het geheel van de dingen begrijpen. Daarentegen bestaat er wel er een grote menselijke behoefte aan begrip en houvast. Trouw speelt daar op in met zijn serie “Begrijp de wereld van nu, lees de filosofen.” Hoe kan je de twijfelzuchtige en gespecialiseerde filosofie dan toch laten aarden in de echte wereld? De wereld waar mensen naast het stellen van vragen en twijfelen over antwoorden ook doen.
Sociale innovatie
‘Doen’ is een mantra dat steeds weer klinkt binnen de muren van Kennisland, net als ‘sociale innovatie’. Het is net een mantra omdat het niet een dogmatische methode is maar een formule waar men sterk in gelooft en veel resultaten mee boekt. Doen en sociale innovatie staan centraal omdat Kennisland zichzelf het doel stelt om Nederland slimmer te maken door middel van interventies op het gebied van sociale innovatie. Door de kennispotentie te benutten en kennis zoveel mogelijk beschikbaar te maken, gaan mensen beter en efficiënter samenwerken en ontwikkelen ze hun talenten. Door dicht bij de praktijk te staan, verschillende vraagstukken niet alleen van bovenaf te benaderen maar ook van onderop, kunnen bijzondere processen, zoals de Social Safari, op gang worden gebracht en leert de praktijk ons vanzelf hoe zij in elkaar steekt.
Doen door middel van sociale innovatie helpt ons grip op de wereld te krijgen. Net als de filosofie, maar dan op een manier die beter aansluit bij de praktijk. Sociale innovatie is een theorie of concept die in de praktijk goed kan worden geoperationaliseerd en zo een belangrijk hulpmiddel kan zijn voor de mens om met zijn omringende wereld om te gaan. Cohesie lijkt in de verbinding van praktijk en theorie een sleutelrol te spelen. Eilanden worden dankzij sociale innovatie langzaam weer met elkaar verbonden. Mensen leren elkaar beter te begrijpen en krijgen inzichten in bepaalde aspecten van de realiteit. De resultaten die voortkomen uit sociale innovatie, met name het aspect van onderlinge cohesie door middel van samenwerken, zijn zeer nuttig en efficiënt om de filosofische ‘nichecultuur’ aan te pakken.
Het beste van beide werelden
Hoe mooi zou het zijn als concepten zoals sociale innovatie de filosofie kracht bij zouden zetten? Van onderop kan sociale innovatie bijdragen aan een sterk ontwikkelde, en volgens Kennisland, slimmere praktijk waar filosofische theorieën wellicht makkelijker vaste voet aan de grond krijgen. Van bovenaf zou sociale innovatie de onderlinge samenwerking tussen de verschillende niches en wederzijds begrip tussen theorie en praktijk kunnen stimuleren. Filosofie is namelijk hard nodig: zij gaat vooraf aan het doen. Er zijn mensen nodig die nadenken over vragen die nog niet bestaan of waar de praktijk van de werkelijkheid nog niet mee bezig is. Deze vragen zullen hoe dan ook ooit gesteld gaan worden. Hopelijk zijn de filosofische academici uit hun ivoren toren gekropen tegen de tijd dat nieuwe grote vragen opborrelen in de maatschappij. Maar voor het zover is, is het eerst tijd voor een nieuwe interventie.
Eveline Groot, stagiaire