Opinie

Toename aantal examentrainingen is alarmsignaal

Beter kunnen we het onderwijs verbeteren in plaats van tekortkomingen op te vangen.

Het schooljaar is halverwege en het seizoen van de examentrainingen is weer voor geopend verklaard. Met kreten als ‘meer zelfvertrouwen’ en ‘tot 1 punt hoger’ worden scholieren verleid om dure trainingen te volgen ter voorbereiding van hun eindexamens. Sommige scholen passeren zelfs hun eigen docenten door trainingsbureaus in te huren. Wordt het onderwijs hier beter van? Nee. Maar laten we dankbaar gebruikmaken van dit alarmsignaal.

Foto: Wikipedia (publiek domein)

De middelbare school sluit je af met een centraal examen dat voor 50 procent meetelt voor je eindcijfer. Het examen is bedoeld om de stof te toetsen die je tijdens je vier, vijf of zes jaren op de middelbare school hebt behandeld. Het is niet bedoeld als doel an sich, maar slechts als middel om te bewijzen wat (of dat) je geleerd hebt.

Explosief groeiende trend

In aanloop naar het examen in 2013 volgden maar liefst 28.000 van de 207.204 eindexamenleerlingen (dat is maar liefst 13,5 procent) een examentraining bij de drie grootste aanbieders, Lyceo, ThiemeMeulenhoff en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL) (bron: Trouw  en Volkskrant). In 2012 bestond deze groep nog uit 22.000 leerlingen. Deze explosief groeiende trend om extra trainingen te volgen ter voorbereiding van het examen lijkt een zwakke plek in het onderwijssysteem bloot te leggen. Als leerlingen zonder het volgen van eindexamentraining niet meer zouden slagen voor hun examen schort er ofwel iets aan de centrale examens, ofwel aan het onderwijs dat de leerlingen tijdens hun schooljaren hebben genoten. Beide scenario’s roepen interessante vragen op. Sluiten de exameneisen wel aan bij het curriculum? Maar belangrijker: waardoor zit een deel van de leerlingen aan het eind van hun middelbareschooltijd niet op het niveau waar ze jaren aan gewerkt hebben? Of: waardoor voelen leerlingen zich niet goed genoeg voorbereid?

Aanbieders van eindexamentrainingen maken gretig gebruik van de kloof die bestaat tussen de gewenste kwaliteit (vertaald in eindexameneisen) en de voorbereiding van leerlingen door de jaren heen.

“Kun je wel wat zelfvertrouwen gebruiken met het oog op je examens? Of heb je de stof niet heel goed bijgehouden? Tijdens een examentraining word je binnen drie dagen klaargestoomd voor je examen!”

Helaas draagt het plakken van individuele pleisters niet bij aan structurele verbetering van het Nederlandse onderwijs. Dit kunnen we de aanbieders van examentrainingen echter niet verwijten. De aanbieders zijn commercieel (een training kost minimaal 120 euro per dag) en ze hebben, in tegenstelling tot het publieke onderwijs, niet het doel en de plicht om iedereen toegang te bieden tot hun onderwijs. Ze zetten goedkope doch enthousiaste begeleiders (namelijk studenten) in die leerlingen helpen door middel van trucjes. Er wordt verder gefocust op het vergroten van zelfvertrouwen en het verminderen van stress. Examentrainers pretenderen niet scholieren te ‘leren leren’, maar enkel scholieren klaar te stomen voor een toets.

Het belang van ‘leren leren’

Het onderwijssysteem zou wakker moeten worden door het alarmsignaal van deze snel groeiende trend. Idealiter zijn dit soort trainingen immers overbodig en is de reguliere opleiding die leerlingen krijgen, van docenten die ze kennen, voldoende om leerlingen voor te bereiden op vervolgonderwijs.

Welke zwakke plekken in ons systeem verdienen de nodige aandacht? Ten eerste wordt er door de overheid te veel gefocust op examencijfers. Het ministerie tracht bijvoorbeeld de kwaliteit van het middelbaar onderwijs op te schroeven door de eindexameneisen aan te scherpen. In plaats van de kwaliteit van het onderwijs te vergroten, kweekt het hiermee eerder angst en onzekerheid bij leerlingen. De overheid stimuleert het efficiënt behalen van goede eindexamencijfers meer dan het leerproces zelf.

Daarnaast moeten scholen zelf hun onderwijs onder de loep nemen. Mede door het evidence-based beleid van de overheid wordt er niet genoeg gefocust op ‘leren leren’. Leren houdt immers niet alleen kennisoverdracht in ten behoeve van een eindtest van die kennis, maar ook het aannemen van een gemotiveerde, onderzoekende en ondernemende houding. Uitgaan van je eigen centrale vragen (in plaats van vragen die anderen voor je bedacht hebben), analyseren, kritische vragen stellen, creëren, samenwerken, reflecteren, noem maar op. Pas wanneer je intrinsiek gemotiveerd bent om iets te weten te komen, kun je echt leren. Door het onderwijs op te delen in afzonderlijke vakken met hun eigen eisen, methodes en toetsen wordt de creativiteit en het divergente denkvermogen van leerlingen de nek omgedraaid. Geen wonder dat veel leerlingen hun schooljaren onderuitgezakt uitzitten en een paar weken voor de examens gebruikmaken van een snelcursus ‘Hoe maak ik een examen?’ om hun zelfvertrouwen te vergroten en de stress te verminderen. Ze hebben immers niet voldoende geleerd te leren.

Examens worden te vaak als doel gezien; veel scholieren leren om te slagen voor het examen (extrinsieke motivatie), niet om meer kennis en vaardigheden op te doen. Maar zo belangrijk zouden die drie weken aan het eind van het laatste schooljaar niet moeten zijn. Examens zijn slechts een middel om in zeer beperkte mate kennis en vaardigheden te becijferen die tijdens de middelbareschooltijd zijn opgedaan. 

Onderwijs verbeteren in plaats van tekortkomingen opvangen

Hoewel het onderwijssysteem afdwingt dat het niveau centraal meetbaar is, moet het niet zijn eigen ruiten ingooien door het lerend vermogen van leerlingen af te remmen. Laten we daarom meer de focus leggen op ‘leren leren’ en ruimte bieden voor creativiteit, sociale ontwikkeling en kritisch denken en handelen, zodat meer leerlingen willen leren. Examentrainingen om de tekortkomingen van het systeem op te vangen moeten immers geen gewoonte worden. 

Hoe kunnen we de pleisters die de examentrainers plakken vervangen door slimme interventies op school? Bijvoorbeeld door studenten als leraar in opleiding (lio) extra steun te laten bieden in de klas. Een ander voorbeeld is de inzet van PAL's (persoonlijk assistent-leraar), zoals in het E-klas-experiment van InnovatieImpuls Onderwijs. Op die manier kan er meer aandacht naar ‘leren leren’ en is er extra hulp voor alle leerlingen beschikbaar. Tegelijkertijd krijgen studenten de kans om in een vroeg stadium van hun studie onderwijservaring op te doen. Met dergelijke oplossingen zijn de vier, vijf of zes jaar van de middelbareschoolopleiding wél voldoende om scholieren voor te bereiden op de examens en hoeft niemand zijn heil te zoeken in twijfelachtige snelcursussen. Dan kunnen we daarna de discussie voeren of cijfers en toetsen daadwerkelijk bijdragen aan goed onderwijs.


Tessa de Swart
(stagiaire bij Kennisland)

Ook interessant

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.