Vrijheid van onderwijs lijkt ver te zoeken
Op 14 mei 2017 verscheen in Het Parool het artikel ‘Schoolbesturen Noord starten rechtszaak tegen nieuwe school’. Dit gaat over een van de winnende schoolplannen van Onze Nieuwe School, een challenge++Onze Nieuwe SchoolLees meer over Onze Nieuwe School in onze case ‘Start-ups in het onderwijs’. die we samen met de Gemeente Amsterdam organiseerden waarbij inwoners van de stad zelf hun ideale school mochten bedenken én opzetten. De belangstelling voor het project was overweldigend. 124 ‘schoolmakers’ dienden een plan++PlannenBekijk hier de ingediende plannen. in en tienduizenden brachten hun stem uit. Vier scholen werden als winnaar aangewezen, waaronder de school ‘Klein Amsterdam’, die de stad als leeromgeving wil inzetten. Zij ontvingen een startsubsidie en begeleiding vanuit de gemeente om de school te kunnen starten. Dat het nog niet zo eenvoudig is om daadwerkelijk een nieuwe school op te richten, wordt door deze rechtszaak nog eens pijnlijk duidelijk.
Aanklacht gericht tegen ministerie OCW
De schoolbesturen in Amsterdam-Noord tekenen bezwaar aan tegen het ministerie van Onderwijs dat de school ‘Klein Amsterdam’ financiert. De rechtszaak is dus niet rechtstreeks tegen de school gericht of tegen de gemeente. De bestuurders vinden dat de toekenning niet volgens de regels is verlopen. Zo zou de aanvraag van de school al in behandeling zijn genomen voor alle benodigde informatie binnen was. Bovendien menen de scholen dat er helemaal geen ruimte is voor nog een school in Noord. Beide argumenten lijken gemakkelijk te weerleggen: Klein Amsterdam is ondanks de deelname aan de challenge niet anders behandeld dan andere partijen die een school willen stichten en mag zoals elke school zelf een ‘voedingsgebied’++VoedingsgebiedHet voedingsgebied van een instelling of school geeft de leerlingen naar postcodegebied weer. kiezen om zich te vestigen. Dat een groeiende populatie ouders niet tevreden is met het bestaande aanbod, versterkt het vermoeden dat Noord juist rijp is voor zo’n nieuwe school.
Nieuwe scholen lopen tegen muur van bureaucratie en gevestigde orde aan
De vrijheid van onderwijs zoals in de grondwet is vastgelegd, namelijk dat iedereen in principe een nieuwe school kan beginnen, is makkelijker gezegd dan gedaan.De vrijheid van onderwijs zoals in de grondwet is vastgelegd, namelijk dat iedereen in principe een nieuwe school kan beginnen, is makkelijker gezegd dan gedaan. In de praktijk blijkt het een crime om een nieuwe school op te richten. Zeker nieuwe schoolmakers, die nog niet gepokt en gemazeld zijn in het onderwijssysteem, lopen tegen allerlei muren van de bureaucratie en de gevestigde orde aan. Dit is zonde, zeker omdat Onze Nieuwe School, juist door de nieuwe manier van schoolplannen crowdsourcen, aantoont dat er een groot draagvlak is voor oprichting van deze scholen. De jury en het grote publiek vonden Klein Amsterdam een kansrijk onderwijsplan en al ruim vijftig ouders hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn hun kinderen naar deze school te sturen.++Veel interesseBekijk ook de Facebookpagina van Klein Amsterdam waar veel interesse blijkt te zijn voor deze nieuwe school. Het is een school die gebruikmaakt van alles wat de stad te bieden heeft: mensen, muziek, geschiedenis, cultuur, bedrijvigheid, creativiteit en energie van de buurt en de stad. Juist in Amsterdam-Noord is er (door gentrificatie) een groeiende groep ouders die zoeken naar nieuwe, innovatieve scholen zoals Klein Amsterdam. Het is de gevestigde orde van schoolbesturen die hier nu een stokje voor dreigt te steken, waardoor de oprichting van de school minstens een jaar vertraging oploopt. Concurrentie en eigenbelang lijken de boventoon te voeren, in plaats van samenwerking en ruimte voor kansrijke vernieuwing.Concurrentie en eigenbelang lijken de boventoon te voeren, in plaats van samenwerking en ruimte voor kansrijke vernieuwing.
Diversiteit van onderwijsaanbod in het geding
Amsterdam heeft belang bij een rijk aanbod van scholen in allerlei verschillende soorten en maten. Onze Nieuwe School trachtte de diversiteit van scholen in de stad te vergroten, zodat er echt wat te kiezen valt voor leerlingen en ouders. Om deze reden werden, naast de gevestigde partijen, alle Amsterdammers uitgenodigd om te komen met een plan voor hun ideale school. De opkomst was groot en er zaten veel vernieuwende concepten tussen. Bestuurders, leraren, ondernemers, kunstenaars, ouders maar ook leerlingen dienden plannen in en de meest kansrijke concepten werden gedurende zes maanden begeleid en verder uitgewerkt. Hoewel de bestaande bestuurders bij bekendmaking van de challenge opkeken van deze gang van zaken, bleek na verloop van tijd dat de bestaande bestuurders en de nieuwe schoolmakers veel van elkaar konden leren. Nieuwe toetreders hebben veel aan de expertise en ondersteuning van een bestaand bestuur en tegelijkertijd kan het bestaande bestuur gebruikmaken van de innovatiekracht van de nieuwe toetreders.Nieuwe toetreders hebben veel aan de expertise en ondersteuning van een bestaand bestuur en tegelijkertijd kan het bestaande bestuur gebruikmaken van de innovatiekracht van de nieuwe toetreders. Helaas staat deze win-winsituatie nu onder druk. In plaats van met en van elkaar te leren, belandt het bestuur nu in een juridische strijd en lijken de gelederen zich te sluiten.
Als alleen gevestigde partijen nieuwe scholen kunnen oprichten, dan valt er veel minder te kiezen en is er veel minder ruimte voor onderwijsvernieuwing. Diversiteit kan niet ontstaan door alleen bestaande partijen; daar zijn nieuwe spelers voor nodig. Het is zuur als juist de nieuwe toetreders door juridische argumenten worden buitengesloten.
Van concurrentie naar samenwerking
Deze rechtszaak toont aan dat er nog een lange weg te gaan is. We probeerden met Onze Nieuwe School een voet tussen de deur te krijgen van het systeem en deze te openen voor nieuwkomers om zo nieuwe schoolconcepten mogelijk te maken. Een van de doelstellingen van Onze Nieuwe School was om knelpunten te signaleren én aan de kaak te stellen. Helaas lijken de grootste problemen te zijn ontstaan nadat Onze Nieuwe School beëindigd is en de reguliere partijen weer de dienst uitmaken. De normale status quo lijkt weer dominant te worden en het stichten van nieuwe scholen gaat niet meer over de inhoud en de wensen van ouders, kinderen en andere actoren, maar over procedures, regels en financiën.
Zolang de financiering van scholen in Nederland wordt gebaseerd op het rendement van een school (slagingspercentages, doorstroom van leerlingen, etc.), zal de concurrentiestrijd tussen gevestigde en nieuwe scholen aanhouden. Scholen en schoolbesturen worden zo niet geprikkeld om vanuit een gezamenlijk belang te denkenScholen en schoolbesturen worden door de criteria van financiering niet geprikkeld om vanuit een gezamenlijk belang te denken.: hoe organiseren we samen onderwijs waar leerlingen behoefte aan hebben, waar Nederland behoefte aan heeft? Daar verandert ook het nieuwe wetsvoorstel ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’++Meer ruimte is niet genoegLees het opiniestuk van Chris Sigaloff ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen is niet genoeg’. – dat nog steeds wacht op behandeling – helaas weinig aan. Wel blijkt eens te meer dat de stichtingsnormen++StichtingsnormenLees ook het artikel ‘Oprichting nieuwe school onmogelijk gemaakt’ in de Volkskrant. en procedures nodig aan verandering en versimpeling toe zijn. De huidige regels lijken vooral gericht op het in stand houden van het huidige, conventionele onderwijsaanbod.
Als we nieuwe schoolmakers een eerlijke kans gunnen, en de vrijheid om nieuwe scholen te stichten groter willen maken, zijn aanpassingen in de regelgeving nodig, maar bovenal een verandering van cultuur: van concurrentie naar samenwerking!