Dennis van den Berg
Opinie

Wat mijn gitaar me over weeffouten in het onderwijs heeft geleerd

Dennis van den Berg Adviseur onderwijs

Nu de scholen weer hun deuren openen, moeten we ons afvragen wat precies de toegevoegde waarde van de school als fysieke ontmoetingsplek is. Dennis experimenteerde zelf voor corona met afstandsonderwijs in de vorm van online gitaarlessen. Zo kwam hij erachter dat onderwijs op afstand in een aantal opzichten een stuk interessanter, motiverender en leerzamer kan zijn dan het traditionele, klassikale onderwijs. 

In verbazingwekkend tempo kreeg de afgelopen maanden onderwijs op afstand vorm. Leraren, leerlingen en ouders over de hele wereld experimenteerden met de mogelijkheden en belemmeringen van technologie in het onderwijs. Nu de scholen weer hun deuren openen, moeten we ons afvragen wat precies de toegevoegde waarde van de school als fysieke ontmoetingsplek is. Ik experimenteerde zelf voor corona met afstandsonderwijs in de vorm van online gitaarlessen. Zo kwam ik erachter dat onderwijs op afstand in een aantal opzichten een stuk interessanter, motiverender en leerzamer kan zijn dan het traditionele, klassikale onderwijs. 

Het grote geduld van Andy 

Jaren geleden heb ik het al eens geprobeerd. Ik schreef me in voor een cursus, samen met tien onbekende anderen. Onwennig zaten we in een kring om de leraar. Die sloeg al de eerste les mijn motivatie uit handen door aan te geven niets met ‘strandgitaristen’++StrandgitaristenDaarmee bedoelde hij mensen die bij een kampvuur ‘Wonderwall’ spelen. In alle eerlijkheid: dat is precies wat ik destijds ambieerde…  op te hebben. De leraar wilde ons leren spelen zoals hij speelde. Het ging hem om de fijne kneepjes van het vak. We moesten noten lezen (wilde ik niet) en barrés++BarrésVoor beginners bijna onmogelijke gitaargrepen. Je moet dan met de wijsvinger alle snaren tegelijkertijd indrukken, terwijl je andere vingers andere snaren indrukken. spelen (konden mijn vingers niet). Al na de eerste week liep ik achter op de rest en die achterstand haalde ik niet meer in. Het tempo van de leraar was het mijne niet. Ik stopte met de gitaar, al voordat ik er echt mee begonnen was. 

Bijna een jaar geleden trok ik de gitaar onder mijn bed vandaan en stofte deze af. Ik waagde nog een poging. Alleen nu niet in een knullig klasje en met een lullige leraar, maar op mijn eigen manier. In mijn eigen tempo. Vanuit mijn eigen huis. Dat klinkt heel autodidact, maar zo was het niet. Het internet is mijn leraar. 

Al maanden krijg ik nu dagelijks privéles van Andy. Geduldig legt hij stap voor stap uit wat ik moet doen en herhaalt hij zonder morren keer op keer dezelfde uitleg. Het maakt hem weinig uit dat ik nu al máánden doe over zijn tiendaagse cursus, maar nog niet eens halverwege ben.Het maakt hem weinig uit dat ik nu al máánden doe over zijn tiendaagse cursus, maar nog niet eens halverwege ben. Ondanks mijn gebrek aan talent, blijft hij motiverend. En ik gemotiveerd. 

 

Leren is niet lineair

Ons onderwijssysteem is grotendeels gebouwd op de aanname dat leren lineair is. Dat komt duidelijk terug in de woorden die we geven aan het stelsel: we hebben het over basisonderwijs, voortgezet onderwijs en (hoger)beroepsonderwijs. Elke schoolperiode bouwt voort op de vorige. Binnen die schoolperiodes zelf zit ook een logische opbouw: met de jaren neemt de complexiteit van kennis en vaardigheden toe. Vanuit die logica worden grillige leerprocessen gereduceerd tot vaststaande roosters.

Op hogescholen en universiteiten wordt bijvoorbeeld gewerkt met het Europees studiepuntensysteem (ECTS). Dat wil zeggen dat in heel Europa voor elk behaald studiepunt er achtentwintig uren gestudeerd moet worden. Om zestig studiepunten te halen, studeert een student dus 1680 uur.In het rigide ‘studiepuntenregime’ staat voor de lerende vast waar en wanneer wat op welke manier geleerd moet worden. Van eigenaarschap is in dit systeem amper sprake. Deze rekensom verleidt opleidingen ertoe de leerstof in rigide blokken op te dienen. Op middelbare scholen wordt met vergelijkbare logica de examenstof over de weken en jaren verdeeld.++ McDonaldisering Eerder schreef ik over de McDonaldisering van het onderwijs. Daarmee doel ik op het proces waarbij gepoogd wordt de inrichting van het onderwijs steeds voorspelbaarder, meetbaarder en efficiënter te maken. Het in kleine, vergelijkbare stukken opdelen van het leerproces is hier een typisch voorbeeld van. 

In dit rigide regime staat voor de lerende vast waar en wanneer wat op welke manier geleerd moet worden. Van eigenaarschap is in dit systeem amper sprake. Achterlopers en anders of langzaam lerenden worden tijdens de toetsmomenten meedogenloos afgestraft. Wie in week twee iets niet begrijpt, heeft in week drie een dubbele last, en is in week vier volkomen de weg kwijt. Daardoor verliezen leerlingen hun motivatie, stoppen met hun opleiding of verkiezen ‘shortcuts’++ShortcutsEen vijfenhalf kan ook behaald worden door wekenlang niets te doen en tijdens de toetsweek een samenvatting uit het hoofd te leren. Het resultaat van deze leermethode staat in het hoger onderwijs bekend als ‘de studententien’. boven het echte leren. Het onderliggende ‘one size fits all’ onderwijsmodel gaat bovendien uit van een ‘gemiddelde’ leerling, terwijl in elke klas de verschillen tussen kennis, vaardigheden en leerstijlen enorm uiteenlopen. Het zorgt ervoor dat grote aantallen leerlingen verveeld uit de ramen van het klaslokaal turen of juist gefrustreerd achterlopen of afhaken.  

Omdat ik in de online gitaarcursus mijn eigen tempo bepaal, heb ik van deze frustraties en verleidingen geen last. Ik versnel, vertraag en herhaal wanneer ik maar wil. Ik loop dus ook nooit voor of achter, maar altijd in mijn eigen maat.Ik versnel, vertraag en herhaal wanneer ik maar wil. Ik loop dus ook nooit voor of achter, maar altijd in mijn eigen maat. Vaak merk ik tussentijds dat ik ergens een eerdere stap heb overgeslagen of een bepaalde vaardigheid onvoldoende beheers. Omdat ik in mijn leerproces vooruit wil, dwing ik mezelf om de basis die ik mis alsnog aan te leren. Een ruimte die er op scholen amper is. 

Leren is niet leuk

Mijn avontuur met de gitaar begon met Andy’s ‘free ten day starter course for absolute beginners’. In tien tot twintig minuten per dag, zo was de belofte, zou ik in tien dagen zo’n tien liedjes en de bijbehorende akkoorden, ritmes en technieken leren. 

Dat bleek een misverstand. 

Over de eerste dag deed ik een week. Na een maand kon ik drie akkoorden, maar klonken mijn liedjes vals en houterig. Mijn misverstand was dat als ik Andy’s uitleg begreep, ik de vaardigheid ook zou beheersen. De gitaar leert mij dat hier absoluut niets van waar is. Ik kan prima begrijpen hoe Andy zijn vingers houdt bij het C-akkoord, maar deze zelf pakken heeft me vele uren aan pijnlijke oefening gekost. 

Aan iets kunnen wat in vijf minuten wordt uitgelegd, gaan vele uren noeste arbeid vooraf. Het plaatst de term ‘kennisoverdracht’, waar het in het onderwijs vaak over gaat, in een relativerend perspectief. Hoe goed en inspirerend de (klassikale) uitleg van de leraar ook is, van ware kennisoverdracht is op dat moment nog geen sprake. Hoe goed en inspirerend de (klassikale) uitleg van de leraar ook is, van ware kennisoverdracht is geen sprake.Kennis en vaardigheden laten zich niet up- en downloaden. De filosoof Ad Verbrugge (2017, p. 202) stelt dat de kunde een product is van de eindeloos herhaalde oefening: 

“Aristoteles maakt geen onderscheid tussen praktische en theoretische vaardigheden: piano spelen leer je door piano te spelen, rekenen door te rekenen, moedig zijn door moedig te handelen, enzovoort. Een gitaar leer je alleen echt ‘kennen’ door erop te spelen, liefst met aanwijzingen van iemand die het instrument al kent. Zo doe je ook de gepaste ervaring op. Je kunt de oefeningen die je moet doen met je handen en vingers niet vervangen door het kijken naar een YouTube-filmpje op de computer. Datzelfde geldt voor het leren van de tafels of integraalrekenen. Een houding of dispositie ontwikkel je alleen door de herhaling van de activiteit of het werk waar het om gaat, dat wil zeggen door oefening. Wie ophoudt met oefenen, of oefent op de verkeerde manier, zal zijn houding niet meer zien verbeteren, of zal deze zelfs achteruit zien gaan. Hoe simpel dit inzicht ook is, je zou willen dat moderne onderwijskundige idealen er meer rekening mee zouden houden.

Leren is goed beschouwd helemaal niet leuk. Want wie iets nieuw leert, wordt voortdurend geconfronteerd met de eigen onkunde. Voor mensen met een godgegeven talent is dat mogelijk nog wel aardig – het moet heerlijk zijn om Messi te zijn en dan te leren voetballen – maar voor alle gewone stervelingen is het een worsteling. Leren is eigenlijk alleen leuk voordat je eraan begint (‘Jeeh, ik ga iets nieuws leren!’) en nadat je het geleerd hebt (‘Jeeh, ik kan het!). Daartussen is het vooral afzien. 

Motivatie is alles

Omdat leren in veel opzichten helemaal niet leuk is, is motivatie een noodzakelijke voorwaarde voor leren. Je kan iemand die niet wil leren, amper iets leren. Dat is de grote weeffout van ons onderwijs.Je kan iemand die niet wil leren, amper iets leren. Dat is de grote weeffout van ons onderwijs. Alleen al het altijd moeten roept weerstand op. Denk aan de middelbare scholen, waar puberende jongeren de hele dag wordt voorgeschreven waarvoor ze op welk moment gemotiveerd moeten zijn. Het eerste uur Frans, dan een uur Wiskunde, vervolgens Aardrijkskunde. Met strakke deadlines en geregelde toetsen wordt de motivatie extrinsiek afgedwongen. 

Je kan stellen dat al die deadlines en toetsmomenten zorgen voor een nuttige tijdsdruk en prikkelende (onderlinge) competitie, maar die ballon gaat enkel op voor degenen die behendig leren. Concurrentie is eigenlijk alleen maar leuk als je goed bent, en tijdsdruk alleen als je snel bent. Het is typisch een ‘winnaarsperspectief’. 

En zelfs de winnaars verliezen in dit systeem. Uit onderzoek++Externe motivatieHet boek Drive van Daniel Pink is in dit kader zeer het lezen waard. Volgens de auteur leiden externe motivaties (zoals geld of cijfers) niet tot de beste prestaties, zoals lang werd gedacht, maar zijn interne motivaties de sleutel tot succes. Het verlangen naar autonomie, meesterschap en betekenisvolheid zijn voor de meeste mensen motiverender. blijkt dat een teveel aan extrinsieke motivatie uiteindelijk de intrinsieke motivatie ondermijnt. Met die intrinsieke motivatie is het in ons onderwijs dan ook niet goed gesteld. Dat komt medeConcurrentie is eigenlijk alleen maar leuk als je goed bent, en tijdsdruk alleen als je snel bent. door de sterke nadruk op toetsen en cijfers, zo concludeert onder andere de VO-raad in een onderzoek uit 2017

Dit heeft een belangrijk effect op de motivatie van leerlingen. Ze hebben namelijk snel door dat het halen van goede cijfers eigenlijk het enige is wat telt. Leerlingen zijn daardoor overwegend gecontroleerd gemotiveerd. Ze leren alleen wanneer de stof getoetst wordt. Ze vinden het leerproces zelf niet zo belangrijk, als ze met minimale moeite een voldoende halen zijn ze tevreden.”  

Volgens psychologen Deci en Ryan (2008) leidt langdurige blootstelling aan extrinsieke motivatie tot een permanent verlies aan nieuwsgierigheid en belangstelling voor leren. Door kinderen van de basisschool tot de universiteit te verplichten te leren, verliezen ze hun vermogen intrinsiek gemotiveerd te zijn. Het is dan ook niet vreemd dat veel jongvolwassenen na hun afstuderen geen ideeLangdurige blootstelling aan extrinsieke motivatie leidt tot een permanent verlies aan nieuwsgierigheid en belangstelling voor leren. hebben wat ze willen en kunnen. 

Tien leraren weten meer dan één 

Andy is een topper. Hij is opgewekt, duidelijk, heeft een geinig accent, kiest leuke liedjes en doet heel erg zijn best als hij zingt. En even zo belangrijk: hij weet waar hij het over heeft. Toch begrijp ik zijn uitleg soms niet, heb ik even genoeg van dat Britse accent of heb ik behoefte aan een andere invalshoek. In die gevallen is er: het internet. Er is een eindeloze schat aan alternatieven beschikbaar. Ik surf me suf op zoek naar digitale docenten die me allemaal op hun eigen manier, met hun eigen methode, en hun eigen eigenaardigheden helpen om van de gitaar mijn beste vriend te maken. Als ik even klaar ben met Andy, bezoek ik James, Jen, Sean, Justin, GG of Jane

Hoe anders is dat in het reguliere onderwijs. Daar moet je het maar net treffen met je leraar. Met geluk tref je een geïnspireerde didacticus, maar voor hetzelfde geld kom je een uitgebluste eigenheimer tegen die allang vergeten is waarom hij/zij ooit leraar is geworden. Die leraren zijn buitengewoon demotiverend en kunnen een blijvend negatief effect hebben op iemands interesse. Voor leren geldt: beter tien goede leraren in de cloud, dan één slechte voor de klas. 

Post-corona-onderwijs: offline magie en online instructie

Mijn heel persoonlijke ervaring met de gitaar kan niet zonder meer op het onderwijs worden geplakt. Ik heb gedurende mijn leven al geleerd te leren. Ik weet hoe discipline werkt. En ik heb de gitaarvaardigheden niet nodig, zoals de beheersing van de Nederlandse taal wel een noodzaak is. De tijd speelt ook geen rol: of ik er nu nog drie, tien of vijftig jaar over doe, het maakt niet uit. 

Een online onderwijsaanbod is dus absoluut geen vervanging van het huidige offline aanbod. Toch roepen mijn ervaringen als leerling-gitaarspeler wel degelijk relevante vragen op over de manier waarop ons onderwijs is ingericht.Mijn ervaringen als leerling-gitaarspeler roepen relevante vragen op over de manier waarop ons onderwijs is ingericht. Want waarom moeten leerlingen wachten tot het tweede uur op dinsdag voordat ze een uitleg krijgen over staartdelingen? Of waarom zijn ze afhankelijk van die ene Engels leraar terwijl er in Nederland honderden zijn? En waarom moeten leraren aan volle klassen telkens dezelfde kennis opdienen, als ze die tijd ook zouden kunnen gebruiken om gericht hulp te bieden? En is het fysieke samenzijn in een warm en druk klaslokaal nu echt de beste setting voor kennisoverdracht?

Juist nu leraren over de hele wereld experimenteren met de (on)mogelijkheden van technologie in het onderwijs, moeten we ons afvragen wat precies de toegevoegde waarde is van de school als fysieke ontmoetingsplek en hoe een digitaal aanbod de onderwijskwaliteit kan verbeteren. De leraren die ik ken geven vooral aan de ‘social magic’ van de school gemist te hebben tijdens de lockdown. De bekende gezichten, de grapjes, de gerichte vragen. Dat type aandacht zal nooit overbodig worden en juist daarin schuilt de meerwaarde van de school als gemeenschap. 

Ik ben ervan overtuigdLeraren, maak het mogelijk dat elke leerling op elk moment van de dag vorm kan geven aan het eigen leerproces. dat er in scholen meer ‘social magic’ kan plaatsvinden, als leraren voor een deel ‘ontslagen’ worden van hun instructietaken. Dat kan natuurlijk alleen als er sprake is van een hoogwaardig online kennisaanbod waar leerlingen altijd terechtkunnen. 

Daarom daag ik alle leraren, juist ook post-corona, uit om het voorbeeld van Andy te volgen. Maak digitaal wat je al dagelijks doet. Deel je beste instructies en mooiste verhalen, je duidelijkste uitleggen en effectiefste oefenstof. Maak het mogelijk dat elke leerling op elk moment van de dag vorm kan geven aan het eigen leerproces. En schep daarmee ruimte voor jezelf en je collega’s om meer van betekenis te kunnen zijn tijdens ontmoetingen in de school. 

Wil jij je onderwijs digitaliseren, maar weet je niet goed hoe, neem dan contact met me op. Ik help je graag verder! En heb je briljante ideeën over hoe online onderwijs offline onderwijs kan ondersteunen, laat het me ook weten. Mail naar db@kl.nl.

 

Dennis van den Berg

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.