Wat thuiszitters ons kunnen leren over beter onderwijs
Wessel Kok Adviseur onderwijsinnovatieThuiszitters wijzen erop dat de problemen waardoor zij thuis zijn komen te zitten raken aan de kwaliteit van het onderwijs voor en het welzijn van álle jongeren. Wessel sprak de afgelopen twee jaar veelvuldig met deze strijdvaardige jongeren, waarvan er in Nederland vijftienduizend zijn, en leerde uit hun ervaringen acht lessen over beter onderwijs.
“Wij zijn de kanaries in de kolenmijn”, zeggen de ervaringsdeskundige jongeren van de in 2021 opgerichte Adviesraad Eigenwijsheid++Adviesraad EigenwijsheidEen adviesraad voor en door jongeren die weten hoe het is om buiten de lijntjes te kleuren in het onderwijs. Allen met ervaring als thuiszitter. Wil je ook met hen in gesprek? Neem contact op via eigenwijsheid@laks.nl. Zij behoren tot de groep die vaak wordt omschreven als ‘thuiszitters’, een term die passiviteit en luiheid suggereert. Zij zien zichzelf als slachtoffers van een onderwijssysteem waarin uniformiteit, efficiëntie en de leerplicht leidend zijn. Ze wijzen erop dat de problemen waardoor zij thuis zijn komen te zitten raken aan de kwaliteit van het onderwijs voor en het welzijn van álle jongeren. En ze zijn allesbehalve passief. Ik sprak de afgelopen twee jaar veelvuldig met deze strijdvaardige jongeren en leerde uit hun ervaringen acht lessen over beter onderwijs.
Vijftienduizend
Volgens de meest gunstige berekeningen staan vijftienduizend jonge levens elk jaar stil. De thuiszitters zijn een zeer diverse groep kinderen en jongeren die op allerlei manieren buiten de mazen van het schoolsysteem vallen. Dé thuiszitter bestaat niet. Het zijn kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte, bijvoorbeeld door ADHD, autisme of hoogbegaafdheid. En als we labels loslaten: het zijn kinderen die niet goed gedijen bij veel prikkels en te grote klaslokalen. Die net dat beetje extra aandacht nodig hebben, of een andere leerstijl. Maar de groep is veel diverser dan dat. Het zijn bijvoorbeeld ook kinderen met een moeilijke thuissituatie, of ze maken deel uit van het groeiend aantal jongeren dat lijdt aan stress, burn-out of depressie.
Het lukt ons jaarlijks in vijftienduizend gevallen niet om voor deze kinderen en jongeren een passend aanbod te vinden op een reguliere school of het speciaal onderwijs. Eenmaal thuiszittend, wordt de leerachterstand en de kloof met leeftijdsgenoten rap groter, en de drempel om weer naar school te gaan hoger.
Zij zijn wat we vroeger ‘probleemkinderen’ zouden noemen. Nu zeggen we: probleemkinderen bestaan niet, kinderen die last hebben van problemen wel.Probleemkinderen bestaan niet, kinderen die last hebben van problemen wel. En stugge problemen zijn er genoeg in het onderwijs. Zo bekeken, kun je de thuiszitters zien als de nevenschade van een kluwen aan verouderde onderwijsprincipes, lerarentekorten en onnodige complexiteit in wet- en regelgeving.
Vijftienduizend dus. En dan hebben we het nog over de groep ‘formele thuiszitters’, die drie maanden of langer niet naar school gaan of vrijstelling van leerplicht hebben. Een onbekend, maar groot aantal++AantallenLees vooral ook de publicatie ‘Thuiszitters Tellen’ van Balans Digitaal voor een duidelijk overzicht van de bekende en onbekende aantallen. komt daar nog bij, zoals door ziekte vrijgestelden van leerplicht, schoolzoekenden++SchoolzoekendenKinderen die ‘in between schools’ zijn. Ik sprak kinderen die al elf scholen hebben gehad voor hun twaalfde. Hoe meer er zijn geweest, hoe lastiger het is om nog nieuwe scholen te vinden in de regio. en kinderen van nieuwkomers.
Zelf vind ik het interessanter om naar de verhalen áchter de cijfers te kijken. Bijvoorbeeld deze, gebundeld in ‘Buiten de Lijntjes’ van de Number 5 Foundation:
“Ik heb meerdere jaren thuisgezeten. Als kind dacht ik dat het allemaal aan mij lag. Ik was vaak thuis, terwijl ik andere kinderen zag buitenspelen.” – ervaringsdeskundige, 21 jaar
“Ondanks het pesten ben ik graag op school. Ik wil wat leren in plaats van stom thuiszitten en bijna niets leren.” – jongen, 9 jaar
Van zulke opmerkingen krijg ik het gevoel dat cijfers tekortschieten. Het effect van systeemfalen laat zich niet in louter cijfers uitdrukken.Het effect van systeemfalen laat zich niet in louter cijfers uitdrukken. De overheid spreekt al jaren van de ambitie om het aantal thuiszitters terug te brengen naar nul. Waar zulke uitspraken over cijfers de boventoon voeren in het politiek definiëren van het probleem – denk ook aan de toeslagenaffaire – kun je je stevig afvragen of daarmee de werkelijke omvang, urgentie en langetermijngevolgen wel worden ingezien. En uiteindelijk of zo de onderliggende problemen wel worden aangepakt.
Om inzicht te krijgen in die onderliggende problemen, is een cruciale stap het gesprek voeren met de kinderen en jongeren zelf.Om inzicht te krijgen in die onderliggende problemen, is een cruciale stap het gesprek voeren met de kinderen en jongeren zelf. Iets wat nog altijd te weinig gebeurt. Op individueel niveau, maar ook bij de politieke besluitvorming en het ontwerpen van beleid dat over hen gaat. Gelukkig hebben de thuiszittende jongeren nu het heft in eigen hand genomen en zelf de Adviesraad Eigenwijsheid opgericht, omdat zij zich niet vertegenwoordigd voelen in de huidige aanpak van het probleem. Tijd om even in te zoomen op die aanpak.
Waarom lukt het maar niet?
Dat is de million dollar question. Als je het aan het Ministerie van OCW vraagt, is niet lukken niet aan de orde. De huidige aanpak die het ministerie nastreeft zet het vraagstuk volledig weg onder de Wet Passend Onderwijs. Leidend daarbij zijn de ambities om een betere samenwerking tussen onderwijs en zorg te realiseren en het aantal thuiszitters terug naar nul te brengen++AanpakDeze aanpak valt onder de Wet Passend Onderwijs. Daarnaast hebben de ministeries van VWS en OCW een gezamenlijke aanpak waarbij in proeftuinen wordt geëxperimenteerd met onderwijszorginitiatieven. Ook opvallend is de vermelding in het Coalitieakkoord 2021-2025 van de ambitie om een Digitale School op te richten.. In het kort: de Wet Passend Onderwijs geeft scholen sinds 2014 een zorgplicht. Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, zijn regionale samenwerkingsverbanden verplicht een passende plek te zoeken of te creëren. Met als doel minder kinderen naar het speciaal onderwijs en meer oplossingen op maat, op locatie of met flexibele tussenvormen.
Volgens de evaluatie van het Passend Onderwijs, eind 2020 gepubliceerd, zit er schot in. Voor de meeste kinderen en jongeren is er een passend aanbod, en gestaag leren de regio’s beter om te gaan met het creëren of vinden van een passend aanbod. Toch heeft de evaluatie ook laten zien dat deze aanpak geen oplossing lijkt te bieden voor de thuiszitters. Recente cijfers ontbreken, maar tot de laatste telling stegen de aantallen. De meest ‘lastige’ kinderen, met bijvoorbeeld complexe gedragsproblematiek, worden nog te vaak als hete aardappels aan elkaar doorgegeven.De meest ‘lastige’ kinderen, met bijvoorbeeld complexe gedragsproblematiek, worden nog te vaak als hete aardappels aan elkaar doorgegeven.
Het geeft te denken. Zit de crux inderdaad in het nog beter samenwerken tussen onderwijs en zorg? Ervaringsdeskundige jongeren hebben een eigen visie hierop. Zij vinden dat het verkeerde gesprek wordt gevoerd.
Acht essentiële lessen van thuiszitters
Ik sprak de afgelopen twee jaar uitvoerig met leden van de Adviesraad Eigenwijsheid en las veel ervaringsverhalen++ErvaringsverhalenLees ervaringsverhalen van thuiszitters in ‘Buiten de Lijntjes’, No5 Foundation; ‘Het verhaal achter de cijfers’, Ingrado; en de ervaringsverhalen op onderwijsaffaire.nl.. Daar is ontzettend veel van te leren, en niet alleen als je je direct met oplossingen voor thuiszitters bezighoudt. Stuk voor stuk wijzen deze verhalen namelijk op weeffouten in het onderwijssysteem. Weeffouten die we in het licht moeten zien van lerarentekorten, overvolle klassen en een groeiende erkenning van de rol van onderwijs bij het aanpakken – en creëren! – van ongelijke kansen. Maar misschien raken deze verhalen nog wel meer aan de vraag wat we eigenlijk willen bereiken met ons onderwijs. Willen we een mal of een experimenteerruimte bieden?Willen we een mal of een experimenteerruimte bieden? Is het systeem leidend, of de behoefte van het kind? Hieronder acht lessen die ik leerde uit gesprekken met ervaringsdeskundigen:
- Les 1: Ontwerp oplossingen altijd samen met degenen om wie het gaatDit is een inkopper. Toch kunnen we het niet vaak genoeg zeggen. Zeker wanneer maatwerk en passende oplossingen aan de orde zijn. Een belangrijke stap daarnaartoe is het verder in de praktijk borgen van het hoorrecht. Kinderen en jongeren mogen volgens dit recht altijd inspraak hebben bij besluiten die over hen gaan. Dat principe kunnen we ook toepassen op maatschappelijke vraagstukken waar jongeren een belang in hebben. Het gaat verder dan inspraak; we hebben ook hun creativiteit en energie hard nodig om tot goede oplossingen te komen voor complexe vraagstukken.
- Les 2: Preventie begint bij betere vragen stellen, luisteren en zienHoorrecht is mooi, zeggen de ervaringsdeskundigen, maar het is wel een proces dat pas gaat lopen als de nood aan de man is. Ze geven aan dat veel voorkomen had kunnen worden als wat vaker was gevraagd hoe het met ze ging.Veel had voorkomen kunnen worden als wat vaker was gevraagd hoe het met ze ging. Creëer meer ruimte voor goede gesprekken in de klas, of één-op-één, over vastlopen en er weer bovenop komen. De andere kant van betere vragen stellen, is beter luisteren en zien. Juist docenten kunnen signaleren en interveniëren wanneer er stress of andere problemen ontstaan. Die manier van observeren en handelen kun je leren.
- Les 3: Schiet niet door in het categoriseren en medisch framen van ‘anders zijn’Het is een begrijpelijke impuls, en kan bovendien een grote hulp zijn bij het vinden van de juiste zorg. Toch wringt het. Waar trekken we de grens tussen stoornis en gedrag dat in principe gewoon past bij kinderen en jongeren? Is het probleem je niet kunnen concentreren, of de mate van aandacht die we van leerlingen vragen? Spreken we over ‘prikkelgevoeligheid’, of zijn de klassen te vol en te druk? Labels en (zelf)stigmatisering gaan helaas vaak hand in hand.
- Les 4: Passend is nog niet inclusiefDat raakt aan een veelgenoemde kritiek op het Passend Onderwijs. Heel goed als een kind met extra ondersteuningsbehoefte wel naar een reguliere school kan. Maar het anders voelen blijft. Daar waar pesten en eenzaamheid voor veel thuiszitters een doorslaggevende reden is om niet meer naar school te willen of kunnen, krijgt dit te weinig aandacht. Scholen, neem inclusie en sociale veiligheid bloedserieus. Dat gaat niet over het kind met een handicap meer betrekken, maar een omgeving creëren waarin ieder kind – en iedere onderwijsprofessional – zichzelf kan zijn.
- Les 5: Iedereen kan vastlopenDit was misschien wel mijn grootste les. Ook voor mij was school een periode waarin het af en toe maar net goed ging. De vraag of ik hulp nodig had, is me nooit gesteld. Er is een grote groep kinderen en jongeren die stress ervaren, en in sommige gevallen zelfs burn-outklachten hebben of lijden aan depressie++Bron‘Geluk onder Druk’, Trimbos Instituut.. Hoog tijd om in te zien dat iedereen kan vastlopen, jong en oud. We kunnen dan ook niet vroeg genoeg beginnen met leren over mentale gezondheid, hoe om te gaan met stress en hoe je het gesprek hierover aan kunt gaan.We kunnen niet vroeg genoeg beginnen met leren over mentale gezondheid, hoe om te gaan met stress en hoe je het gesprek hierover aan kunt gaan.
- Les 6: Blijf in bewegingDoor de complexe problematiek is er vaak een hele kring aan professionals die zich tegen de situatie van vastlopers aan bemoeien. Dat maakt besluitvaardigheid en momentum stroperig. Waar dat bij professionals leidt tot (te) veel overleggen, zorgt dit bij ouders en kinderen voor frustratie, onzekerheid, en steeds minder vertrouwen in samenwerkingsverbanden, onderwijsprofessionals en de overheid. Ga uit van wat er wél mogelijk is, en zet dan kleine stappen. Het helpt ook wanneer één casusregisseur een kort lijntje met de ouders en het kind heeft.
- Les 7: Durf buiten de lijntjes te kleurenVeel thuiszitters geven aan dat een kleine aanpassing op school al voldoende had kunnen zijn. Toch zeggen ze dat leraren en andere volwassenen het vaak niet aandurven om uitzonderingen te maken. Gelijke monniken, gelijke kappen. Hun advies: doe eens gek, neem het risico. Kinderen wennen heus wel aan een ongelijke behandeling, als er maar open over gesproken wordt waarom dit nodig is.Kinderen wennen heus wel aan een ongelijke behandeling, als er maar open over gesproken wordt waarom dit nodig is. En wanneer er voor ieder kind een mate van flexibiliteit mogelijk is.
- Les 8: Zet het leerrecht, niet de leerplicht vooropIn dezelfde lijn kijken ze naar alternatieve onderwijsvormen (die vaak niet voldoen aan de eisen van de onderwijsinspectie). Spreek niet van een ‘wildgroei aan alternatieve onderwijsvormen’, maar kijk eens naar het gapende gat dat deze initiatieven opvullen, en leer ervan. Juich al die mensen die buiten de lijntjes durven te kleuren toe++RuimteSoms is thuiszitten wél de oplossing. Ook voor volwassenen overigens. Een periode om bij te komen van een heftige scheiding. Een tijdje niet de druk van school ervaren om aan je mentale gezondheid te werken. Ruimte creëren om te voelen wat je lichaam je wil zeggen.. Straf ouders van thuiszittende kinderen niet af, maar luister naar wat zij en hun kinderen te zeggen hebben. Zij hebben het recht om te leren, en willen dat ook. Alle middelen die hen kunnen helpen om te ontwikkelen, zijn het waard om te overwegen.
Kortom, goede inzichten te over. Blijf het gesprek voeren met deze jongeren, zij zijn de echte experts. Nu nog meer lef, creativiteit en bovenal: blijven leren van de buitenbeentjes!
Wil je ook een keer in gesprek met jongeren die weten hoe het is om vast te lopen in het onderwijs? Neem dan contact op met de Adviesraad Eigenwijsheid via eigenwijsheid@laks.nl. Ook de jongeren van JongPit, NJR Hoofdzaken en ExpEx kunnen veel hierover vertellen. Of stuur mij een berichtje via wk@kl.nl om hier verder over door te praten.
Kennisland denkt graag mee hoe jij samen met jongeren kan werken aan oplossingen en vernieuwingen voor gezamenlijke vraagstukken. We deden dit bijvoorbeeld eerder met diverse StudentLabs waarbij studenten meedachten over de invulling van het burgerschapsonderwijs of de doorstroom van mbo naar hbo. Ook werkten we mee aan een pilot met junior kindbehartigers bij echtscheidingsprocedures.