X-media Club: de toekomst van de huiskamer

Interactieve media

Annelies Kaptein besteedde de eerste vijf minuten van haar officieel even zolange presentatie aan haar werkgever, Stoneroos. Het onderwerp, interactieve televisie, kwam hierdoor niet uit de verf. Een beknopte uitleg van de Britse Skybox, daar mochten we het mee doen. Multimedia concept manager Theo Meereboer vroeg het publiek of mediahuizen zich moeten aanpassen aan het veranderende gebruik van en vraag naar media of dat ze vernieuwing en innovatie moeten overlaten aan jonge bedrijven. De zaal bleek erg verdeeld te zijn. Aan de ene kant hebben de grote mediahuizen het budget en de mogelijkheden nieuwe (interactieve) media te onderzoeken en succesvol in te zetten. Zij durven echter weinig risico te nemen en, zoals eerder duidelijk werd op het Nationaal Innovatie Event, komt innovatie vaak van onderaf. Vernieuwen, meent Meereboer, doe je met hart en ziel. Iets wat je vaker bij jonge bedrijven treft. Middagleider Monique de Haas kapte, net op het moment dat de zaal zich klaarmaakte voor een interessante discussie, Meereboer af en introduceerde Paul Naber, Director Home & Entertainment Division Microsoft.

Ik dacht dat Annelies Kaptein het al bont maakte door haar presentatie (of spreekbeurt, zoals zij dat zelf noemde) aan haar werkgever te wijden. Paul Naber is elk gevoel van schaamte vreemd. In de plaats van (de toekomst van) het mediacentre te bespreken, gaf hij een uitgebreide demo van de X-Box 360. Nadat de Haas hem tot orde had geroepen, vervolgde hij zijn presentatie over het mediacentre. Microsoft is leuke dingen van plan, het mag gezegd worden. Via mediacentre extenders kan je overal in huis gebruik maken van het mediacentre (een computer met, bij voorkeur, WiFi). Het Microsoft mediacentre maakt het mogelijk live tv te kijken en op te nemen. Uiteraard kan iedereen in huis tegelijk iets anders kijken, wat een gemak. Na een slimme vraag uit het publiek moest Naber wel toegeven dat per televisiekijker er een extra tv-tuner in de computer moet zitten. Anders werkt het niet. Voorlopig een compleet nutteloze feature dus.

Online media

Trendwatcher Krijn Schuurman vraagt zich af of het gebruik van media zal veranderen van laidback (het op de bank hangend televisiekijken) naar leaning forward (het participeren aan blogs, pod- en vodcasts, etc). Het publiek neigt meer naar een combinatie van beiden. Met de tv aan op de bank internetten met de laptop. Vodcasting wordt waarschijnlijk populairder dan podcasting. Zien is meer dan alleen horen. Johan Pouwelse sluit zich hierbij aan. Iedereen kan straks televisie maken. Een goedkope webcam en breedbandinternet is alles wat je nodig hebt. Pouwelse onderzoekt (en ontwikkelt) aan de TU Delft mogelijkheden om via een Peer 2 Peer-netwerk á la bittorrent audio en video te streamen. Wie via het web vodcasts of streaming video wil verspreiden, betaalt fors voor materiaal en onderhoud van de website. Systemen als bittorrent maken het mogelijk om binnen zeer korte tijd grote hoeveelheden data te downloaden. Iedereen die een bepaald bestand heeft gedownload, deelt dat bestand vervolgens met andere gebruikers. Door niet van één locatie te downloaden maar van verschillende gebruikers een klein deeltje, is je film veel sneller binnen.

Illegaal downloaden

Middagleider de Haas, die duidelijk de ontwikkelingen rondom open standaarden en internet niet heeft bijgehouden, vreest dat het nog toegankelijker maken van illegale downloads de film- en muziekindustrie buitenspel zet. Pouwelse meent dat dit alleen op hoger niveau zal gebeuren. Hij vertrouwt in de goedheid van de mens. Wie iets leuk of goed vindt, doneert. De software die Pouwelse aan de TU Delft ontwikkelt (zij zoeken nog afstudeerders), gaat ook uit van een sociaal netwerk. Je deelt bestanden met je vrienden en zij weer met hun vrienden. De software houdt bij het aanbieden van bestanden ook rekening met smaak en je internetverbinding. De Haas vraagt Pouwelse of een systeem als bittorrent of de software die hij ontwikkelt de verspreiding van bijvoorbeeld kinderporno niet in de hand werkt. Het internet is niet anoniem, verklaart Pouwelse. Iemand die betrapt wordt op iets strafbaars, kan altijd getraceerd worden.

Toekomst van de mediabedrijven

Buiten het traceren van gebruikers die van dergelijke zaken houden, hebben we het (in dit geval) over een community. Wanneer iemand betrapt wordt, wordt hij gegarandeerd aangepakt. Op de vraag of de muziek- en filmindustrie nog blijven voortbestaan, laten een aantal recente ontwikkelingen zien dat het allemaal niet zo erg is als men suggereert: legale (betaalde) downloads via gsm en internet groeien enorm, iTunes is momenteel een van de populairste websites. Het gebruik van Creative Commons licenties stijgt en Buma/Stemra onderzoekt een samenwerkingsverband. Het online tv-station Interned1.tv zendt elke vijf minuten van een uitzending een kort reclamespotje uit om materiaal, dataverkeer en onderhoud te financieren. Niemand minder dan Talpa biedt haar politieserie Van Speijk online aan voor slechts €1,50 per aflevering en via uitzendinggemist.nl werden vorig jaar rond de 30 miljoen programma’s bekeken. Mensen zijn best bereid om te betalen voor iets leuks of goeds en nemen korte reclames voor lief.

Conclusie

Het was de eerste keer dat studenten van Interactieve Media een dergelijk evenement organiseerden. En met succes. Hoewel Stoneroos, Microsoft en middagleider de Haas zich wat beter op de inhoud van het congres hadden kunnen voorbereiden, was het een interessante middag. Een echt toekomstbeeld van het medialandschap heb ik niet gekregen bij de X-Media Club. Ik wijs u wel op 14 februari, dan wordt op het P2P event 2006 een beta-versie van de door de TU Delft ontwikkelde software gepresenteerd. Ik ben heel benieuwd waar dit programma ons gaat brengen. Het maakt gebruik van tags en populariteitsfactoren, zoals Flickr en Google ook gebruiken. In principe zou dat inhouden dat goed materiaal zichtbaar is en rommel op die manier uit de zoekresultaten gefilterd wordt. Kwalitatief hoge films en televisie op je computer dus. Niemand die straks nog een kastje voor digitale televisie nodig heeft.

Auteur: Geert Wissink