Het ogenschijnlijk gebrek aan richting is de werkelijke revolutie
De vele cynische reacties op de Occupy-beweging geven exact de spanning van het huidige tijdsgewricht aan. Met name de kritiek dat de beweging ongeorganiseerd zou zijn en geen coherente agenda heeft duidt op een miscommunicatie tussen paradigma’s en generaties. Voor de criticasters is het beeld van nutteloze beroepsactivisten makkelijk op te roepen. En toegegeven, als je niet verder kijkt dan je neus lang is, is dat ook een beeld dat zich makkelijk aan de observant opdringt.
Maar dat de beweging zich niet per se als één stem uitspreekt voor één ideologie of agenda en in plaats daarvan een broedplaats is voor vele verschillende ideeën, is precies waarin het protest past in een brede maatschappelijke verandering. Meerdere sprekers namens de beweging nuanceerden zelfs de algemene Occupy-leus dat zij de zogenaamde 99% procent zijn die tegenover de overige 1% staat. In tegenstelling tot de klassieke neiging tot polarisatie stellen veel occupiers dat ze zich juist onderdeel voelen van de volle 100% – de hele samenleving – die simpelweg nieuwe ruimte nodig heeft voor slimme oplossingen voor de huidige crisis. Uit welke hoek deze oplossingen ook komen.
Dat gegeven, over de volle breedte ruimte creëren voor verschillende nieuwe bottom-up ideeën, is in feite de revolutie. Een inzicht dat terug te zien is van politieke bewegingen tot innovaties in het openbaar bestuur en het bedrijfsleven. Het gaat al lang niet meer om het eenmalig doordrukken van de zogenaamde ideale richting of oplossing: een ‘silver bullet’ die alles definitief beter gaat maken. Het gaat erom een dynamisch platform in te richten waarbinnen ideeën kunnen bloeien en tot wasdom komen. Ironisch genoeg zijn het juist innovators uit het bedrijfsleven zoals Google en Apple die een dergelijke aanpak al jaren doorhebben. Binnen de wereld van organisatieontwikkeling of verandermanagement zijn dit ook geen vreemde principes.
Een exemplarische werkvorm die gebruikt wordt bij organisatieontwikkeling is de zogenaamde open space-methodiek (www.openspace.org). In het kort is het een aanpak die vaak gebruikt wordt om ruimte te creëren voor professionals om zelf te bepalen aan welke oplossingen zij binnen hun veld of organisatie gaan werken. Collega’s sluiten zich daar vervolgens vrijwillig bij aan. Het is een interventie om de kennis en motivatie van ‘onderop’ aan te spreken. Een veranderstrategie die binnen steeds meer organisaties als alternatief geldt voor meer bureaucratische top-down sturing.
Cynici die van de Occupy-beweging nog steeds 95 stellingen verwachten a la Luther of een manifest a la Marx en Engels zouden het eens zo moeten bekijken. De Occupy-beweging verbindt wereldwijd een los-vast-netwerk van een groeiende groep kritische mensen die de ruimte opeisen om publiekelijk met elkaar in gesprek te zijn. Het gesprek gaat over wat de reactie moet zijn op de huidige crisis of hoe de samenleving weer opnieuw uitgevonden moet worden gegeven de nieuwe (digitale) mogelijkheden. Vanuit die beweging zullen 1000 en 1 kleine en grotere initiatieven ontstaan. Op individueel niveau, op groepsniveau en misschien wel, uiteindelijk, op politiek niveau. En als je zin hebt, het relevant vindt en de juiste competenties hebt om iets bij te kunnen dragen sluit je je, conform de spelregels van de open space-methode, bij een van die initiatieven aan.
Beste cynici, het is jammer, geen makkelijk communiceerbaar kant en klaar politiek document dit keer. Uit historische ervaring beseft deze generatie maar al te goed dat een dergelijk document weer gebruikt zal worden om vroeg of laat andere ideeën de kop in te drukken. Één grote leider zal er waarschijnlijk ook niet opstaan. Misschien is het deze beweging die het cliché ‘een betere wereld begint bij jezelf’ echt probeert waar te maken. De enige harde eis is: vrije ruimte en aandacht voor nieuwe ideeën.