-
Heb je nog geen vragen, maar wel interesse in Gezondheid en zorg?
Samen vernieuwen.
Kansengelijkheid in het onderwijs vergroten en daarmee in de samenleving
Ongelijkheid in het onderwijs zou niet mogen bestaan. Het is een van de redenen waarom we het project Kansrijk MBO zijn gestart vorig jaar. Samen met betrokkenen van het mbo (studenten, docenten en beleidsmakers) dachten we na over kansengelijkheid en hoe die te vergroten. Tijdens de laatste Out of Office++Out of OfficeTijdens de Out of Office gaan we in gesprek met experts en ervaringsdeskundigen over vraagstukken die Kennisland belangrijk vindt en waar we meer over willen leren. Lees meer trokken we het nog wat breder en discussieerden we over kansenongelijkheid in het hele onderwijs. Lees hieronder tot welke inzichten we zijn gekomen.
Startpositie bepalend voor uitkomst
Kansenongelijkheid in het onderwijs is geen nieuw thema. De Franse socioloog Bourdieu wees in de vorige eeuw al op de reproductie van sociale klassen door het onderwijssysteem. Ook zijn we allemaal bekend met de uitdrukking: wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje. Kortom, een bekend thema en helaas nog steeds actueel. Zo schreef de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 19 maart 2019 een kamerbrief over de bevordering van kansengelijkheid in het onderwijs. En dit is niet voor niets. Het inkomen of opleidingsniveau van ouders is nog steeds bepalend voor het schoolsucces van kinderenHet inkomen of opleidingsniveau van ouders is nog steeds bepalend voor het schoolsucces van kinderen., zo schreef ze.
Het gezin waar een kind in opgroeit – diens startpositie – is bepalend voor de kansen die hij of zij krijgt. En dat bepaalt ook weer de verdere toekomst van een kind. Zoals gespreksleider Dennis het formuleerde tijdens de Out of Office:
“Verschillen tussen mensen leiden tot verschillen in kansen, wat leidt tot verschillen in uitkomsten.”
Dennis legde uit dat het onderwijs is als een race, waarbij de startposities niet hetzelfde zijn. De een begint bij de startlijn terwijl de ander al af is voordat hij is begonnen. Maar wat is er nodig om te zorgen dat de startpositie van een kind niet meer bepalend is voor diens ontwikkeling en kans op succes?Maar wat is er nodig om te zorgen dat de startpositie van een kind niet meer bepalend is voor diens ontwikkeling en kans op succes? Hoe zorgen we ervoor dat het kind van de bakker evenveel kans heeft op een hoog schooladvies als het kind van de dokter, als beiden in principe even intelligent zijn?
Drie sprekers met ieder een andere invalshoek deelden hun ervaringen over kansenongelijkheid in het onderwijs. We luisterden naar ervaringsdeskundige student Shane Pattipeilohy, mbo-docent Nora Harrachi en naar socioloog Rineke van Daalen. Nora pleit er in de strijd tegen kansenongelijkheid voor om voorbij labels en vooroordelen te kijken. Shane laat zien hoe belangrijk die ene persoon kan zijn wanneer je uit een benarde startpositie komt. Rineke wees ons op de impliciete boodschappen die verscholen zitten in onze taal en bijdragen aan iemands startpositie.
Labels en vooroordelen
Als mbo-docent nam Nora deel aan het project Kansrijk MBO van Kennisland. Ze werkt met een enorm diverse populatie studenten, met ieder diens eigen verhaal en bagage. Ze dacht: hier moet ik iets mee. Deze drive kwam onder andere voort uit haar eigen ervaring met kansenongelijkheid. Zo wees ze op de labels die iedereen met zich meedraagt en in hoeverre dit voor of tegen je kan werken. Labels en vooroordelen. Hoe verhouden die zich tot elkaar? Ze vertelde over haar eigen ervaring:
“Ik sport, ben open-minded én draag een hoofddoek. Een combinatie die vaak leidt tot vragen zoals: ‘Wat voel jij je nou eigenlijk?’ Of tot complimenten zoals: ‘Zooo, ben je leerkracht? Wat goed van jou!’”
Ook als docent heeft Nora veel ervaring met hoe haar collega’s aankijken tegen de verschillen tussen leerlingen en tegen kansenongelijkheid. Hierbij worden de verschillen tussen studenten vaak over één kam geschoren, of worden problemen gebagatelliseerd en neergelegd bij de student zelf.Verschillen tussen studenten worden vaak over één kam geschoren, problemen worden gebagatelliseerd en neergelegd bij de student zelf. Docenten vergeten hierbij dat studenten niet allemaal dezelfde startpositie hebben, wat zorgt voor een ongelijke race. Nora pleit er daarom voor om voorbij deze labels en vooroordelen te kijken, zodat de ware persoon wordt gezien, en niet een persoon op basis van labels.
“Mijn naam is Nora, zonder box en zonder label A. Want wat ik doe en wat ik kan, is heel normaal. Ik ben geen uitzondering op de regel. En dus JA, ook IK wil af van mijn label.”
Die ene persoon maakt het verschil
Van Shane leerden we hoe die ene persoon essentieel is wanneer het allemaal niet meezit en je vanuit een benarde startpositie komt. Na het vmbo is hij voor een vervolgopleiding verhuisd van een klein dorp naar de grote stad, ‘om meer zichzelf te kunnen zijn’. Maar ook in de grote stad kreeg hij te maken met labels en hokjesdenken. Door verschillende omstandigheden raakte hij in een ‘totale afgrond’: geen stabiele thuissituatie, geen dak boven zijn hoofd, financiële problemen. En dat in een tijd dat je je identiteit aan het ontwikkelen“Het is door die ene leerplichtambtenaar, die ene vriend en die ene manager die mij zagen, voelden en hoorden. Die met mij keken naar de kansen.” bent. Hierdoor had hij niet dezelfde startpositie als zijn medestudenten.
“Ze hebben mij niet gezien, gehoord of begrepen. Ze zochten niet naar een oplossing en hebben mijn diploma afgepakt.”
En nu stond Shane hier voor ons bij de Out of Office, heeft hij deel uitgemaakt van het Kansrijk MBO-project en volgt hij een hbo-opleiding. Wie heeft Shane wél gezien en welke kansen heeft Shane daardoor gehad?
Hij vertelde hoe aan de ene kant zijn eigen kracht en zelfvertrouwen hem gebracht hebben waar hij nu is: “Ik ben van niets naar iets gegaan. Gewoon starten en doen.” Aan de andere kant vertelde hij over de personen die hem écht hebben gezien, en voor wie zijn startpositie des te meer reden was om hem te helpen voor een eerlijke race in het onderwijs.
“Het is door die ene leerplichtambtenaar, die ene vriend en die ene manager die mij zagen, voelden en hoorden. Die met mij keken naar de kansen.”
Impliciete boodschappen die stigmatiseren
Volgens Rineke++Rineke van DaalenRineke van Daalen is socioloog en heeft lesgegeven aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is inmiddels gepensioneerd, maar over onderwijsthema’s blijft ze schrijven. Zie haar blog begint iemands startpositie al bij de woorden die dit vormgeven en de impliciete boodschappen die zich hierin verschuilen.Iemands startpositie begint al bij de woorden die dit vormgeven en de impliciete boodschappen die zich hierin verschuilen.Rineke heeft onderzoek gedaan naar de stigmatisering van het vmbo en daar een drieluik++DrieluikDe titel van het eerste boek van deze drieluik kwam uit in 2010 luidde: ‘Het vmbo als stigma’. In 2014 kwam het tweede boek: ‘Gewoon werk’. De drieluik werd compleet gemaakt met ‘Omgaan met ongelijkheid’ (2019). Zie ook over geschreven. Ze wees op structuren in onze samenleving die voor sommigen niet meewerken, maar juist tegenwerken, zoals het gebruik van bepaalde woorden zoals laag- en hoogopgeleiden.
“Je kan het niet hebben over laag- en hoogopgeleiden en dat betekent ook dat je het onderscheid tussen hand en hoofd, hoog en laag, praktisch en theoretisch niet moet zien als iets vasts. Kijk naar de variatie tussen mensen.”
Want wat brengt de gangbare tweedeling tussen laag- en hoogopgeleid met zich mee? En hoe noemen we de zestig procent die daartussen zit?Wat brengt de gangbare tweedeling tussen laag- en hoogopgeleid met zich mee? En hoe noemen we de zestig procent die daartussen zit? Wie worden hierbij vergeten? We plaatsen mensen in een groep en plakken hen dus het label van deze groep op. Daarmee zien we de variëteit aan talenten en persoonlijkheden binnen deze groepen over het hoofd.
Rineke pleit voor aandacht voor de variatie tussen mensen. Je kan mensen niet op één as plaatsen: de as die gaat van vmbo naar vwo. Een fragment uit het Jeugdjournaal illustreerde deze eenzijdige manier van kijken. In dit fragment werden de hoogste Cito-scores van leerlingen gevierd, waardoor onbedoeld de impliciete boodschap werd uitgedragen dat de top het belangrijkste is. Impliciet werd er bovendien vanuit gegaan dat iedereen in dezelfde startpositie stond toen ze begonnen aan diezelfde run.
Al met al hebben de sprekers van deze avond ons geleerd dat kansenongelijkheid in het onderwijs zich niet alleen afspeelt in het klaslokaal, maar zich ook daarbuiten manifesteert. Namelijk in onze eigen vooroordelen, labels, taalgebruik en ons (on)vermogen om iemand te zien, te horen en te begrijpen. In de strijd tegen kansenongelijkheid zijn we allemaal verantwoordelijkIn de strijd tegen kansenongelijkheid zijn we allemaal verantwoordelijk. om ervoor te zorgen dat iemands startpositie niet bepalend is in de race genaamd ‘onderwijs’. En als we de kansengelijkheid in het onderwijs kunnen vergroten, neemt ook de kansengelijkheid in de hele samenleving toe.
Op de hoogte blijven
Wil je voortaan een seintje krijgen als er weer een Out of Office aankomt? Meld je dan hieronder aan. Je kunt je dan meteen inschrijven op de KL Update, de vernieuwde nieuwsbrief van Kennisland die op veler verzoek terug van weggeweest is. Laat je inspireren door onze projecten, publicaties, opiniestukken en events! Laat je inspireren door onze projecten, publicaties, opiniestukken en events! We sturen je maximaal eens per week een update met een paar interessante posts en als we niks te melden hebben die week, sturen we je ook niks. Want je hebt het al druk genoeg. Je kunt zelf aangeven welke van onze thema’s je wilt volgen. Meld je hieronder aan: