-
Heb je nog geen vragen, maar wel interesse in dit onderwerp?
Samen vernieuwen.
SI Meetup #8 'Ruimte voor maatschappelijke vernieuwers?'
Jan Rotmans hield tijdens de SINN Meetup #2 een vlammend pleidooi voor meer transitie denken. In de achtste meetup op 10 maart 2014 borduurden we hierop voort. Centrale vraag: hoe organiseren we ruimte voor maatschappelijk vernieuwers die op een duurzame manier sociale vraagstukken aanpakken? En hoe past dat in de huidige transitie? Een verslag.
Politica Ina Brouwer trapt deze bijeenkomst af. Met haar lokale verkiezingsprogramma doet zij een oproep voor maatschappelijke waardecreatie. Zij wijst erop dat er steeds vaker allerlei dwarsverbanden tot stand komen, die tot voor kort onmogelijk leken zónder tussenkomst van de overheid: tussen burgers onderling, tussen burgers en bedrijven, banken en maatschappelijke bewegingen. In het gunstige geval groeit dit uit tot een breed initiatief van diverse partijen en personen. Maar in het meest ongunstige geval sterft zo’n initiatief een stille dood. Want de vaart van deze initiatieven botst steeds meer met de traagheid van de overheid en politieke partijen, evenals de ambtelijke diensten. Politiek en ambtelijke organisaties denken en handelen in kokers en dat vertroebelt de blik op het geheel. De samenleving voelt zich daardoor niet meer gezien en gehoord. Het past bovendien niet meer bij de snelheid van de alledaagse praktijk. Ina pleit voor een experimentele fase. Waarin de politiek meer op afstand gaat staan en ruimte geeft aan de maatschappij en aan sociaal ondernemerschap. Bijvoorbeeld door collegeprogramma’s pas vast te stellen na (digitale) meetings met burgers zelf. Welke ideeën leven er bij de burger zelf? De wijsheid van de burger moet veel meer benut, ook nadat het collegeprogramma is vastgesteld. “Keer de bestuurlijke piramide om, dáár begint de verandering”, aldus Ina.
Initiatieven duurzaam omarmen
Birgit Oelkers, werkzaam voor o.a. Greenwish, ziet ook dat nieuwe oplossingen nog te vaak vastlopen in een verouderd systeem. Dit doet zij aan de hand van het concrete voorbeeld Tijd voor Eten. Dit initiatief van Doris Voss begon met een pan soep en groeide uit tot een initiatief op acht scholen in Amsterdam. Tijd voor Eten werkt aan verschillende sociale vraagstukken waaronder obesitas bij kinderen, onvoldoende voorwaarden voor een gezonde schooldag, emancipatie van vrouwen en te weinig passend werk voor vrouwen met afstand tot de arbeidsmarkt. Problemen die de Nederlandse overheid jaarlijks miljarden kosten en die alleen maar groter worden. Ze kreeg voet aan de grond in Amsterdam, maar bij wisseling van college werd ze net zo hard weer aan de kant gezet. Het is dan ook niet vanzelfsprekend dat gevestigde instituties en overheden een dergelijk initiatief duurzaam benutten én omarmen.
Ook zijn landelijke overheidscampagnes vaak nog top down georganiseerd. Zo is daar Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). De financiering komt deels vanuit de markt, bijvoorbeeld door grote multinationals als Coca Cola. Gemeenten die meedoen dragen financieel bij: in ruil daarvoor krijgen gemeenten 40 uur een adviseur vanuit JOGG. Midden- en kleinbedrijf, laat staan sociaal ondernemers, vissen achter het net. Was dit initiatief vanuit de sociale innovatiegedachte ontstaan, dan waren óók lokaal beproefde initiatieven die al lang bijdragen aan het tegengaan van overgewicht bij jongeren, optimaal benut.
Waarom sociale innovatie?
In een onlangs gepubliceerd rapport van de Nederlandse Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid valt te lezen dat sociale innovatie bijdraagt aan dynamiek, experimenteerdrift, innovatieve verdienmodellen en actieve betrokkenheid bij de publieke zaak. En is daarom ook voor Nederland van groot belang. In het rapport wordt sociale innovatie omschreven als “een verzamelnaam voor hedendaagse initiatieven van mensen en organisaties gericht op innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.” Sociale innovatie begint bij personen en organisaties die een maatschappelijk probleem zien en het plan opvatten er iets aan te doen. Het gaat om de aanpak van taaie vraagstukken die om creativiteit vragen, waarbij de oplossingsrichting onduidelijk is en er nog geen effectieve aanpak voorhanden is.
Hoop aan de horizon
Zolang we pilots blijven financieren met tijdelijke subsidies en landelijke overheidscampagnes en (lokale) initiatieven elkaar niet ontmoeten, lopen initiatieven vast. Toch gloort er hoop aan de horizon. De bewustwording dat we taaie maatschappelijke vraagstukken samen moeten oppakken neemt toe. Zo maakt de gemeente Amsterdam langzaam maar zeker de beweging naar sociale ondernemers: zij en hun diensten gaan een steeds belangrijkere rol spelen in beleid. Bijvoorbeeld daar waar het gaat om ondernemingen die zich positioneren als partij die werkzoekenden en langdurig werklozen helpen aan een opleiding en een baan. Dat samenwerken tussen overheid en sociaal ondernemers prima kan, bewijst ook het paprika-initiatief in het Zwitserse Zurich: werkverschaffing voor migranten en gezond voedsel voor kinderen gaan daar prima samen. Ook zijn er diverse Nederlandse voorbeelden volgens Birgit. Neem het Rotterdamse strippenkaartmodel dat ambtenaren koppelt aan initiatiefnemers om zaken in beweging te krijgen. Of het Rotterdamse programma Food & the City waarin de gemeente expliciet aangeeft dat ze wil aansluiten bij initiatieven die er al zijn en bestaande drempels wil wegnemen ten gunste van stadslandbouw.
Samenwerken met het systeem
Tegelijk doet Birgit de oproep ook zelf het heft in handen te nemen en samen te werken met het systeem. Neem het Utrechtse voorbeeld van de Ruimtemakers: zij schreven een Stadsmakersparagraaf als voorzet voor de te starten college-onderhandelingen en pleitten ervoor dat de gemeente Utrecht de komende jaren nadrukkelijker gaat samenwerken met initiatiefnemers aan maatschappelijke meerwaarde voor een bruisende stad. Voor gemeenten heeft Birgit nog de tip dat ze eerst moeten kijken wat er al is voordat ze met nieuw beleid komen: welke initiatieven zijn er al die bijdragen aan de oplossing voor maatschappelijke vraagstukken en hoe kunnen we deze versterken? Ook aanwezigen in de zaal vinden dat er veel meer ruimte moet komen in lopende collegeprogramma’s voor initiatieven van onderop. Geen parels zonder oesterbank. Iedereen wil parels, dus er moet ook een oesterbank – ofwel collectieve ondersteuningsstructuur – zijn voor sociale initiatieven, zo besluit Birgit haar betoog.
Biedt de transitietheorie uitkomst?
De transitietheorie maakt vanuit begrip voor maatschappelijke dynamiek meer ruimte voor vernieuwing “Transities zijn radicale maatschappelijke veranderingen. We kunnen ze niet sturen, maar wel prikjes geven en richting geven. Dit lukt pas als er beweging is op verschillende niveaus tegelijk”, aldus Marieke Verhagen, onderzoeker bij Drift, het transitiebureau van Jan Rotmans. Marieke wijst er tevens op dat het niet geheel klopt om ‘het systeem’ de schuld te geven van alle problemen. Want deze orde of structuren, zijn ook ontstaan vanuit de behoefte van mensen aan houvast in een chaotische wereld. Een van de grootste hobbels bij het veranderen van bestaande structuren is (gepercipieerde) machteloosheid: door de gedachte dat het systeem niet kan veranderen, houdt ieder dit systeem in stand. Het bewustzijn van transitiedynamiek helpt deze machteloosheid te doorbreken en ruimte te maken voor nieuwe bewegingen.
Mee in de transitie
Het benutten van sociaal ondernemerschap past natuurlijk goed bij de transitie waar we in zitten. Het Nederlandse overheidsbeleid is gericht op een kanteling: van overheid naar burger. De kunst is om de vaart en impact van initiatieven van sociale vernieuwers niet meer te laten botsen met de weerbarstigheid van het systeem van overheid, politieke partijen en gevestigde instituties. Maar om dit te omarmen en mee te gaan met de onomkeerbare overgang van een oude naar een nieuwe economie. Het benutten van sociale innovatie kan bijdragen aan en daagt ons uit te komen tot nieuwe verhoudingen tussen burger, markt en overheid, aan innovatie oplossingen. Het formuleren van sociaal innovatief beleid, hierop te sturen en geldstromen anders in te richten is van essentieel belang, willen we ook de vraagstukken van morgen oplossen. Want hoe beter we daarin slagen, hoe vitaler onze samenleving zal zijn.
Volgende meetup
Ben jij ook een Social Innovator en zet je je in voor een sociale en duurzame toekomst? Kom dan 14 april a.s. naar meetup #9 van het Social Innovation Network Nederland. Deze keer staat de meetup in het teken van Digital Social Innovation: ‘Using the internet for social good’. We gaan op zoek naar wat ons bindt en onderscheidend maakt en hoe we onze krachten naar de toekomst kunnen bundelen.
Toegang is gratis, meld je aan.