Opinie

Innovatieveld moet ruimte bieden aan pessimisme

Marlieke pleit voor meer ruimte voor openlijke reflectie op tegenslagen. Dat vraagt meer publieke vertwijfeling van onze vernieuwers en meer ruimte van hun publiek om pessimisme te dulden en actief te beantwoorden.

Het innovatieveld biedt een podium voor optimisten, voor een publiek dat applaudisseert voor ‘best practices’, lachend de glazen heft en gezellig nog wat naborrelt. Dit veld laat geen ruimte voor pessimisme. Terwijl pessimisme juist één van de productieve ingrediënten is van een crisis! Want geen contemplatie zonder pessimisme. Geen vernieuwing zonder contemplatie. Geen vooruitgang zonder vernieuwing. Ik pleit in deze tijden van crisis daarom voor wat meer geflirt met de meer donkere krochten van ons gemoed. En dan niet alleen in onze eigen gedachten, maar en public, op het podium. 

Innovatieveld viert vooral successen

Het is herfst. De vogels trekken naar het Zuiden, de beren zoeken een winterslaaphol, de klok draait een uurtje terug. En wat doet de mens? Die staat massaal op het podium, in de schijnwerpers, op events. Mijn inbox zit vol met uitnodigingen voor bijeenkomsten. Ze lokken je naar Amsterdam, Den Haag of Rotterdam met coole namen, zoals Innovationcatwalk, Do-shop en Ignite4change. Inmiddels ben ik er een paar afgelopen. Het viel mij op dat ze stuk voor stuk hetzelfde stramien volgen: vrolijke presentaties, strakke wissels, hippe deelnemers, korte discussies, lekker eten en op een industriële locatie met stralende presentatrices. Hier wordt gevierd dat er in deze grimmige tijden überhaupt geïnnoveerd wordt. Het individu, en de viering van het 'succes' van zijn uitvinding staan centraal. Lastige vragen of een bedenkelijke blik leveren je opmerkingen op als “doe niet zo cynisch”, of “terwijl jij zo moeilijk kijkt, gaan er kinderen dood in Afrika”. Nee, in onze herfst is geen ruimte voor pessimisme.

Opium voor de vaart der volkeren

Vanwaar al dit optimisme? Het is een natuurlijke reflex op tegenslag: we moeten vooruit, innoveren, en snel een beetje! In de oertijd ging je ook niet zitten kniezen tot er een dood konijn voor je grot werd gelegd. Weer of geen weer, je moest eropuit, jagen en verzamelen. In de vaart der volkeren laten we de grote vragen daarom gemakshalve achterwege en is optimisme opium voor de vaart. Ik snap het ook wel. Niemand heeft zin in een begrafenissfeer op events waar het om vernieuwing draait. En ik geef toe: zulke events hebben iets hoopvols. Mooie verhalen op je vizier, kraakverse visitekaartjes in je broekzak en een fris glas champagne doen een mens goed. Maar optimisme in het huidige innovatieveld is zoiets als de feestelijke lancering van nieuwe software terwijl er nog geen geschikte hardware is om het op te draaien. We zitten namelijk niet zomaar in een crisis. We zitten in een systeemcrisis. Onze huidige verdienmodellen, managementstijlen, denkpatronen, verzekeringsclusters en politieke systemen klaren de klus niet meer. Hier en daar legt de uitvinder een pleister op de wonde, verkoopt het bankwezen nog wat obligaties en schuift ons eigen staatshoofd ons zoiets nihilistisch toe als de ‘participatiemaatschappij’. Optimisme verblindt. Dat zou ons pessimistisch moeten stemmen. 

Fundamenteel somberen over maatschappelijke kwesties

Met pessimisme bedoel ik niet somber zijn over het somber zijn, maar eens flink lang en fundamenteel somberen over grote maatschappelijke kwesties. Pessimisme heeft volgens Iris Dijkstra (‘Zes pluspunten van pessimisme’ KIJK, 2011) nuttige primaire functies. Zo zijn pessimisten niet snel verrast en trekken ze zaken van de optimist in twijfel. De wetenschap dat niet alles is wat het lijkt te zijn, houdt de pessimist gefocust. Maar aan pessimisme hebben we als maatschappij natuurlijk niets als we er massaal mee op de wereld foeteren achter de geraniums. Als pessimisme en public uitgesproken wordt, krijgt het een aantrekkelijke secundaire functie, namelijk feedback. Doe je niets met die feedback, dan zal dat zijn weerslag vinden op je omgeving. Die keert zich na een tijd om en wordt selectief doof voor je eenzijdige gezeur. Feedback moet daarom worden omgezet in contemplatie. Met contemplatie bedoel ik: diep nadenken over de vraagstukken die diepe gedachten verdienen. Zoals Plato het bedoeld heeft. En zoals Slavoj Žižek dat nu bedoelt. Met diep nadenken kom je tot nieuwe inzichten. En met deze nieuwe inzichten kun je naar buiten treden, zodat ze leiden tot vernieuwde interactie met je omgeving. Of zoals Einstein het zei: “The world as we have created it, is a process of our thinking. It cannot be changed without changing our thinking.”

Meer ruimte voor pessimisten

Natuurlijk lossen we onze taaie problemen niet op met meer pessimisten en minder optimisten op de podia van onze hoofdsteden. Ook moeten we niet en masse collectieve janksessies organiseren. Of te lang alleen contempleren. Daar is nog nooit iemand beter van geworden. Ik pleit dus slechts voor meer ruimte voor openlijke reflectie op tegenslagen. En dat vraagt meer publieke vertwijfeling van onze vernieuwers op de podia. En meer ruimte van hun publiek om pessimisme te dulden en actief te beantwoorden onder het genot van een glaasje bubbels. 

 

Marlieke Kieboom

Ook interessant

Cookie toestemming
De KL-website gebruikt cookies om Google Analytics, YouTube en Vimeo mogelijk te maken. Lees meer over ons privacybeleid.