Geef ruimte en vertrouwen aan goede leraren
Jurjen van den Bergh Adviseur onderwijsKlagen over makke leraren maakt het onderwijs niet beter. Een goeie opleiding, tijd, ruimte en vertrouwen wel.
In De Volkskrant van afgelopen zaterdag was een parallel te zien tussen de leraar en de geplaagde bondscoach Guus Hiddink. Iedereen vindt dat hij tekortschiet en ventileert dat overal. Maar over hoe het dan wel moet kan niemand het eens worden. Terwijl leerlingen zich, net als Oranjespelers, wel gewoon moeten kwalificeren. In hun geval voor een vervolgopleiding of de arbeidsmarkt. Geen van de roepers vanaf de zijlijn kwam met de voor de hand liggende oplossing: ruimte en vertrouwen geven aan goede leraren, stelt Jurjen van den Bergh.
Aleid Truijens pleitte er in haar column voor academici onbevoegd voor de klas te zetten en ze al werkend het vak te laten leren. “Want ze krijgen een karrenvracht aan pedagogische en didactische vakken” in hun eenjarige master en dat zou afschrikken om het onderwijs in te gaan. Verderop in de krant stelde Sander van Walsum vast dat leraren te mak zijn. Het één volgt logischerwijs uit het ander. Als niemand het leraarschap als ambacht accepteert, krijgen ze ook nooit het vertrouwen en de ruimte om hun eigen werk vorm te geven en krijg je nooit de beste mensen voor de klas.
Deze stelling is eigenlijk een parafrase van het rapport van de Commissie Leraren++Bekijk hier het advies. – onder leiding van Alexander Rinnooy Kan – uit 2007. Toen, onder druk van een dreigend lerarentekort, pleitte hij voor drie dingen: een betere beloning, een hogere status van het lerarenberoep en meer ruimte voor leraren om hun eigen beroep invulling te geven. Dit zou meer en betere docenten aantrekken en helpen het andere grote probleem in het onderwijs op te lossen: de werkdruk. Een groot deel van de suggesties in dit rapport is uitgevoerd, maar de radicale consequenties zijn nooit getrokken. En dus zitten we zeven jaar later met dezelfde discussies.
Toenmalig minister Plasterk verhoogde – als echte sociaaldemocraat – als eerste de salarissen. En op een intelligente manier ook nog. Wie zich meer inspande voor het ontwikkelen van lesprogramma’s, het begeleiden van zorgleerlingen enzovoort, kreeg een hogere beloning. Zo zouden leraren langer perspectief zien voor de klas en werd het beloond als ze zich verder zouden ontwikkelen. Door de crisis, onwil bij schoolbestuurders en gepolder tussen werkgevers en bonden is dit verwaterd tot een buffer voor de nullijnen van de kabinetten erna.
Professionele ruimte
Met de status van het beroep ging het wat geleidelijker. Het begrip ‘professionele ruimte’ werd geïntroduceerd. En ik vind dat leraren ook wel zichtbaarder en mondiger geworden zijn buiten++Bijvoorbeeld via een rijke cultuur van edubloggers, twitteraars en boekenschrijvers. OCW verzamelde 7 ‘onmisbare’ onderwijsblogs.de school. Dat is winst. Op de scholen zelf blijkt de cultuur van sturen van bovenaf echter behoorlijk hardnekkig. De politiek doet daar hartstochtelijk aan mee, getuige de toets- en afrekendrift die na het rapport van de Commissie Dijsselbloem opkwam. Dat allemaal onder het mom van: we bemoeien ons niet met de inhoud. Maar als je wel steeds stringenter definieert wat de opbrengst van onderwijs moet zijn doe je dat juist in een extreme vorm.
Maar wat nog het meest de utopie van Rinnooy Kan in de weg zit is dat de politiek juist niet streng genoeg is op dat deel dat ze wel kan regelen. Namelijk dat elke leraar bevoegd voor zijn vak lesgeeft. Van leraren wordt altijd gezegd dat het belangrijker is dat ze met passie en overgave voor de klas staan. Maar, zoals keer op keer is aangetoond: het lerarenvak is een ambacht++Update 27 oktoberMet name deze alinea leidde tot veel discussie. Zie onderaan dit bericht een discussie die Jurjen op Facebook had met leraar Guiot Duermeijer.. Van een arts wordt nooit gezegd: laten we de opleiding maar verkorten en hem alvast zonder oefening laten opereren, zolang hij het maar met passie doet. Anders loopt hij misschien weg naar een ander vak.
Iemand die boven zijn stof staat is in staat mondig te zijn. Een volwaardige leraar gaat het gesprek aan met zijn teamleider, zijn schoolleider en zijn bestuur over het vak. En blijft zich continu heruitvinden. Omdat hij zeker is van zijn overtuiging. Wil je dat leraren van zich afbijten dan moet je ze als hoogopgeleide werknemers behandelen. Met eisen aan de bevoegdheid, met de verplichting en de mogelijkheden om zijn vak bij te houden. En met de ruimte om niet alleen in de klas, maar ook in samenspraak met collega’s en leidinggevenden in de hele school het onderwijs naar zijn hand te zetten.
Stel hoge eisen én geef vertrouwen. Het onderwijs wordt er beter van.Stel hoge eisen én geef vertrouwen. Het onderwijs wordt er beter van. Doe het voor de leerlingen. Daar doen leraren het tenslotte ook elke dag voor.
PS. Wat dit betekent voor de positie van Hiddink, weet ik niet. Maar hij zal blij zijn dat ik niet ook nog eens een duit in het zakje doe en hem de ruimte laat zijn werk te doen.
Update 27 oktober
Guiot: Hey Jurjen, tof stuk bij KL. Is er ruimte voor reactie ergens? Want ik ben het een paar punten hartgrondig met je oneens. Lekker polemiekje beginnen?
Jurjen: Hey Guiot, ja! Benieuwd naar je reactie
Guiot: Ik maak me al een tijdje behoorlijk kwaad over het onderwijsdebat en ik zal je vertellen waarom. Zoals je weet ben ik het onderwijs via de zijdeur binnengekomen. Met mijn graad als afgestudeerd klassiek archeoloog en ervaring in de educatie en het theater ben ik voor de klas gaan staan. Ik begon met het geven van Latijn, KCV en rolde langzaam in Drama en CKV. Ik ben op ervaring en intuïtie begonnen en dat heeft redelijk uitgepakt (met de gebruikelijke hobbels hier en daar). Een beetje eigenzinnig, maar wel lekker. Boos werd ik (en word ik) van het mantra over de bevoegdheid. Dat terwijl ik hele volksstammen kersvers afgestudeerde docenten in hun eerste of tweede jaar zag afbranden. Inmiddels heb ik mijn bevoegdheid (drama, CKV, Kunst Algemeen) behaald, maar veel diepere inzichten in hoe te doceren heeft mij dit niet opgeleverd. Mijn punt is dat, en hierbij wil ik beamen wat Marijn van Dijk vandaag op de opiniepagina van de Volkskrant zegt, de lerarenopleidingen niet al te best zijn. Of ze opleiden tot docent Nederlands of drama. De middelmaat regeert in de opleidingen. Ik heb mijn lerarenopleiding doorstaan, laten we het daarop houden. Als je zo inzet op de bevoegde docent, moeten opleidingen wel opleiden. Ik vind dat we zouden moeten focussen op authenticiteit. We moeten docenten inhoudelijk sterke, gedreven mensen voor de klas hebben staan die echt zijn. Leerlingen prikken er zo doorheen als je niet echt bent. Laat scholen i.s.m. leerlingen en ouders hun eigen kwaliteitscriteria hanteren en kwaliteit en eigenheid voorop stellen. Of ze nu van een opleiding, in opleiding of gewoon uit het werkveld komen. Dat. Maar dan mooier opgeschreven.
Jurjen: Ha! Dank. Er schijnt denk ik heel weinig licht tussen wat we vinden. Dit is ook precies het onderwijs wat ik voor me zie. Mijn woede was juist gewekt door Aleid Truijens die suggereerde dat je het voor academici zo makkelijk mogelijk moet maken voor de klas te staan, en dat het je bekwamen in HOE je lesgeeft secundair is, want af zou schrikken. Terwijl, hoe je het ook wendt of keert, het weten hoe je stof overbrengt onlosmakelijk verbinden is met het leraarschap. Drager van kennis zijn alleen maakt je geen goede leraar. Die indruk werd gewekt in dat stuk: de didactiek leren ze wel gaandeweg, als ze maar passie hebben. Voor geen enkel ander beroep wordt dat paradigma gehanteerd.
Guiot: Maar inhoud moet ook centraal staan. Ik ben het daarin wel met haar eens. Dan vervolgens komt de vorm voort uit die inhoud. Dat zou de kern moeten zijn. En terugkomend op jouw stuk, zou ik juist durven beweren dat docenten geen artsen zijn. Als uit de inhoud de vorm voortkomt, bedoel ik dat iedereen daaruit diens eigen vorm kan destilleren. Vele wegen leiden in het klaslokaal naar Rome in tegenstelling tot in een operatiekamer. Hoe je lesgeeft leer je namelijk niet op een opleiding, dat leer je in de praktijk. Na een jaartje of twee begin je meestal langzamerhand je vorm te vinden. Dat krijg je nooit voor elkaar met een stage hier en daar.
Jurjen: Dat er aan de lerarenopleiding het nodige schort, ben ik dus met je eens. Het stuk van zij-instromer Mark van der Werf in Trouw zette mij aan het denken. Namelijk als de opleiding geen volwaardige professionals creëert, is het verdomde lastig om ze wel als professionals te behandelen. Maar, volgens mij is het wel all you’ve got. Anders is de consequentie dat je niet kunt filteren wie goed in het onderwijs binnenkomt en wie niet. Een goede basis in hoe je de stof overbrengt, en een gedeeld paradigma om daarover te praten met je collega’s zouden voor mij -op systeemniveau- essentiële fundamenten zijn voor een school die een lerende organisatie wil zijn. De kern van mijn verhaal zit hem echter vooral in dat tweede stuk: tijd, ruimte, vertrouwen en de leraar behandelen als hoogopgeleide autonome werknemer, die zichzelf wil en moet blijven uitvinden.
Guiot: Dat je ruimte en vertrouwen moet geven aan docenten, ben ik het dus helemaal mee eens, maar ik zou veel verder willen gaan. Ik zou scholen veel meer ruimte willen bieden om het onderwijs op hun manier in te vullen met het docentenkorps dat hun type leerlingen kan inspireren. Scholen moeten voor hun docenten opkomen! De opleidingen verbeteren kost jaren, maar interne kwaliteitscontrole (docenten met elkaar mee laten kijken etc.) kan binnen nu en morgen gefikst worden. Wat scholen ook zeggen.
Jurjen: Misschien komt het het wel door mijn vakbondsverleden dat ik de oplossing zoek in een waarborg daarvoor. Je kunt net zo goed zeggen: een school die dat gesprek en die uitwisseling organiseert trekt hoofdzakelijk goede leraren aan, die dat klimaat prettig vinden en er in gedijen. Linksom of rechtsom ontwikkelen zij zich tot steeds betere docenten. Maar het vervelende is: een school die zowel geen eisen stelt aan bevoegdheid, als nalaat dat gesprek te organiseren, kan in het huidige systeem ook gewoon blijven voortbestaan
Guiot: Maar scholen hebben nu die mogelijkheid niet. Door de focus op de bevoegdheid te leggen, hoeven scholen niet meer te kijken naar kwaliteit. Niet echt. Dat zou dan namelijk wel snor moeten zitten. Niet dus.
Jurjen: Ik vind het gewoon geen of-of-discussie. Een school met een goede kwaliteitscultuur trekt leraren die willen blijven groeien in hun werk. Ik vind een bevoegdheid een logisch startpunt daarbij, maar waar het om gaat is dat je een cultuur creëert waarin voor de klas staan niet een kunstje is dat iedereen kan.
Guiot: Ja, maar dat ik precies mijn punt. Als je het kunt, dan kun je het. Als je er geen talent voor hebt, zul je het op een opleiding ook nooit leren.
Jurjen: En dan mag je die van mij dus ook niet afronden….
Guiot: Maar dat gebeurt dus wel. The proof of the pudding is in the eating, niet op welke kookschool je hebt gezeten. Je moet dus twee dingen doen. 1. docenten op kwaliteit, gedrevenheid en authenticiteit beoordelen. 2. De opleidingen beter en strenger maken dat alleen de bovengenoemde docenten kunnen afstuderen. Het probleem met stap twee is echter dat je opleidingen niet zo snel beter en strenger krijgt. Daarbij is het maar de vraag of je ooit opleidingen zo goed kunt krijgen. Onderwijs leer je niet in een proefopstelling, maar in de echte wereld. Daarom moeten we docenten de ruimte geven om de wereld te laten zien hoe zij hun vonk over willen laten schieten.
Jurjen: Dat is ook mijn einddoel. En daar ging mijn stuk dan ook vooral over. Het vak van leraren wordt niet serieus genoeg genomen. En ik vond de drieslag van Rinnooy Kan toen bruikbaar en nu nog steeds. Een goede opleiding, professionele ruimte en een hogere status van het beroep. En wat mij opvalt is dat het nu nog steeds vooral schort aan de drie ingrediënten daarvoor: tijd, ruimte en vertrouwen. Over hoe je tijdens je werk van elkaar leert: meekijken met elkaars lessen, nieuwe ideeën op elkaar loslaten, gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor je onderwijs, zijn we het wel eens. Wil je vertrouwen krijgen van die 17 miljoen meekijkers met het onderwijs, helpt het wel dat zij ervan op aan kunnen dat er goeie mensen voor de klas staan.