Naar een nieuwe mantra voor microwonen
Afgelopen december nam ik namens Kennisland deel aan een door Pop-Up City georganiseerde trip++The Future of Urban LivingDe dubbele stadsreis werd georganiseerd om de inzichten uit het onderzoek dat Pop-Up City deed naar nieuwe stedelijke woontrends als co-living en microwonen te delen met een groter publiek. Hier vind je een serie artikelen over het onderzoek ‘The Future of Urban Living’.: The Future of Urban Living. Samen met projectontwikkelaars, beleidsmakers en architecten bezocht ik een reeks nieuwe woonconcepten in Londen om te bekijken hoe de toekomst van wonen in de stad eruitziet. De focus lag daarbij op microwonen en co-living. Een maand eerder bezochten we nieuwe woonprojecten in Amsterdam. Daarover schreef ik dat de kansen die microwonen als woonvorm biedt slecht worden benut++Van garderobe in je meterkast tot BarbapapahuisLees het stuk ‘Van garderobe in je meterkast tot Barbapapahuis: microwonen als duurzame oplossing voor de overspannen woningmarkt’ hier.. Voornamelijk als het gaat om meer mensen betaalbaar in de stad te laten wonen. Het tweedaagse bezoek aan Londen liet zien dat deze analyse niet alleen voor microwonen in Amsterdam geldt.
Zoals de woonvorm microwonen zich op dit moment in Amsterdam ontwikkelt, stelde ik, is die weinig toegankelijk en toekomstbestendig. De prijzen van veel microwoningen zijn zo hoog dat deze enkel binnen handbereik liggen van inwoners met een goed gevulde portemonnee. Bovendien voelt niet iedereen zich thuis in de hippe concepten waarin de gebouwen veelal zijn gegoten. Microwoningen in Amsterdam worden daarbij vooral ingezet als doorgroeimogelijkheid voor starters. Niet als eindstation. Daardoor bestaat het gevaar dat de stad wordt volgebouwd met kleine wooneenheden, waar naar verloop van tijd geen vraag meer naar is. Daarbij is de woonkwaliteit van veel Amsterdamse microwoningen gering – in het ontwerp is er bijvoorbeeld weinig aandacht voor slim ruimtegebruik.
Microwonen in Londen
Een van de projecten die we in Londen bezochten was The Collective, met 550 kamers naar eigen zeggen ‘s werelds grootste co-living-faciliteit. Het gebouw bevindt zich in de West-Londense wijk Old Oak Common op zo’n half uur reizen met de metro vanaf het centrum van Londen. Voor een standaardkamer van zo’n zeven vierkante meter leg je – niet schrikken – tussen de 1100 en 1400 pond per maand neer afhankelijk van het seizoen.Voor een standaardkamer van The Collective van zo’n zeven vierkante meter leg je – niet schrikken – tussen de 1100 en 1400 pond per maand neer afhankelijk van het seizoen. Op elke verdieping is er een gedeelde woonkamer met steeds een ander thema, zoals ‘The Japanese Tea Room’ en ‘The French Bistro’. Het gebouw beschikt daarnaast over een gedeelde bibliotheek, speelkamer, een spa en een restaurant. Het concept is erg servicegericht: taxibedrijf Uber heeft in de lobby bijvoorbeeld een permanente standplaats om Uber-taxi’s te bestellen voor bewoners.
Ook bezochten we Roam. Dit aanzienlijk kleinere co-living–complex bevindt zich in een statig pand in het chique Chelsea. Naast deze locatie heeft Roam vestigingen op Bali, in Miami en Tokyo. Uiteindelijk wil Roam naar een model toe waarbij je voor een vast bedrag per maand mag wonen in de verschillende locaties over de wereld. Totdat het zover is betaal je in de Londense vestiging zo’n 80 euro per nacht voor een kamer – de duur van je verblijf heeft geen invloed op de prijs per nacht. Voor die prijs mag je ook gebruikmaken van de co-working space en gedeelde keuken.
Niet beter dan in Amsterdam
Net als de concepten die we bezochten in Amsterdam valt over de Londense woonconcepten te zeggen dat de prijzen niet erg toegankelijk zijn. Maar niet alleen de prijzen van de woningen beperken de toegankelijkheid van de complexen. Gelijk aan Amsterdamse concepten, zoals Little Manhattan en Zoku, richten de Londense concepten zich met hippe gedeelde ruimtes, restaurants en co-working spaces voornamelijk op young urban professionals. Daarmee bedienen zij slechts een kleine doelgroep.Gelijk aan Amsterdamse concepten richten de Londense concepten zich met hippe gedeelde ruimtes, restaurants en co-working spaces voornamelijk op young urban professionals.
Het ontwerp en de uitvoering van veel microwoningen in Amsterdam laat te wensen over, maar The Collective slaat echt alles. Slechts een jaar na de opening valt het gebouw al bijna van ellende uit elkaar met goedkope gipswandjes, gammele meubels en loslatende vloerdelen. Dit gebouw lijkt erop gericht om zo veel mogelijk winst te maken met een zo klein mogelijke investering. In theorie komt dat de toekomstbestendigheid van het gebouw wellicht ten goede. Die gipswandjes zijn er immers zo uit gesloopt, waardoor de wooneenheden kunnen worden aangepast wanneer de vraag verandert. Echter, als bij het interieur van het gebouw al zo veel vraagtekens te zetten zijn, dan vraag ik mij af in hoeverre de constructie wel duurzaam is.
Verouderde mantra: microwonen voor de creatieve klasse
In de Groene Amsterdammer schreef onderzoeksjournalist Floor Milikowski vorige week dat het omstreden plan voor de Amsterdamse Sluisbuurt++Zijn we vergeten wie we zijn?Met luxe hoogbouw tot wel 125 meter lijkt er een expat-wereld gecreëerd te worden in de Sluisbuurt in Amsterdam-Oost. Lees het artikel ‘Zijn we vergeten wie we zijn?’ hier. uitgaat van de oude mantra van het aantrekken van de creatieve klasse++Creatieve klasseEconomisch geograaf Richard Florida bepleitte in zijn bestseller ‘The Rise of the Creative Class’ (2002) dat het aantrekken van de creatieve klasse de weg naar succes en economische voorspoed is voor de stad. Steden van over de hele wereld hebben hier sindsdien fors op ingezet. In zijn nieuwste boek ‘The New Urban Crisis’ (2017) komt Florida terug op zijn verhaal en stelt hij dat de opkomst van de creatieve klasse niet alleen leidt tot het succes van vele grote steden, maar ook tot ongewenste effecten, zoals gentrificatie, segregatie en ongelijkheid. Lees meer.
, terwijl het juist andere groepen zijn waarvoor steeds minder plek is in de stad. Deze verouderde mantra lijkt van toepassing te zijn op microwonen en co-living in zowel Amsterdam als Londen. De woonconcepten die we er bezochten richten zich sterk op de creatieve klasse. Daarmee geven ze geen antwoord op grote actuele vraagstukken die spelen rondom wonen in de stad. Hoe zorgen we ervoor dat de stad niet alleen toegankelijk is voor creatieve professionals, maar ook voor bijvoorbeeld gezinnen, leraren en buschauffeurs?Hoe zorgen we ervoor dat de stad niet alleen toegankelijk is voor creatieve professionals, maar ook voor bijvoorbeeld gezinnen, leraren en buschauffeurs? Hoe microwonen zich als trend nu ontwikkelt, biedt de woonvorm geen oplossing voor dit prangende vraagstuk. Daarom is een nieuwe mantra nodig: niet microwonen voor de creatieve klasse, maar juist ook voor andere groepen die zo hard een woning nodig hebben.
De komende tijd duikt Kennisland verder in het thema ‘wonen in de stad’. Wil je daar meer over weten of met ons meedenken? Neem contact op.