Gebrek aan kruisbestuiving tussen technologische en sociale innovatie
Nina Sandford Sociaal ontwerperDe werelden van technologische en sociale innovatie zijn gescheiden. Maar waarom? De tagline van Kennisland is ‘Samen vernieuwen’. Samen werken aan maatschappelijke vraagstukken met betrokkenen, ervaringsdeskundigen, professionals, experts en gelukkig ook vaak met creatieven. Hun out-of-the-box denkvermogen komt goed van pas bij het ontwerpen van sectoroverstijgende oplossingen. Maar samenwerken met techneuten of bijvoorbeeld digitale makers gebeurt nog te weinig, vindt Nina.
De werelden van technologische en sociale innovatie zijn gescheiden. Maar waarom? De tagline van Kennisland is ‘Samen vernieuwen’. Samen werken aan maatschappelijke vraagstukken met betrokkenen, ervaringsdeskundigen, professionals, experts en gelukkig ook vaak met creatieven. Hun out-of-the-box denkvermogen komt goed van pas bij het ontwerpen van sectoroverstijgende oplossingen. Maar samenwerken met techneuten of bijvoorbeeld digitale makers gebeurt nog te weinig.
Waarom is interactie tussen de twee velden nodig?
Zelf dans ik al jaren tussen de lijntjes van het technologische en het sociale. Uiteindelijk ben ik Industrial Design aan de TU Eindhoven gaan studeren, omdat ik oplossingen voor concrete problemen wilde ontwerpen en de studie zo breed klonk dat ik mijn maatschappelijke interesses hier wel in kwijt zou kunnen. Hoewel ik al aan mijn studie begon met het idee dat ik misschien iets met sociale vraagstukken kon gaan doen, duurde het niet lang voordat ik meeging in het traditionele narratief van technologische innovatie. Ik wilde ontwerpen om ‘de kwaliteit van dagelijks leven te verbeteren’, wat vaak vertaald wordt naar efficiënte smart apparaten die automatisch koffiezetten als je wakker wordt. Binnen deze visie komen maatschappelijke thema’s ook aan bod, zoals gezondheid of duurzaamheid. Alleen blijven efficiëntie en individualisme de standaard, zonder dat er naar de lange termijn of het collectief++Duurzaam?Ondertussen pronkt de TU Eindhoven graag met het harde werk van hun studententeams voor het realiseren van bijvoorbeeld de energietransitie, terwijl ze de weg vrijmaken voor bekende greenwashingbedrijven als Shell om hun gebrekkige duurzame werk te promoten. Lees meer wordt gekeken.
Aan de andere kant van het spectrum lijken sociale vernieuwers naar een totaal andere toekomst toe te werken. De waarden die bijvoorbeeld in de projecten van Kennisland++Ons verhaalLees hier waar Kennisland voor staat. terug te lezen zijn, gaan over samenwerking, systeemverandering, gelijkwaardigheidSociale innovatie sukkelt achter technologische innovatie aan. en maatwerk. Het verschil in benadering zorgt voor onnodige problemen. Zo klonk er bij de introductie van de Google Home, een ‘slimme’ assistent waarmee je op commando apparaten in je huis kunt aansturen, veel kritiek op gebrek aan privacy en de onveilige opslag van persoonlijke data. Daarop heeft een (externe) ontwerper ‘opzetstukken’ ontworpen waarmee de gebruiker handmatig kan instellen wanneer de Google Home meeluistert. Hoewel deze prachtig ontworpen zijn, waren ze overbodig geweest als dezelfde critici betrokken waren bij het oorspronkelijke ontwerp van de Google Home. Bovendien is het kwaad al geschied, omdat de meeste gebruikers alleen het ontwerp van de techgigant kennen zonder die updates en daardoor verplicht zijn voor efficiëntie te betalen met de data die over hen verzameld wordt. Op deze manier blijft sociale innovatie achter technologische innovatie aansukkelen.
Het tekort van technocratisch gedachtegoed
Techneuten zijn opgeleid om te ontwikkelen, te berekenen, te testen en op basis daarvan te realiseren. Zo draaide in mijn opleiding het vak ‘User-Centred Design’ niet om de normen en waarden van de gebruiker, maar alleen om gebruiksvriendelijkheid. “Is de betekenis van dit symbool duidelijk?”, “Zijn de stappen logisch?” Geen hoofdstuk van de verplichte literatuur ging over de standpunten van de gebruiker tegenover het ontwerp of het effect op hun dagelijkse leven of zelfs de samenleving. Eindproducten worden vooral gemaakt op basis van berekeningen en oppervlakkige tests++AppleEen van de grootste leveranciers van dagelijkse technische gadgets voert nauwelijks gebruikersonderzoeken uit. Hun producten moeten vooral voldoen aan hun eigen esthetische eisen en branding. Zo wordt de rol van de mensen die het product gaan gebruiken klein gehouden. Bron: ‘Hoe moeilijk kan het zijn?’ van Jasper van Kuijk. waaruit blijkt dat de concrete (vanuit de technologie bedachte) probleemstelling opgelost is.
Dat gebrek aan echt ontwerpen voor de gebruiker wordt pijnlijk duidelijk als het om grotere maatschappelijke problemen gaat. Ontwerpers en ingenieurs worden nauwelijks opgeleid om stil te staan bij de problemen van individuele gebruikers die ze weg proberen te ontwerpen. Hoe kunnen we dan verwachten dat dit voor grotere problemen anders is?Ontwerpers en ingenieurs worden nauwelijks opgeleid om stil te staan bij de problemen van individuele gebruikers die ze weg proberen te ontwerpen. Hoe kunnen we dan verwachten dat dit voor grotere problemen anders is? Wie leert hen om kritisch te zijn op de systemen waarin hun oplossingen geïmplementeerd moeten worden?
Sterker nog, het technocratische gedachtegoed++Technocratisch gedachtegoedHet geloof in beleid dat gebaseerd is op objectieve analyses door technische, economische en sociale deskundigen. wordt zo blindelings geloofd dat er bijvoorbeeld vanuit wordt gegaan dat bewoners zodra ze de technische en financiële voordelen horen van zonnepanelen of windmolens, automatisch overtuigd zullen zijn. Voor veel bewoners zijn die argumenten echter niet overtuigend genoeg. De praktische voordelen van de techniek zijn de veranderingen in hun directe leefomgeving niet waard. De afwezigheid van samenwerking met sociale vernieuwers zorgt ervoor dat er te weinig aandacht is voor de belangen van de bewoners. Hierdoor sluiten de ontworpen oplossingen uiteindelijk niet genoeg aan bij hun leefwereld.
Zelfs als sociale vernieuwers de kans krijgen om mee te denken over de ontwikkeling van technologische producten, zorgt de gesloten werkplaats voor een machtsverhouding tussen hen en de ontwikkelaars. Ingenieurs en ontwerpers gebruiken hun creatieve vermogen om de (eerste versies van) producten te ontwikkelen. Als dit niet gebeurt in een open werkplaats waar de focus ligt op samenwerken en van elkaar leren, ontbreekt kritische kennis en inzicht. Zonder die open houding blijft het lastig voor sociale vernieuwers om mee te denken over alternatieve oplossingen. In de praktijk betekent op het laatste moment pas betrokken worden vaak niet meer dan kiezen tussen optie A of B, beide bedacht door technologen. De kritische inbreng van sociale vernieuwers krijgt daardoor te weinig aandacht.
Sociale innovatie blijft te klein
Bij sociale vernieuwers zit het in de genen om de straat op te gaan en tot op de bodem uit te zoeken wat het probleem achter het probleem is. Deze aanpak heeft een risico: er gaat relatief veel energie naar verdieping van het vraagstuk en weinig naar verbeelding van oplossingen en de implementatie ervan. Zo komt een project vaak niet verder dan onderzoek en eindigt als een rapport in de la vol waardevolle bevindingen en richtlijnen voor (systeem)verandering, maar met te weinig financiering en mandaat om de actiepunten en toekomstplannen verder te brengen. Sociale innovaties krijgen vaak te weinig financiering en mandaat om de actiepunten en toekomstplannen verder te brengen.
Het gebrek aan concrete oplossingen maakt het verkopen van verandering moeilijker. De toegevoegde waarde van oplossingen die indirecte aspecten van een probleem aanpakken is lastig te meten. Het beschikbare budget wordt vaak liever uitgegeven aan zekerheid dan aan vernieuwing waarvan de effecten moeilijk te bewijzen zijn. Hierdoor is de speelruimte beperkt en wordt de focus op kortetermijneffecten vergroot. Projecten zoals die van Kennisland eindigen jammer genoeg meer dan eens als klein initiatief of lokale pilot. Het systeem beweegt te langzaam mee of faciliteert sociale innovaties onvoldoende.
Oplossingen maken soms meer kapot dan ze verbeteren
We hebben geen tijd om alleen kleinschalig aan de weg te timmeren, daarvoor zijn de maatschappelijke opgaven te groot en urgent++UrgentieNog geen maand geleden hebben klimaatwetenschappers voor de zoveelste keer aan de bel getrokken, dat we in dit tempo geen klimaatdoelstellingen gaan halen en geen tijd te verliezen hebben. Lees meer
. En we hebben al helemaal geen tijd voor technologische oplossingen die meer kapot maken dan ze verbeteren. Toen de kartonnen doos ontdekt werd, leek dit een geweldige duurzame uitvinding. Karton kan gemaakt worden van gerecycled papier, is licht, kan opgevouwen worden en vraagt dus veel minder brandstof dan een houten krat. Inmiddels is de kartonnen doos echter het symbool van de consumptiemaatschappij geworden.
Technische innovatie kan duurzaam zijnSociale vernieuwers moeten zich meer bemoeien met technologische innovatie., maar als die geïmplementeerd wordt in een onhoudbaar systeem, is het alsnog niet duurzaam. Zie het voorbeeld van de kartonnen doos: die uitvinding is gebruikt om met een duurzaam narratief uiteindelijk op een vervuilende manier geld te verdienen.
Toch kunnen sociale vernieuwers niet vol wantrouwen naar technologie blijven kijken. Zij moeten zich er juist meer mee bemoeien, en dan niet alleen achteraf als controlerende partij++ControleZoals de ‘mensenrechtentoets’ die algoritmen sinds een paar maanden verplicht moeten halen om te voorkomen dat geautomatiseerde besluitvorming door diezelfde algoritmen mensenrechten schendt, zoals bij het Toeslagenschandaal gebeurde. Lees meer. Die samenwerking is vanaf het begin nodig, zodat vernieuwing in één keer goed kan gaan. Laten we geen grondstoffen verspillen aan nieuwe technologie die er bij nader inzien beter niet had kunnen zijn.
Nina Sandford